Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
vwo 3 chapitre 2 bron D
Programme
Terugkoppeling les devoirs
Parler
Buts
: Ik kan een gesprekje voeren over zakgeld.
1 / 15
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
In deze les zitten
15 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Programme
Terugkoppeling les devoirs
Parler
Buts
: Ik kan een gesprekje voeren over zakgeld.
Slide 1 - Tekstslide
Vervang het lijdend voorwerp:
Je mets les vêtements.
A
Je le mets
B
Je la mets
C
Je l' mets
D
Je les mets
Slide 2 - Quizvraag
Vervang het lijdend voorwerp:
Elle met le pantalon.
A
Elle le met
B
Elle la met
C
Elle l' met
D
Elle les met
Slide 3 - Quizvraag
Vervang het lijdend voorwerp:
Tu aimes le jus d'orange.
A
Tu le aimes
B
Tu la aimes
C
Tu l'aimes
D
Tu les aimes
Slide 4 - Quizvraag
Vervang het meew. vw door een pers. vnw.
Welke zin is goed?
Il demande à moi de l'aider.
A
Il te demande de l'aider.
B
Il me demande de l'aider.
C
Il se demande de l'aider.
D
Il demande me de l'aider.
Slide 5 - Quizvraag
Vervang het meew. vw door een pers. vnw.
Welke zin is goed?
Matteo n'a pas répondu au prof.
A
Matteo n' a lui pas répondu .
B
Matteo ne m' a pas répondu.
C
Matteo ne lui a pas répondu .
D
Matteo n' a pas lui répondu.
Slide 6 - Quizvraag
Wat is de plaats in de zin van het pers. vnw. als meew. vw?
A
Altijd voor de persoonsvorm.
B
Altijd voor het voltooid deelwoord.
C
Als er een heel werkwoord in de zin staat , dan voor het hele werkwoord.
D
Als er een heel werkwoord in de zin staat , dan na het hele werkwoord.
Slide 7 - Quizvraag
Vervang het meewerkend voorwerp:
Elle parle à ses collègues.
A
Elle le parle
B
Elle lui parle
C
Elle les parle
D
Elle leur parle
Slide 8 - Quizvraag
Vervang het meewerkend voorwerp:
Vous envoyez un mail au directeur.
A
Vous l'envoyez un mail.
B
Vous lui envoyez un mail.
C
Vous les envoyez un mail.
D
Vous leur envoyez un mail.
Slide 9 - Quizvraag
Vervang het meew. voorwerp en maak een goede zin.
Je vais donner un cadeau à mes parents.
A
Je leur vais donner un cadeau.
B
Je les vais donner un cadeau.
C
Je vais donner leur un cadeau.
D
Je vais leur donner un cadeau.
Slide 10 - Quizvraag
Vervang het meew. voorwerp en maak een goede zin.
Elle ne donne pas son cahier à sa copine.
A
Elle ne lui donne pas son cahier.
B
Elle lui ne donne pas son cahier.
C
Elle ne donne pas son cahier à elle.
D
Elle ne la donne pas son cahier.
Slide 11 - Quizvraag
§D. Phrases-clés
Fais: ex. 16 + 17 + 18
Travaille à deux
Slide 12 - Tekstslide
Les devoirs
apprendre: voc A, B + phrases-clés C
faire: ex 18
Slide 13 - Tekstslide
Au revoir!
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Le pronom personnel COD/COI
December 2023
- Les met
35 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3-6
L'ordre des mots + Le pronom personnel COD/COI
November 2023
- Les met
44 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3-6
Chapitre 2, Het meewerkend voorwerp in het Frans
3 dagen geleden
- Les met
13 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Chapitre 2, Het meewerkend voorwerp in het Frans
November 2018
- Les met
13 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
5HV - L'ordre des mots + Le pronom personnel COD/COI
September 2024
- Les met
31 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3-6
3HV pers. vnw. als mv
December 2022
- Les met
19 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 3
Le pronom personnel comme objet indirect (pvnw als meew. vw)
November 2017
- Les met
12 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Het meewerkend voorwerp in het Frans
September 2019
- Les met
14 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3