In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
BIENVENIDOS
Slide 1 - Tekstslide
La planificación las próximas semanas
Esta semana Trabajamos en unidad 2
La semana que viene Trabajamos en unidad 2
La semana después Repetir unidad 1 y unidad 2 y
prepararnos por el examen
El jueves 6 de abril: la empieza de la semana de los exámenes
Slide 2 - Tekstslide
La planificación de hoy
Empezamos con unidad 2
Repetir los tiempos verbales
Quiz sobre el uso de los tiempos verbales
El uso del pretérito indefinido y el pretérito imperfecto
Videos sobre el indefinido y el imperfecto
Hacer ejercicios
Slide 3 - Tekstslide
Los tiempos verbales
Conjuga el verbo Hablar
1) en el presente
2) en el pretérito perfecto
3) en el pretérito indefinido
4) en el pretérito imperfecto
Slide 4 - Tekstslide
Presente
hablo
hablas
habla
hablamos
habláis
hablan
Slide 5 - Tekstslide
Perfecto
he hablado
has hablado
ha hablado
hemos hablado
habéis hablado
han hablado
Slide 6 - Tekstslide
Indefinido
hablé
hablaste
habló
hablamos
hablasteis
hablaron
Slide 7 - Tekstslide
Imperfecto
hablaba
hablabas
hablaba
hablábamos
hablabais
hablaban
Slide 8 - Tekstslide
Voor gebeurtenissen in het verleden die verband houden met het heden gebruik je de .....
A
Presente
B
Pretérito perfecto
C
Pretérito indefinido
D
Pretérito imperfecto
Slide 9 - Quizvraag
Voor gebeurtenissen in het heden gebruik je de .....
A
Presente
B
Pretérito perfecto
C
Pretérito indefinido
D
Pretérito imperfecto
Slide 10 - Quizvraag
Voor het beschrijven van de omstandigheden in een verhaal gebruik je de .....
A
Presente
B
Pretérito perfecto
C
Pretérito indefinido
D
Pretérito imperfecto
Slide 11 - Quizvraag
Voor gebeurtenissen waarvan niet belangrijk is wanneer ze plaatsvonden gebruik je de .....
A
Presente
B
Pretérito perfecto
C
Pretérito indefinido
D
Pretérito imperfecto
Slide 12 - Quizvraag
Voor gewoontes of herhaalde gebeurtenissen in het verleden gebruik je de .....
A
Presente
B
Pretérito perfecto
C
Pretérito indefinido
D
Pretérito imperfecto
Slide 13 - Quizvraag
Voor gebeurtenissen die op een bepaald moment in het verleden plaatsvonden gebruik je de .....
A
Presente
B
Pretérito perfecto
C
Pretérito indefinido
D
Pretérito imperfecto
Slide 14 - Quizvraag
Het signaalwoord "mañana" hoort bij de .....
A
Presente
B
Pretérito perfecto
C
Pretérito indefinido
D
Pretérito imperfecto
Slide 15 - Quizvraag
Het signaalwoord "ayer" hoort bij de .....
A
Presente
B
Pretérito perfecto
C
Pretérito indefinido
D
Pretérito imperfecto
Slide 16 - Quizvraag
Het signaalwoord "antes" hoort bij de .....
A
Presente
B
Pretérito perfecto
C
Pretérito indefinido
D
Pretérito imperfecto
Slide 17 - Quizvraag
Het signaalwoord "alguna vez" hoort bij de .....
A
Presente
B
Pretérito perfecto
C
Pretérito indefinido
D
Pretérito imperfecto
Slide 18 - Quizvraag
El pretérito indefinido
Voor gebeurtenissen die op een bepaald moment in het verleden plaatsvonden. Deze gebeurtenissen zijn afgesloten en hebben geen verband met het heden.
Slide 19 - Tekstslide
El pretérito indefinido
Wordt gebruikt voor een afgesloten periode in het verleden
Signaalwoorden:
Ayer
a los 5 años
en 2009
la semana pasada
Hemos aprendido en gente joven 2 unidad 2
Slide 20 - Tekstslide
El pretérito indefinido: verbos regulares
Slide 21 - Tekstslide
El pretérito indefinido: verbos irregulares
Slide 22 - Tekstslide
El pretérito imperfecto
voor beschrijvingen van personen of zaken uit het verleden.
Mi abuelo era alto y llevaba una barba blanca.
voor gewoontes of herhaalde gebeurtenissen in het verleden.
Yo antes iba todos los días a la piscina.
Slide 23 - Tekstslide
El pretérito imperfecto
Voor het beschrijven van personen of zaken in het verleden
Voor gewoontes of herhaalde gebeurtenissen in het verleden
Voor het beschrijven van de omstandigheden in een verhaal. Voor de gebeurtenissen gebruik je de indefinido of de perfecto, en voor de situaties waarin ze plaatsvinden de imperfecto.
Slide 24 - Tekstslide
El pretérito imperfecto: verbos regulares
Slide 25 - Tekstslide
El pretérito imperfecto: verbos irregulares
Solo hay tres verbos irregulares en el pretérito imperfecto :
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Video
Slide 28 - Video
Slide 29 - Video
Slide 30 - Tekstslide
Hacer ejercicos
werkboek página 17 número 2
werkboek página 20 número 7
El werkboek está en la planificación de itslearning en semana 5