Wat weet jij al over de Grieken, Romeinen
1 / 28
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Grieken
Slide 3 - Woordweb
Welke periode hoort er bij de Grieken?
A
800 v.Chr. – 150 v.Chr
B
800 v.Chr – 480 v.Chr
C
500 - 1000
D
753 v.Chr -476 n.Chr
Slide 4 - Quizvraag
Het hele Griekse rijk spreekt dezelfde taal
A
Nee
B
Ja
Slide 5 - Quizvraag
Archaïsche periode (800 v.Chr – 480 v.Chr)
Klassieke periode (480 v.Chr. – 323 v.Chr.)
Hellenistische periode (323 v.Chr. – 150 v.Chr.)
Slide 6 - Sleepvraag
Wat is een architraaf?
A
4
B
5
C
6
Slide 7 - Quizvraag
A
Korintische orde
B
Ionische orde
C
Dorische orde
Slide 8 - Quizvraag
Wat maakt de Griekse tempels optisch perfect?
A
De buitenste zuilen worden boller gemaakt
B
De buitenste zuilen worden dichter op elkaar geplaatst
C
De middelste zuilen worden dichter bij elkaar geplaatst
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Romeinen
Slide 11 - Woordweb
Waarom werden triomf bogen gebouwd?
A
Als binnenkomst van een stad
B
Overwinning van de keizer
C
Verheerlijking van de keizer
D
Om te laten zien hoe goed ze met steen konden bouwen
Slide 12 - Quizvraag
Wat is een Trompe l’oeil?
A
Een muurschildering
B
Schildering waarbij het lijkt alsof je verder kan kijken
C
Een landschap schildering
D
Een trompet
Slide 13 - Quizvraag
Tongewelf
Koepelgewelf
Kruisgewelf
Slide 14 - Sleepvraag
Waarom weten we nog veel over het leven van de Romeinen in de stad Pompeï?
A
Opgegraven uit klei
B
Het is goed bewaard gebleven
C
Uit oude geschriften
D
Vulkaan uitbarsting Vesuvius
Slide 15 - Quizvraag
Wat is er niet waar over Romeinse beeldhouwkunst?
A
Grieks origineel met een Romeinse portretkop
B
Propaganda, macht van de keizer uitstralen
C
Aandacht voor levens echte stofuitdrukkingen
D
Romeinen maakte alleen maar bustes
Slide 16 - Quizvraag
Waardoor is het Romeinse rijk gevallen?
A
Het Romeinse rijk word veroverd door de Christenen
B
Keizer Constantijn laat zich bekeren tot het Christendom
C
Geboorte van jezus
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Middeleeuwen
Slide 20 - Woordweb
Kunst staat in dienst van .....
A
De staat
B
De koning
C
De burgers
D
De christelijke kerk
Slide 21 - Quizvraag
Welke functies had de middeleeuwse beeldhouwkunst niet?
A
Educatieve functie
B
Gelovigen te imponeren
C
Ongeletterde ondersteunen in het Christelijke verhaal
D
Kunde van de kunstenaar laten zien
Slide 22 - Quizvraag
Wat is een reliëf?
A
Niet vrijstaand beeld, platte achterkant
B
3D sculptuur
C
Uitsnede/uitsparingen
Slide 23 - Quizvraag
A
Gotische kerkbouw
B
Romaanse kerkbouw
C
Romeinse basilica
D
Griekse tempel
Slide 24 - Quizvraag
Kenmerken romaanse kerkbouw
A
Hoog, decoratief, Latijns kruis, burcht gevoel
B
Groot, skeletbouw, veel ramen, goddelijk licht
C
Klein, compact, knus
D
Somber, groot, dikke muren, weinig ramen
Slide 25 - Quizvraag
Kenmerken gotische kerkbouw
A
De hoogte in, grote ramen, skeletbouw
B
Klein, burcht, knus, somber
C
Somber, groot, dikke muren weinig ramen
D
Groot, bombastisch, Latijns kruis
Slide 26 - Quizvraag
Wat is een fresco?
A
Een schildering
B
Een speciaal soort krijt
C
Een muurschildering gemaakt met kalk
