SPA A51 2022-02-01 DI

Actividad inicial
¿Has aprendido las construcciones? 
> seguir + ger.
> ponerse a + inf.
> volver a + inf.
> llevar a + inf.
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Actividad inicial
¿Has aprendido las construcciones? 
> seguir + ger.
> ponerse a + inf.
> volver a + inf.
> llevar a + inf.

Slide 1 - Tekstslide

Na de les, ga ik weer verder lezen in mijn favoriete boek.

Slide 2 - Open vraag

Is het je gelukt (indefinido) om je boek uit te lezen (uitlezen = terminar) gisteren?

Slide 3 - Open vraag

Juan is nog steeds zijn schrift aan het zoeken.

Slide 4 - Open vraag

Opeens begint iedereen (iedereen=todo el mundo) te dansen.

Slide 5 - Open vraag

OBJETIVOS DOELEN
Después de esta clase... Na deze les...

1. ...sé usar los pronombres posesivos tónicos y atónicos kan ik beiden typen bezittelijk voornaamwoorden gebruiken

Slide 6 - Tekstslide

Los pronombres posesivos Bezittelijk voornaamwoorden

Welke ken je al? 

Maak LT p. 71 ej. 4.

Slide 7 - Tekstslide

Pronombres posesivos
- haced y corregid: LE p. 37, ej. 1,2,3,4

- estudiad: LT p. 222

Slide 8 - Tekstslide

Pronombres posesivos
Kunnen ook zónder zelfstandig naamwoord gebruikt worden:

¿De quién es este estuche? Es el mío o el tuyo?
Van wie is deze etui? Is het die van mij of die van jou?

¿Me dejas tus libros? He olvidado traer los míos.
Mag ik je boeken lenen? Ik ben de mijne vergeten.

Slide 9 - Tekstslide

¡Manos a la obra!
- haced y corregid: LE p. 39 ej. 6


- estudiad: LT p. 76/77 bloques 2,3,4 (uitdrukkingen met infinitief/gerundio + bezittelijk voornaamwoorden)
- estudiad: vocabulario LT p. 222 + 223

Slide 10 - Tekstslide

Es el libro de Pablo y Isabel.
Es libro es ___.
A
su
B
suyo
C
sus
D
suyos

Slide 11 - Quizvraag

¿Ellas son ___ amigas?
A
vuestras
B
nosotras
C
mías
D
tuyas

Slide 12 - Quizvraag

Rosa y María pasan _______vacaciones en Italia.
A
suyos
B
suyo
C
suya
D
sus

Slide 13 - Quizvraag

Yo vivo con _______ tíos.
A
mi
B
mis
C
míos
D
mías

Slide 14 - Quizvraag

Creo que mi regalo de Navidad es estupendo. Y tú, ¿estás contento con ___?
A
el tu
B
tu
C
el tuyo
D
la tuya

Slide 15 - Quizvraag