Talent Grammatica deel 2

Talent Grammatica deel 2
bedrijvende lijdende zinnen + bn, psv, bzv, vz
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Talent Grammatica deel 2
bedrijvende lijdende zinnen + bn, psv, bzv, vz

Slide 1 - Tekstslide

Bedrijvende & Lijdende zinnen
       Bedrijvende zinnen zijn actief
                   (het onderwerp doet de actie)

        Lijdende zinnen zijn passief
                   (het onderwerp ondergaat de actie)

Slide 2 - Tekstslide

Bedrijvende & Lijdende zinnen
Bedrijvend: De hond speelt in het park.
Mijn zus schildert een prachtig landschap.
 
Lijdend: De klantenservice wordt verbeterd (door de gemeente). 
Op de kamers mag niet gerookt worden (door de klanten).

Slide 3 - Tekstslide

bn, psv, bzv, vz
Bijvoeglijk naamwoord: een woord dat iets zegt over een zelfstandig naamwoord, staat vaak ervoor.
Persoonlijk voornaamwoord: een woord dat verwijst naar een persoon of groep personen.
Bezittelijk voornaamwoord: geeft bezit aan vaak van een persoon, dier of ding.
Voorzetsel:  woorden die een verband leggen (denk aan kast).

Slide 4 - Tekstslide

bn, psv, bzv, vz
Bijvoeglijk naamwoord: een mooi huis, een groot gebouw, een klein kind, een zware tas, een snelle auto, een nieuw boek ...
Persoonlijk voornaamwoord: ik, je, u, hij, haar, het, ons, jullie, hen ...
Bezittelijk voornaamwoord: mijn, jouw, je, uw, zijn, haar, onze, jullie, uw, hun ...
Voorzetsel:  voor, met, aan tijdens, in, ondanks, vanwege, in, op, naast, ...

Slide 5 - Tekstslide

Bedrijvend of Lijdend?
De jongen werd geslagen door zijn buurmeisje.
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 6 - Quizvraag

Bedrijvend of lijdend?
Door de overheid werd een vuurwerkverbod afgegeven.
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 7 - Quizvraag

Van bedrijvend naar lijdend:
De vijand had de officieren gevangengenomen.
A
De officieren hadden de vijanden gevangengenomen.
B
Gevangengenomen had de vijand de officieren.
C
De vijand had gevangengenomen.
D
De officieren waren door de vijand gevangengenomen.

Slide 8 - Quizvraag

Bedrijvend of lijdend?
Het eindexamen is erg moeilijk.
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 9 - Quizvraag

Bedrijvend of lijdend?
De leerling gaf de docent het antwoordblad.
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 10 - Quizvraag

Bedrijvend of lijdend?
De vuurpijl zou afgeschoten worden.
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 11 - Quizvraag

Bedrijvend of lijdend:
Ik wil me kunnen concentreren op mijn werk.
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 12 - Quizvraag

Bedrijvende of lijdende zin?
De leerlingen maken de grammaticatoets.
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 13 - Quizvraag

Bedrijvend of lijdend?
Het eindexamen wordt door de overheid verplicht.
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 14 - Quizvraag

Bedrijvende of lijdende zin?
De bal wordt geschopt.
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 15 - Quizvraag

Maken in je boek:
Werkboek B  >  4.7  >  opdracht 1 + 11
Alleen bn, psv, bzv, vz

Slide 16 - Tekstslide