Als straling op een voorwerp valt, kan de straling worden doorgelaten (licht die op een glazen ruit valt b.v.b).
Een voorwerp kan de straling ook absorberen ( licht dat op een dik zwart gordijn valt b.v.b )
Iets vergelijkbaars gebeurt bij het maken van een röntgenfoto.
Een röntgenapparaat stuurt röntgenstraling door een lichaamsdeel van de patiënt.
De botten absorberen de straling bijna helemaal.
De spieren en vetweefsel laten de straling door.