Commercieel 2 module 16

• Economie en Ondernemen
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Agenda 13-12

• Even herhalen... 
• Start boekje 16 Verkopen en afrekenen - Praktische opdracht verkoopgesprek > periode 3
• Volgende week herhalen en voorbereiden examen boekjes 12 t/m 16

Even herhalen 3A

Herhalen

Wat betekent derving?

Verkoopzwakke/verkoopsterke zone

Winkelformule

Huisstijl

Brandpunt

Fifo/Lifo

Even herhalen 3B

Herhalen 

Wat betekent derving?

Verkoopzwakke/verkoopsterke zone

Winkelformule

Huisstijl

Brandpunt

Attentiewaarde

Fifo/Lifo

Leerdoelen taak 2- De kassa bedienen

In deze taak leer je:

welke functies een kassa heeft

welke toetsen er op een kassa zitten en waarvoor je deze gebruikt

wat je moet doen als een klant een product wil ruilen.

digitaal.boomonderwijs.nl

digitaal.boomonderwijs.nl

digitaal.boomonderwijs.nl

Aan de slag boekje 16

Taak 2: Maak opdrachten 2, 3, 5, 7, 9 en 10

Klaar? Ga verder met taak 3

Taak 3: Maak opdrachten 2 t/m 7 en 10

Leerdoelen taak 3: Betalen en afrekenen

In deze taak leer je:

hoe je betaalt en afrekent in een winkel 

de afrekenregels 

verschillende betalingsvormen

op de juiste wijze wisselgeld teruggeven bij contante betaling

wat afromen betekent

wat derving betekent en hoe dit ontstaat.

digitaal.boomonderwijs.nl

digitaal.boomonderwijs.nl

digitaal.boomonderwijs.nl

Belangrijke begrippen

Afromen

Gedeelte van het geld uit de kassa halen en in de kluis doen.

Derving kassa

Vals geld of als er iets misgaat bij het pinnen of betalen met creditcard.

Betalingsvormen 

Aan de slag boekje 16

Taak 3: Maak opdrachten 2 t/m 7 en 10

Klaar? Ga verder met taak 4

Taak 4: Opdracht 2 t/m 5, 7, 8 en 10

Let op uitleg opdracht 7 formulier kassadagstaat

Leerdoelen taak 4 - De kassa opmaken

In deze taak leer je:

hoe een kassastaat ingevuld moet worden

hoe je de kassa opmaakt

wat een foutbon is.

Taak 4 opdracht 7

Kassaopmaakstaat

Tellen hoeveel contact geld er werkelijk in de kassa zit.

Foutbon

Een bedrag teveel aangeslagen op de kassa.

Dagomzet

afzet × verkoopprijs = omzet

Berekenen door kassaopmaakstaat te maken.

Kassaopmaakstaat

• Beginsaldo kassa X1 bon
• Eindsaldo kassa X2 bon
• Kasverschil
  

Aan de slag boekje 16

Taak 4: Opdracht 2 t/m 5, 7, 8 en 10

Let op uitleg opdracht 7 formulier kassadagstaat

Klaar? Ga aan de slag met de oefentoets en de begrippentrainer

Taak 4 opdracht 7

Kassaopmaakstaat

• Nulbon

• Retourbon
• Foutbon
• Waardebonnen

Dagrapport

• Aantal klanten
• Dagomzet
• X-bon
• Z-bon
  

Waarom doen winkels aan afromen?

Afstorten

Het naar de bank brengen van geld.