In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Bevolking BB 148 t/m 162
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelvragen van deze les
Wat is de definitie van demografie?
Wat is er in een bevolkingsdiagram af te lezen?
Waardoor kan de bevolkingsgroei beinvloed worden?
Wat is de reden voor het gebruik van sterfte- en geboortecijfer?
Hoe noem je het verschil tussen het sterfte- en geboortecijfer?
Hoe wordt de groei van de bevolking berekend?
Slide 2 - Tekstslide
Demografie
Definitie:
Grieks: dèmos = volk
graphoo = beschrijven
De demografie beschrijft statistisch de samenstelling van een bevolking naar ras, nationaliteit, leeftijdsopbouw, beroep, etc
Slide 3 - Tekstslide
Natuurlijke bevolkingsgroei
Geboortecijfer
Het aantal geboorten per 1000 inwoners/ jaar
aantal strefgevallen : aantal inwoners x 1.000 = geboortecijfer
Het getal wordt in promile ‰ uitgedrukt.
geboortecijfer is een relatief getal. Relatief is een gemiddelde waardoor het makkelijk is om landen met elkaar te vergelijken. Is het geboortecijfer hoger dan het sterftecijfer spreek je van een geboorte overschot.
Nederland: 10,9 geboorten/1000 inwoners
Indonesie: 16,2 geboorten/1000 inwoners
Geboorte - Sterfte =
Geboorte - sterft = natuurlijke bevolkingsgroei
Wanneer er meer kinderen geboren worden dat dat er mensen dood gaan, noem je dit een geboorteoverschot.
Wanneer er meer mensen doodgaan dan kinderen geboren worden, noem je dit een sterfteoverschot.
Sterftecijfer
Het aantal sterftevallen per 1000 inwoners/ jaar.
aantal strefgevallen : aantal inwoners x 1.000 = sterftecijfer
Het getal wordt in promile ‰ uitgedrukt.
Sterftecijfer is een relatief getal. Relatief is een gemiddelde waardoor het makkelijk is om landen met elkaar te vergelijken. Is het sterftcijfer hoger dan het geboortecijfer spreek je van een sterfteoverschot.
Nederland 8,9 sterfgevallen/1000 inwoners
Indonesie 6,5 sterfgevallen/1000 inwoners
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Bevolkingsdiagram
Ouderen
Aan de bevolkingsdiagram van Indonesie is te zien dat de groepen van van hoge leeftijd erg klein zijn. De afname van ouderen begint al bij 65. Dit betekend dat de mensen niet heel erg oud worden. de levensverwachting in Indonesie is ook maar 69 jaar. Dit komt door de slechte basisbehoeften, bijvoorbeeld de zorg. Een kleine oudere bevolking noemen ze ook wel een lage grijze druk.
Jongeren
De grootste groepen zijn 14 tot 0 jaar. Er zijn veel kinderen geboren en de gezinnen zijn groot. De oorzaken hiervan zijn, goddienst, bij verschillende goddientsen zijn voorbehoedsmiddelen verboden en de basisbehoeften, deze zijn niet geweldig, daardoor sterven er regelmatig babies (kindersterfte) of kinderen. Een jonge bevolking is goed voor de toekomstige economie. Grote jonge bevolking noemen ze ook wel dat er een hoge groene druk is.
0-4 jaar
Maar aan de laatste staaf van 0-4 jaar is een daling te zien. Dit komt omdat er steeds bewuster voor kinderen gekozen wordt. Ze hebben bijvoorbeeld toegang tot voorbehoedsmiddelen. Ze krijgen langer onderwijs en cariere maken waardoor later kinderen geboren worden. Daarnaast zijn grote gezinnen niet meer nodig vanwege de beterwordende basisbhoeften.
Bevolkingsdiagram
In een bevolkingsdiagram is af te lezen hoeveel mensen er zijn per geslacht (man/vrouw) en de leefdtijd van 0 tot 100 in een land wonen. Hier gaat het om abslolute cijfers. In dit diagram is de bevolking van indonesie weergegeven. Ze noemen deze vorm ook wel een piramidevorm. dit staat gelijk aan een snelgroeiende bevolking, hoge groene druk en een lage grijze druk.
Werkende
In de bevolkingsdiagram is er ook te zien dat er een grote groep tussen 15 de 44 jaar oud zijn. Dit is de leeftijd waar de meeste mensen werken. Dit betekend dat de beroepsbevolking in indonesie vrij groot is. Een bevolking die veel werkt veel, betekend dat de econimie snel groeit.
Slide 6 - Tekstslide
Wat zien we?
We zien hier een grafiek, waarop de bevolkingsgroei van landen te zien is. Elk land is de bevolkingsgroei anders.
Reden?
In China en India is de bevolkingsgroei erg snel. In deze landen worden veel kinderen geboren. Dat zie je doordat de lijn is vrij steil stijgt. In tegenstelling tot China of India, groeit Duitsland en Italie vrij langzaam, er overlijden bijna net zoveel mensen dat er babies geboren worden. Dit zie je doordat de lijn vrij vlak is. In de toekomst zal de bevolkingsgroei afnemen. Dit komt doordat er steeds minder kinderen geboren worden en veel oude mensen overleiden. Dit noemen ze samen de natuurlijke bevolkingsgroei.
Slide 7 - Tekstslide
Door welke redenen zijn er verschillen in bevolkingsgroei per land?
Slide 8 - Open vraag
Sociale bevolkingsgroei
Emigatiecijfer
Het aantal mensen dat definitief uit een land vertrekt per 1000 inwoners/ jaar.
Emigratiecijfer is een relatief getal. Relatief is een gemiddelde waardoor het makkelijk is om landen met elkaar te vergelijken
Immigratiecijfer
Het aantal mensen dat zich in een land definitief heeft gevestigd per 1000 inwoners/ jaar.
Immigratiecijfer is een relatief getal. Relatief is een gemiddelde waardoor het makkelijk is om landen met elkaar te vergelijken
Emigratie - Immigratie =
Emigratie - Immigratie = migratiesaldo
Slide 9 - Tekstslide
Natuurlijke bevolkingsgroei
Emigratiecijfer
Geboortecijfer
Sterftecijfer
Immigratiecijfer
Migratiesaldo
Totale bevolkingsgroei
Slide 10 - Sleepvraag
Demografisch transitiemodel
Slide 11 - Tekstslide
Wat is geen kenmerk van fase 2 van het demografisch transitiemodel?
A
het geboortecijfer daalt
B
het sterftecijfer daalt
C
de bevolkingsomvang neemt toe
D
er is minder kindersterfte
Slide 12 - Quizvraag
Aan het eind van welke fase van het demografisch transitiemodel is het geboorteoverschot het grootst?
A
Fase 1
B
Fase 2
C
Fase 3
D
Fase 4
Slide 13 - Quizvraag
De bevolkingsgrafiek van een land geeft een aanwijzing over zijn positie in het demografisch transitiemodel en zegt ook iets over de ontwikkelingsgraad.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quizvraag
Bij welke fase van het demografisch transitiemodel begint het geboortecijfer te dalen?
A
Fase 1
B
Fase 2
C
Fase 3
D
Fase 4
Slide 15 - Quizvraag
Bekijk de leeftijdsdiagram van India. In welke fase van het demografisch transitiemodel zit deze leeftijdsdiagram?
A
Fase 1
B
Fase 2
C
Fase 3
D
Fase 4
Slide 16 - Quizvraag
Bij welke fase van het demografisch transitiemodel past de volgende bevolkingsdiagram?
A
fase 1
B
fase 2
C
fase 3
D
fase 4
Slide 17 - Quizvraag
Welke fase van het transitiemodel?
A
2
B
3
C
4
D
5
Slide 18 - Quizvraag
Welke fase van het transitiemodel?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 19 - Quizvraag
Leerdoelen
soorten migratiestromen
Wat is een emigrant en een immigrant
Om welke redenen verhuizen mensen
Slide 20 - Tekstslide
Immigratie & Emigratie
Buitenlandse migratie: verhuizen naar het buitenland
Immigratie: in een land komen wonen
Emigratie: uit een land vertrekken
Redenen om ergens naartoe te gaan: pullfactor
Redenen om ergens weg te gaan: pushfactor
Slide 21 - Tekstslide
Binnenlandse migratie:
verhuizen binnen land
Buitenlandse migratie:
verhuizen naar een ander land
Slide 22 - Tekstslide
Carlos = emigrant
Iemand die zijn land verlaat en zich in een ander land vestigt.
Slide 23 - Tekstslide
Carlosin VS = Immigrant
Iemand die een land binnenkomt en zich daar vestigt.
Sociale bevolkingsgroei: de groei in een land door migratie.
Natuurlijke bevolkingsgroei: de groei in een land door geboorten.
Slide 24 - Tekstslide
Welke redenen zijn er om uit een land te verhuizen ?
Slide 25 - Open vraag
Redenen om te migreren:
Economisch:geen werk hebben en/of leven in armoede (arbeidsmigrant)