les 5: De zorg rond moeder en kind

De zorg rond moeder en kind
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

De zorg rond moeder en kind

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De zwangere patiënt en de bevalling
Les 1  --> De normale zwangerschap

Les 2 --> Complicaties tijdens de zwangerschap 

Les 3 --> De normale bevalling 

Les 4 --> Complicaties tijdens de bevalling

Les 5 --> De zorg rondom moeder en kind

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De ziekenhuis module
Algemene leerdoelen
  • Jij bent in staat om specifieke verpleegkundige zorg uit te voeren in het proces van opname tot ontslag en zorg te dragen voor jouw taken en verantwoordelijkheden als verpleegkundige.  
  • Jij bent in staat om voor een patiënt postpartum zorg te dragen.
  • Jij bent in staat om klinisch redeneren toe te passen in het ziekenhuis.  
  • Jij kan de patiënt voorlichting, advies en instructie geven, passend bij het ziektebeeld, aandoening of onderzoek.   
  • Jij kan een patiënt begeleiden tijdens onderzoeken en behandelingen ten behoeve van diagnostiek. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deelopdracht: de zwangere patiënt en de bevalling
  • Kan je de patiënt en zijn naasten begeleiden tijdens het gehele zorgtraject van opname tot ontslag.
  • Kan je de patiënt voorlichting geven betreft de bevalling en de meest voorkomende complicaties.
  • Heb je kennis van de meest voorkomende indicaties, complicaties en aandachtspunten voor het begeleiden van een kraamvrouw gedurende een ziekenhuisopname.
  • Kan je assisteren tijdens een bevalling.
  • Kan je de zorg rondom moeder en kind monitoren en begeleiden.
  • Kan je de kraamvrouw en haar naasten begeleiden bij de verzorging van het kind.  

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na de les:
  • Kun je de meest voorkomende indicaties en complicaties bij kraamvrouwen beschrijven en benoemen
  • Kun je aandachtspunten en adviezen formuleren voor de begeleiding van de kraamvrouw en haar naasten.
  • Kun je de zorg rondom moeder en kind monitoren en vertalen naar een duidelijke overdracht

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Controles moeder & kind
Moeder                                                                                   Kind
Stand baarmoeder                                                            Ademhaling
Bloedverlies / vloeien                                                       Kleur
Pols                                                                                           Temperatuur
Urineren / ontlasting                                                         Drinken
Perineum en hechtingen                                                 Misselijkheid
Borsten                                                                                     Navelstomp
Benen                                                                                        Urineren / lozen meconium

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe te handelen bij een dreigende fluxus
  • Vrouw niet alleen laten
  • Verloskundige of 112 bellen
  • Vitale functies bewaken
  • Vrouw laten plassen op de po
  • Iets kouds / ijscompres op de buik leggen
  • Baby aan de borst leggen
  • Hoofd omlaag en benen omhoog


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overige
Blaas: urineren, pijnklachten
Buik: ontlastingspatroon, eventueel wond
Benen: observeren van signalen van trombose
Roodheid
Zwelling
Warmte


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Pathologische Icterus

Binnen 2 dagen geel zien of na 7 dagen: risico kernicterus!
Wanneer de bilirubine in hoge concentratie aanwezig is kan dit in hersencellen beschadiging geven (geestelijke achterstand, dood)
Fototherapie (licht) / biliblanket (kan ook thuis) /wisseltransfusie

Fysiologische Icterus


Oorzaken
  • Afbreken van teveel aan rode bloedcellen
  • Onrijpe lever bij bv vroeggeboorte
  • Leverafwijking / stofwisselingsziekte
  • Slechte APGAR
  • Verwonding bij de geboorte

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel uur slaapt een pasgeborene?
A
14 uur
B
24 uur
C
18 uur
D
12 uur

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Faeces is een ander woord voor
A
eerste ontlasting van een pasgeborene
B
Creme
C
Urine
D
Ontlasting

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel bedraagt de lichaamstemperatuur van de pasgeborene bij de geboorte?
A
37°C
B
39°C
C
34°C
D
36°C

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gemiddeld  3500 gram, 50 cm, hartslag tussen 110 - 150 slagen per minuut, ademhaling 30 - 40 per minuut

volwassenen = 60 tot 100 slagen per minuut hartslag
ademhaling 12-20 ademhaling per minuut

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Caput succadenum
2. Cefaal hematoom
3. Subgaleale bloeding

Slide 24 - Sleepvraag

Caput succadenum: zwelling op schedel door druk tijdens baring
Cefaal hematoom: bloeding tussen schedelbot en botvlies
Subgaleale bloeding: bijv t.g.v vacuum extractie 
Harlekijn
syndroom
Mongolenvlek
Ooievaarsbeet
Mila
Aardbeienvlek
Heksenmelk

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn andere problemen bij prematuren ?

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe herken je een infectie bij een pasgeborene ?
A
Slecht drinken, kreunen en grauw zien
B
Te hoge of te lage lichaamstemperatuur
C
Niet goed kunnen ademhalen
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Jij werkt op de kraamafdeling
Casus 1:   Pre-eclampsie en HELLP-syndroom
Casus 2:   Zwangerschapsdiabetes en macrosomie
Casus 3:   Placentia Praevia en Fluxus Postpartum
Casus 4:   Vroegtijdige weeën en Hyperemesis Gravidarum
Casus 5:   Schouderdystocie en navelstrengomstrengeling

Lees de casussen goed door. Beschrijf in begrijpelijke taal wat het ziektebeeld inhoudt. Volg alle stappen van klinisch redeneren.
Schrijf daarna een overdracht naar de kraamzorg en bewaar dit in een Word-document.
Je levert dit Word-document vóór woensdag 11 december 2024 0.00 uur in via de mail in. 

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Casus 1: Pre-eclampsie en HELLP-syndroom
Achtergrondinformatie:
Mevrouw Ahmadi, 34 jaar, is zwanger van haar tweede kind. Bij 33 weken zwangerschap werd ze opgenomen in het ziekenhuis vanwege een hoge bloeddruk (180/110 mmHg), eiwit in de urine (proteinurie) en klachten zoals hoofdpijn en wazig zien. Ze ontwikkelde een ernstige complicatie, het HELLP-syndroom, met verhoogde leverwaarden (hepatische enzymen) en een laag aantal bloedplaatjes (trombocytopenie).
Verloop bevalling:
Vanwege de verslechterende situatie van moeder en baby werd bij 34 weken zwangerschap een spoedkeizersnede uitgevoerd. De baby, een jongen van 2150 gram, had Apgar-scores van 6, 8 en 9 en werd opgenomen op de afdeling neonatologie.
Bijzonderheden postpartum:
De moeder heeft medicatie gekregen om haar bloeddruk te stabiliseren (labetalol). Haar leverwaarden verbeteren, maar ze heeft nog lichte hoofdpijn en is emotioneel van slag door de heftige ervaring.

Schrijf een overdracht waarin je aandacht besteedt aan de herstelbehoeften van moeder, haar emotionele toestand, en eventuele zorg voor de baby.





Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Casus 2: zwangerschapsdiabetes en macrosomie
Achtergrondinformatie:
Mevrouw De Vries, 29 jaar, is zwanger van haar eerste kind. Bij 26 weken zwangerschap kreeg zij de diagnose zwangerschapsdiabetes (diabetes gravidarum). Dit werd behandeld met insuline en een aangepast dieet. Tijdens de controles bleek dat het kind groot was voor de duur van de zwangerschap (macrosomie).
Verloop bevalling:
Bij 38 weken werd de bevalling ingeleid. Na 14 uur in de weeën stopte de ontsluiting (niet-vorderende ontsluiting), en een keizersnede werd uitgevoerd. Het meisje woog 4300 gram bij de geboorte en had Apgar-scores van 7, 8 en 9.
Bijzonderheden postpartum:
De moeder herstelt langzaam van de operatie. Ze heeft een wond van de keizersnede die extra zorg nodig heeft. Daarnaast heeft ze lichte borstontsteking (mastitis). Het kind had na de geboorte een lage bloedsuiker (hypoglykemie), maar is inmiddels stabiel.


Maak een overdracht met aandacht voor de wondzorg bij de moeder, de diabetes, en het voedingsadvies voor de baby.




Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Casus 3: Placentia Praevia en fluxus postpartum
Achtergrondinformatie:
Mevrouw Yildiz, 36 jaar, is zwanger van haar derde kind. Bij haar was een voorliggende placenta (placenta praevia) vastgesteld. Bij 34 weken zwangerschap kreeg zij een ernstige bloeding (antepartum hemorragie). Daarom werd besloten tot een geplande keizersnede bij 36 weken.
Verloop bevalling:
Tijdens de operatie trad een hevige bloeding na de bevalling op (fluxus postpartum), met een bloedverlies van 2500 ml. Mevrouw kreeg een bloedtransfusie en medicatie om de baarmoeder te laten samentrekken (uterotonica). Het kind, een jongen van 2700 gram, had Apgar-scores van 8, 9 en 10.
Bijzonderheden postpartum:
De moeder heeft een laag hemoglobinegehalte (anemie, Hb 5.8 mmol/L) en is erg moe. Ze gebruikt ijzertabletten en probeert borstvoeding te geven, maar dat gaat nog moeizaam.


Schrijf een overdracht waarin je het herstel van de moeder bespreekt, inclusief haar anemie en begeleiding bij de borstvoeding.




Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Casus 4: Vroegtijdige weeën en Hyperemesis gravidarum
Achtergrondinformatie:
Mevrouw Verhoeven, 25 jaar, is zwanger van haar eerste kind. Vanaf 8 weken zwangerschap had zij last van ernstige misselijkheid en overgeven (hyperemesis gravidarum), waarvoor ze meerdere keren in het ziekenhuis is opgenomen. Bij 29 weken zwangerschap begonnen vroegtijdige weeën (premature weeën), die met weeënremmers werden gestopt.
Verloop bevalling:
Bij 37 weken zwangerschap beviel mevrouw spontaan van een meisje van 2900 gram. De bevalling verliep snel en zonder complicaties.
Bijzonderheden postpartum:
De moeder voelt zich uitgeput door de lange periode van misselijkheid en de spanningen rondom de vroegtijdige weeën. Het kind doet het goed, maar heeft wat moeite met aanhappen bij de borstvoeding.


Stel een overdracht op waarin je aandacht besteedt aan het emotionele herstel van de moeder en het ondersteunen van de borstvoeding.




Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Casus 5: Schouderdystocie en navelstrengomstrengeling
Achtergrondinformatie:
Mevrouw Peters, 31 jaar, is zwanger van haar tweede kind. Bij 39 weken zwangerschap beviel zij van een jongen. Tijdens de bevalling trad een schouderdystocie op, waarbij de schouders van de baby vast kwamen te zitten. Dit werd opgelost door de gynaecoloog.
Verloop bevalling:
De baby had een navelstrengomstrengeling, waardoor zijn ademhaling na de geboorte traag op gang kwam. Reanimatie was nodig. De jongen woog 3700 gram en had Apgar-scores van 4, 7 en 8.
Bijzonderheden postpartum:
De moeder heeft een ernstige scheur in het perineum (graad 3 ruptuur), waarvoor hechtingen zijn geplaatst. Ze voelt zich angstig en heeft moeite met het verwerken van de heftige bevalling. De baby is stabiel, maar heeft een lichte voorkeurshouding (plagiocefalie).

Schrijf een overdracht waarin je ingaat op de mentale toestand van de moeder, het herstel van het perineum, en de zorg voor de voorkeurshouding van de baby.





Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na deze deelopdracht:
  • Kan je de patiënt en zijn naasten begeleiden tijdens het gehele zorgtraject van opname tot ontslag
  • Kan je de patiënt voorlichting geven betreft de bevalling en de meest voorkomende complicaties.
  • Heb je kennis van de meest voorkomende indicaties, complicaties en aandachtspunten voor het begeleiden van een kraamvrouw gedurende een ziekenhuisopname.
  • Kan je assisteren tijdens een bevalling
  • Kan je de zorg rondom moeder en kind monitoren en begeleiden.
  • Kan je de kraamvrouw en haar naasten begeleiden bij de verzorging van het kind.

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na de les:
  • Kun je de meest voorkomende indicaties en complicaties bij kraamvrouwen beschrijven en benoemen.
  • Kun je aandachtspunten en adviezen formuleren voor de begeleiding van de kraamvrouw en haar naasten.
  • Kun je de zorg rondom moeder en kind monitoren en vertalen naar een duidelijke overdracht.

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies