§2 tekstverbanden en signaalwoorden (1)

Lesplanning

* 10 min. lezen in je leesboek
* uitleg theorie
* oefeningen
* huiswerk en opdrachten vorige les bespreken


Lesdoel

Aan het eind van de 
les kan/weet ik:
* chronologisch, concluderend, opsommend, samenvattend, tegenstellend en toelichtend verband in een tekst herkennen a.d.h.v. signaalwoorden.
* verbanden binnen een tekst en relaties tussen teksten beoordelen.
timer
10:00
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Lesplanning

* 10 min. lezen in je leesboek
* uitleg theorie
* oefeningen
* huiswerk en opdrachten vorige les bespreken


Lesdoel

Aan het eind van de 
les kan/weet ik:
* chronologisch, concluderend, opsommend, samenvattend, tegenstellend en toelichtend verband in een tekst herkennen a.d.h.v. signaalwoorden.
* verbanden binnen een tekst en relaties tussen teksten beoordelen.
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Tekstverbanden
Schrijf op in je schrift:
  1. Waarom worden tekstverbanden gebruikt?
  2. Schrijf min. 3 tekstverbanden op die je nog weet van vorig jaar. 
timer
1:30

Slide 2 - Tekstslide

Tekstverband
Woorden, zinnen en alinea's hangen met elkaar samen in een tekst.

Een tekst is beter te begrijpen als je weet wat de delen met elkaar te maken hebben. 

Je herkent de samenhang (het verband) tussen woorden, zinnen en alinea’s aan signaalwoorden.

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 1
We maken samen opdracht 1 op blz. 10. 

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht
We maken opdracht 6 en 7. Je mag zachtjes met elkaar overleggen.
timer
15:00

Slide 5 - Tekstslide

Huiswerk
Maandag 18-09:
Maken Cursus lezen paragraaf (par.) 1, digitaal.

Log in op Magister, ga naar elo - leermiddelen. Daar vind je een link naar de digitale omgeving van Nieuw Nederlands.

Slide 6 - Tekstslide

Welke vragen heb je nog?

Slide 7 - Open vraag

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 8 - Open vraag

Ik kan chronologisch, concluderend, opsommend, samenvattend, tegenstellend en toelichtend verband in een tekst herkennen a.d.h.v. signaalwoorden.
0 = echt (nog) niet / 10 = absoluut wel
010

Slide 9 - Poll

Hoe vind je zelf dat je gewerkt hebt?
😒🙁😐🙂😃

Slide 10 - Poll