In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 10 min
Onderdelen in deze les
2.3 romeinse republiek quiz vragen
Slide 1 - Tekstslide
Deze les
AAN DE SLAG MET DE WEEKTAAK
H2 §3 vr. 1, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 10, 11
(maak de vragen online of in je schrift)
QUIZZZZZZ
Slide 2 - Tekstslide
monotheïsme is:
A
mensen geloven in meerdere goden
B
een ander woord voor jodendom
C
de godsdienst van de Romeinen
D
mensen die geloven in één god
Slide 3 - Quizvraag
Waarom was de Nijl voor het oude Egypte zo belangrijk?
A
Dankzij de jaarlijkse overstroming was de strook grond langs de Nijl vruchtbaar
B
De Nijl vormde een natuurlijke grens die Egypte beschermde tegen invallen van andere volkeren.
C
De Nijl was zo rijk aan vis dat er in Egypte een samenleving ontstond van jager-verzamelaars die in steden leefden.
Slide 4 - Quizvraag
Wat is ostracisme?
A
het verbannen van criminelen
B
het verbannen van mensen die de democratie bedreigden
C
het breken van potten om scherven te krijgen
D
het voorkomen van machtsmisbruik
Slide 5 - Quizvraag
Hoe is Socrates gestorven?
A
Door het drinken van de gifbeker
B
Door een auto-ongeluk
C
Door een hartaanval
D
Door ouderdom
Slide 6 - Quizvraag
Dat Socrates een beker met gif moest drinken, was een ... van de kritische vragen die Socrates aan de mensen stelde.
A
oorzaak
B
gevolg
Slide 7 - Quizvraag
Wie was een bekende leerling van Socrates?
A
Plato
B
Aristoteles
Slide 8 - Quizvraag
Welke opmerking over de handel in Egypte is juist?
A
De Nijl was nadelig voor de handel, want de stroming van de rivier maakte handelen tussen de ene en de andere oever erg lastig.
B
Overal langs de Nijl ontstonden plaatsen, waar mensen bij elkaar kwamen om te ruilen.
C
Vanwege de grote opbrengsten kwam er steeds minder werk voor de handelaren, omdat iedereen zelf genoeg had.
D
Geen van de genoemde opmerkingen over de handel in Egypte is juist.
Slide 9 - Quizvraag
Wat betekent consul?
A
Belangrijkste bestuurder en legeraanvoerder in de Romeinse republiek
B
Belangrijkste bestuurder in de Romeinse republiek
C
De rijkste en belangrijkste man in Barneveld
D
Hoogste bestuurder in het Romeinse keizerrijk
Slide 10 - Quizvraag
Waarom veranderde het Romeinse Rijk van een republiek in een keizerrijk ?
A
Het volk had liever een keizer dan de senaat.
B
De senaat werd geleidelijk opgeheven omdat de senatoren in het westen oorlog aan het voeren waren.
C
Generaals werden machtiger dan de senaat . Burgeroorlogen werden gevoerd door hen om alleenheerser te worden en de senaat buiten spel te zetten.
D
Senatoren werden steeds armer doordat zij meer belasting moesten betalen om de oorlogen te kunnen bekostigen. Doordat de senaat zwakker werd konden alleenheersers zichzelf tot keizer benoemen.
Slide 11 - Quizvraag
Wat zou je een indirecte oorzaak kunnen noemen voor het verdwijnen van de republikeinse staatsvorm in Rome?
A
De burgeroorlogen en grootschalige conflicten die de laatste twee eeuwen v.C. het Romeinse Rijk teisterden
B
De machtsgreep van Caesar
C
De overwinningen van Augustus, die na het verslaan van de verdedigers van de republiek alle macht naar zich toetrok
D
Het systeem van patronage, dat ervoor zorgde dat machtige mannen steeds meer macht naar zich toe konden trekken en daarbij met elkaar in conflict kwamen
Slide 12 - Quizvraag
Van wanneer tot wanneer was de Romeinse Republiek
A
753 v.Chr. tot 509 v.Chr.
B
753 v.Chr. tot 27 v.Chr.
C
509 v.Chr. tot 27 v.Chr.
D
753 v.Chr. tot het jaar 476.
Slide 13 - Quizvraag
Hoeveel Consuls waren er in de Romeinse Republiek?
A
Één
B
Twee
C
Drie
D
Vier
Slide 14 - Quizvraag
Wie zaten er in de senaat van de Romeinse Republiek?
A
Alle mannelijke Romeinse burgers
B
Rijke en belangrijke Romeinse mannen.
C
Alle Romeinse burgers
D
Consuls
Slide 15 - Quizvraag
Wie horen er niet binnen de Romeinse republiek?
A
Consul
B
Senator
C
Keizer
D
Koning
Slide 16 - Quizvraag
De Romeinse republiek werd bestuurd door....
A
Magistraten
B
Niemand
C
Keizers
D
Het leger
Slide 17 - Quizvraag
Hoe kwam je NIET aan het Romeins burgerrecht
A
Door geboorte (minimaal een van de ouders was geboren Romein)
B
Je werd als slaaf door je eigenaar vrijgelaten en kreeg het burgerrecht.
C
Door in Rome te gaan wonen en werken
D
Door 25 jaar lang in het Romeinse leger te dienen.
Slide 18 - Quizvraag
Zet de onderstaande cijfers in de juiste tijdsvolgorde:
1 Caesar maakt een eind aan de macht van de senaat en wordt alleenheerser. 2 De stadstaat Rome is een koninkrijk. 3 Germaanse stammen dringen het Romeinse rijk binnen. 4 Het Romeinse rijk wordt een keizerrijk. 5 Rome wordt een republiek onder leiding van de senaat.