H5 W47

Woche 47 US1
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Woche 47 US1

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Retrieval practice: Was weißt du noch?

Erzähle auf Deutsch deinem Nachbarn oder deiner Nachbarin eine Sache die du am Wochenende erlebt hast.

Slide 3 - Tekstslide

Programm
  • Anfangsaufgabe (10 Min.)
  • Vokabeln Kapitel 8 besprechen (10  Min.)
  • Gesprächsfertigkeit (30 Min.)
Ziele
Ich weiß was mich bei der Prüfung erwartet







Slide 4 - Tekstslide

Nimm Seite 56 dazu

Slide 5 - Tekstslide

Wähle das richtige Wort (K8)
angreifen, auslösen, bewältigen, entziehen, gründen, taugen, vorweisen
  1. Einige musikalische Schüler möchten eine neue Schulband ______.
  2. Wir haben unsere eigene Methode, um den Stress zu _______.
  3. Da sie den Feuerwaffenpass nicht ______ konnte, wurde ihre Waffe beschlagnahmt.
  4. Ich hatte keine Ahnung, was ich mit dieser Bemerkung alles ______ würde.
  5. Wenn sie uns ohne Grund ________, dann müssen wir uns natürlich wehren.

Slide 6 - Tekstslide

Woche 47 US2 

Slide 7 - Tekstslide

Retrieval practice: Was weißt du noch?
Welche Funktionen haben folgende Signalwörter?
Es darf auf Niederländisch
  1. aber
  2. weil
  3. allerdings
  4. während
  5. sogar
  6. wenn
  7. und
  8. auch 

Slide 8 - Tekstslide

  • aber - 
  • geeft een tegenstelling aan.  Voorbeeld: "Er wollte kommen, aber er war krank."  Functie: Tegenstelling. Nederlands: "maar"

  • weil - 
  • drukt een reden uit.  Voorbeeld: "Er bleibt zu Hause, weil er krank ist." Functie: Reden/oorzaak.  Nederlands: "omdat"

  • allerdings - 
  • drukt een beperking of een concessie uit.  Voorbeeld: "Das stimmt, allerdings nur teilweise." Functie: Beperking/toegeving.  Nederlands: "echter"  

  • während - 
  • kan een teg. aangeven of een tijdsrelatie uitdrukken.  "Er lernt fleißig, während sein Bruder den ganzen Tag faulenzt. "Vertaling: "Hij studeert ijverig, terwijl zijn broer de hele dag luiert."




  • sogar - 
  • versterkt of benadrukt iets.Voorbeeld: "Er hat sogar das Finale erreicht."Functie: Versterking.Nederlands: "zelfs"

  • wenn - 
  • drukt een voorwaarde of een tijdsrelatie uit Voorbeeld: "Wenn er kommt, sagen wir ihm Bescheid." Functie: Voorwaarde of tijd. Nederlands: "als"

  • und - 
  • geeft een opsomming aan. Voorbeeld: "Er trinkt Kaffee und isst ein Brötchen." Functie: Opsomming. Nederlands: "en"

  • auch - 
  • drukt een toevoeging of inclusie uit. Voorbeeld: "Sie kommt auch mit uns." Functie: Toevoeging/inclusie. Nederlands: "ook"

Slide 9 - Tekstslide

Programm
  • Anfangsaufgabe (15 Min.)
  • Jojo (5 Min.)
  • Examentraining: Kapitel 10 Tekst 5 S. 214 (30 Min.)
Ziele
B1 Ich kann die Hauptinhalte von Fernsehsendungen zu vertrauten Themen erfassen, wenn sie relativ langsam und klar präsentiert werden

Außerdem übe ich beim Lesen einige Lesestrategien (beweringen).




Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Markiere alle Signalwörter in Text 5 auf Seite 214

Slide 12 - Tekstslide

Examentraining: Kapitel 10 Tekst 5
timer
12:00

Slide 13 - Tekstslide

Woche 47 US3

Slide 14 - Tekstslide

Programm
  • Buch lesen (30 Min.) / Vokabeln w.h. (10 Min.)
  • Kijk- en luistervaardigheid (20 Min.)
Ziele
Ich übe ein Lesebuch zu lesen und meine Leseerfahrungen mit anderen zu teilen.







timer
30:00

Slide 15 - Tekstslide