In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Les NL
Slide 1 - Tekstslide
Vorige les
Toon van je tekst. Hoe schrijf je op de juiste manier?
Tekstdoelen, vakjargon, het woordje u en formeel, neutraal en populair taalgebruik
Slide 2 - Tekstslide
Welke tekstdoelen zijn er?
Slide 3 - Open vraag
Vakjargon
Slide 4 - Woordweb
Doel van deze les
Ik weet hoe ik duidelijk en goed kan formuleren in een tekst.
Slide 5 - Tekstslide
Deze zin is niet juist:
De nieuwsbrief zal in een frequentie van maximaal 1 x per twee weken worden gestuurd.
Slide 6 - Tekstslide
Hoe pak je het goed aan?
1. Schrijf vanuit het perspectief van de ontvanger
2. Schrap zal/zullen
3. Vermijd passieve constructies
4. Gooi ballast overboord
De nieuwsbrief zal in een frequentie van maximaal 1 x per twee weken worden gestuurd.
Slide 7 - Tekstslide
Schrijf vanuit het perspectief van de ontvanger (denk na: voel jij je aangesproken?)
Hoe maak je zin zo dat iemand het gevoel heeft dat het voor hem of haar geschreven is?
Slide 8 - Tekstslide
Schrap zal/zullen (het is wel duidelijk, dat het om de toekomst gaat)
Zal en zullen zijn overbodige werkwoorden! Deze maken je zin minder duidelijk.
Slide 9 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen een actieve en een passieve zin?
Slide 10 - Open vraag
Vermijd passieve constructies ('worden verstuurd' is zwaar en onpersoonlijk)
In een actieve zin is de persoon of zaak die de handeling uitvoert, het onderwerp van de zin. Bijvoorbeeld: De hulpkok bakt de roomsoezen.
Gebeurt nu.
In een passieve zin wordt de handelende persoon of zaak weergegeven in een door-bepaling, die meestal kan worden weggelaten. Een passieve zin bevat altijd een vorm van het hulpwerkwoord worden of zijn en een voltooid deelwoord. Voorbeeld: De roomsoezen worden gebakken (door de hulpkok).
Dit kan af en toe zeker, maar een actieve zin is positiever!
Slide 11 - Tekstslide
Herschrijf, schrap en maak hem actief:
De nieuwsbrief zal in een frequentie van van maximaal 1 x per twee weken worden gestuurd.
Slide 12 - Tekstslide
U ontvangt onze nieuwsbrief om de twee weken.
Slide 13 - Tekstslide
Nieuwe schrijfoefening
De opdracht is:
Schrijf een mail aan postorderbedrijf Wehkamp. Je hebt twee weken geleden een dekbed besteld. Inmiddels is dat binnen, maar veel later dan was beloofd. Daarnaast was de kleur heel anders dan je had gezien op hun website. Je wilt dit dekbed niet. Wehkamp geeft echter geen geld terug, maar een tegoedbon. Jij vindt dat je recht hebt op je geld, omdat Wehkamp zich niet aan de afspraken heeft gehouden.
Stuur een mail met jouw klacht. Denk aan de opbouw.