Week 49, les 1, pv/ow
1 / 10
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat is de persoonsvorm in de volgende zin:
"De persoonsvorm is altijd een werkwoord."
"De persoonsvorm is altijd een werkwoord."
A
De persoonsvorm
B
is
C
altijd
D
een werkwoord
Slide 3 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm in deze zin?
Hoe vind je ook alweer de persoonsvorm?
Hoe vind je ook alweer de persoonsvorm?
A
Hoe
B
vind
C
je
D
ook
Slide 4 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm in deze zin:
Wat is de persoonsvorm in deze zin?
Wat is de persoonsvorm in deze zin?
A
Wat
B
Deze
C
Persoonsvorm
D
is
Slide 5 - Quizvraag
Wat is het onderwerp?
Marina legt het onderwerp uit.
Marina legt het onderwerp uit.
A
Marina
B
legt
C
het onderwerp
D
uit
Slide 6 - Quizvraag
Wat is het onderwerp?
De meisjes gingen op vakantie naar Texel
De meisjes gingen op vakantie naar Texel
A
De meisjes
B
op vakantie
C
naar Texel
Slide 7 - Quizvraag
Onderwerp?
Bij veel supermarkten worden vakkenvullers en caissières niet betaald voor verricht overwerk.
Bij veel supermarkten worden vakkenvullers en caissières niet betaald voor verricht overwerk.
A
veel supermarkten
B
vakkenvullers en caissières
C
verricht overwerk
D
bij veel supermarkten
Slide 8 - Quizvraag
Onderwerp?
Warme en droge periodes zullen in de toekomst in West-Europa heel normaal zijn.
Warme en droge periodes zullen in de toekomst in West-Europa heel normaal zijn.
A
Warme en droge periodes
B
in de toekomst
C
in West- Europa
D
heel normaal
