Les 10 § 3.7 Grammatica (2)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Het bepalen van de kernzin van een alinea

WELKOM

Ga rustig zitten, pak je leesboek, Talen en pen.

Ga lekker lezen!

Na het lezen schrijf je in minimaal 3 zinnen een korte samenvatting van wat je hebt gelezen.

 § 3.7 Grammatica

Zinsdelen herhaling

1. persoonsvorm
2. werkwoordelijk gezegde
3. onderwerp
4. lijdendvoorwerp 

• Morgen │gaan│ Iris en Noah naar het schoolfeest.

• Iris │gaan │en Noah morgen naar het schoolfeest
• Iris en Noah │gaan│ morgen naar het schoolfeest
• Naar het schoolfeest │gaan│ Iris en Noah morgen

• Dus:  4 zinsdelen
  Morgen │gaan │ Iris en Noah │naar het schoolfeest.

Volgorde: pv, zinsdeelstrepen, wg, o en lv 

Aan de slag

Gezamenlijk maken opdr. 5 (p. 198)

Aan de slag

Gezamenlijk maken opdr. 8 (p. 200)

Gez. maken oefenzinnen 2 

1. Onderstreep de pv
2. Zet zinsdeelstrepen
3. Zet wg onder de werkwoorden
4. Schrijf o onder het onderwerp
5. Schrijf lv onder het lijdend voorwerp