Thema 7 basisstof 5 Het netvlies

Basisstof 5  Het netvlies


Thema 7: Zintuigelijke waarneming

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Basisstof 5  Het netvlies


Thema 7: Zintuigelijke waarneming

Slide 1 - Tekstslide

Doelstelling


Je kunt de bouw en de werking van het netvlies beschrijven

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Het oog
- Adequate prikkel: licht.
Netvlies: lichtreceptoren
(kegeltjes en staafjes)
Netvlies en lens: scherp beeld

Slide 4 - Tekstslide

Netvlies

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Staafjes

Het zien van contrasten in zwart-wit-grijs

Lage drempelwaarde

Ze worden gebruikt in schemer en licht

Verspreid over het hele netvlies, maar niet in de gele vlek

Kegeltjes

Het zien van kleur


Hoge drempelwaarde

Ze worde gebruikt in het licht


Liggen vooral in de gele vlek en de directe omgeving daarvan

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Samenvatting

Het netvlies heeft 2 lagen

  1. Laag zintuigcellen met de staafjes en de kegeltjes
  2. Laag zenuwcellen

Gele vlek: Hierin liggen voornamelijk kegeltjes en hierop valt het beeld waar je naar kijkt

Slide 9 - Tekstslide

Samenvatting
Blinde vlek: de plek waar de uitlopers van de zenuwen het oog verlaat richting de hersenen, hiermee zie je niets

Slide 10 - Tekstslide

Hoe heten de zintuigcellen van het oog?
A
staafjes en kegeltjes
B
haakjes en oogjes
C
vegertjes en blikjes
D
pionnen en balletjes

Slide 11 - Quizvraag

Op het netvlies zitten staafjes en kegeltjes. Wat nemen deze waar?

A
Kegeltjes nemen kleuren waar, staafjes licht
B
Kegeltjes nemen 'normaal' licht waar, staafjes kleuren

Slide 12 - Quizvraag

Pietertje loopt in de schemering. Welke zintuigcellen werken?
A
Kegeltjes en staafjes
B
alleen de kegeltjes
C
alleen de staafjes
D
geen kegeltjes en geen staafjes

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de functie van de kegeltjes en staafjes in het netvlies?

Slide 14 - Open vraag

Licht valt op de staafjes en kegeltjes. Hoe gaat het nu verder?

Slide 15 - Open vraag

De gele vlek is de plaats waar...
A
De verhouding kegeltjes en staafjes gelijk zijn zodat je een helder beeld hebt
B
de meeste staafjes zitten en waar je dus het best contouren kan zien
C
de meeste kegeltjes zitten en waar je dus het best kleur kan zien
D
de plaats waar geen kegeltjes en geen staafjes zijn, je ziet dan vooral geel

Slide 16 - Quizvraag

Hoe heet de vlek waar de oogzenuw het oog verlaat?
A
Gele vlek
B
Zwarte vlek
C
Blinde vlek
D
Onzichtbare vlek

Slide 17 - Quizvraag

Hierin zitten geen zintuigcellen:
A
netvlies
B
gele vlek
C
blinde vlek

Slide 18 - Quizvraag

Huiswerk
Maken opdracht 17 blz 59 werkboek + blz 64 tekstboek

Slide 19 - Tekstslide