6.4 Noordelijk bezoek



Je telefoon ligt in je kluis.
Zichtbaar? Inleveren! 📵

     Ons huiswerk is klaar wanneer dit 
verwacht wordt. 

     Je laptop ligt dicht klaar op tafel.


Je schrift en pen
    liggen klaar op tafel. 📖✍











Zijn er vragen of heb je iets niet af/bij?
Laat van je horen! 🔊


Wereld GS/LE
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les



Je telefoon ligt in je kluis.
Zichtbaar? Inleveren! 📵

     Ons huiswerk is klaar wanneer dit 
verwacht wordt. 

     Je laptop ligt dicht klaar op tafel.


Je schrift en pen
    liggen klaar op tafel. 📖✍











Zijn er vragen of heb je iets niet af/bij?
Laat van je horen! 🔊


Wereld GS/LE

Slide 1 - Tekstslide

6.4 Noordelijk bezoek

Betrouwbaarheid van bronnen
Wereld: GS/LE

Slide 2 - Tekstslide


Hoofddoel:


T1) Ik begrijp hoe ik met bronnen om moet gaan bij het vak wereld.
lknwe

Subdoelen:

3) Ik kan de betrouwbaarheid van bronnen controleren aan de hand van auteur, inhoud en tijd. 




De leerdoelen: deze les

Slide 3 - Tekstslide

HERHALING
Betrouwbaarheid van bronnen

Slide 4 - Tekstslide

De betrouwbaarheid van bronnen
Als historicus gebruik je bronnen om het verleden te onderzoeken. Belangrijk is dat je kunt inschatten hoe goed deze bronnen zijn. Niet alle bronnen zijn even betrouwbaar, bijvoorbeeld omdat mensen overdrijven of dingen weglaten. Hoe weet je welke bronnen wel en niet betrouwbaar zijn?

Slide 5 - Tekstslide

De betrouwbaarheid van bronnen
Om bronnen te analyseren kun je W-vragen gebruiken. Door steeds antwoord te geven op de W-vragen kom je meer te weten over de bron.

Slide 6 - Tekstslide

1. Wie heeft de bron gemaakt? (auteur)
Om te kijken of een bron betrouwbaar is kijken, kijken we door wie de bron gemaakt is. We kunnen onszelf de volgende vragen stellen
  • Wie is de schrijver? 
  • Weten we wel wie de bron geschreven heeft? 
  • Heeft diegene een bijzondere reden om de bron te schrijven of deed die dit uit zichzelf?
  • Wanneer leefde de schrijver? Is dit dezelfde tijd als de bron?


Slide 7 - Tekstslide

2. Wanneer is de bron geschreven? (tijd)
Om te kijken of een bron betrouwbaar is kijken, kijken we wanneer de bron gemaakt is? We kunnen onszelf de volgende vragen stellen:
  • Wanneer is de bron geschreven?
  • Weten we wanneer de bron geschreven is?
  • Klopt het jaartal met de gebeurtenis? Is het een directe (primair) of indirecte (secundaire) bron?


Slide 8 - Tekstslide

3. Wat staat er in de bron? (tekst/inhoud)
Om te kijken of een bron betrouwbaar is kijken, kijken we ook naar wat er in de bron staat We kunnen onszelf de volgende vragen stellen:
  • Klopt de bron met wat jij al weet over het onderwerp?
  • Zie ik in de bron vooral feiten of meningen?
  • Wat kan het doel van de bron zijn?


Slide 9 - Tekstslide

Tekst
Tekst

Slide 10 - Tekstslide



 Waar: Tijd voor geschiedenis
-> Hoofdstuk 6
-> Paragraaf 3

 Wat: Alle opdrachten

 Wanneer: Volgende les

Hoe: Zelf in stilte of met je buurman/buurvrouw zachtjes overleggen.
Klaar? Mij bij je roepen




Zijn er vragen of heb je iets niet af/bij?
Laat van je horen! 🔊


Zelf aan de slag

Slide 11 - Tekstslide