les 18/6: tekstverbanden

Aan het eind van deze les:
- weet je wat je bij lezen § 1, 2 en 3 hebt gedaan
- ken je een tegenstellend, chronologisch, opsommend en toelichtend tekstverband
- weet je wat signaalwoorden zijn en wat deze te maken hebben met de tekstverbanden

Leg je laptop op tafel
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Aan het eind van deze les:
- weet je wat je bij lezen § 1, 2 en 3 hebt gedaan
- ken je een tegenstellend, chronologisch, opsommend en toelichtend tekstverband
- weet je wat signaalwoorden zijn en wat deze te maken hebben met de tekstverbanden

Leg je laptop op tafel

Slide 1 - Tekstslide

2mh1: toets bespreken

Slide 2 - Tekstslide

Tekstverbanden
Chronologisch verband: geeft gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde aan
Signaalwoorden: daarna, dan, eerst, inmiddels, intussen, later, nadat, nu, ooit, terwijl, toen, uiteindelijk, vervolgens, voordat

Opsommend verband: bepaalde zaken worden achter elkaar beschreven
Signaalwoorden: bovendien, daarnaast, en, om te beginnen, ook (nog), ten eerste, ten slotte, verder, vervolgens

Tegenstellend verband: laat tegenovergestelde zaken zien

Signaalwoorden: aan de ene kant ... aan de andere kant, tegenover, daarentegen, echter, hoewel, maar, ofschoon, ondanks dat, toch
Toelichtend verband: er wordt extra informatie ergens bij gegeven, vaak in de vorm van een voorbeeld
Signaalwoorden: als, bijvoorbeeld, neem nou, zo, zoals

Slide 3 - Tekstslide

Welke tekstverbanden
ken jij nog?

Slide 4 - Woordweb

Ten eerste
Om te beginnen
Maar
Toch
En
Ook
Hoewel
Ten slotte
Verder
Echter
Opsommend tekstverband
Tegenstellend tekstverband
Tegenover

Slide 5 - Sleepvraag

Welk signaalwoord hoort bij het tekstverband opsomming?
A
en
B
maar
C
omdat
D
als

Slide 6 - Quizvraag

Welk signaalwoord hoort bij het chronologische tekstverband?
A
ten eerste
B
toen
C
maar
D
tenzij

Slide 7 - Quizvraag

Welk signaalwoord hoort bij het tekstverband tegenstelling?
A
daarnaast
B
terwijl
C
maar
D
vervolgens

Slide 8 - Quizvraag

Opsommend tekstverband
Toelichtend tekstverband
als
ten slotte
denk aan
daarnaast
Ook
op deze manier

Slide 9 - Sleepvraag

Wat voor tekstverband is het signaalwoord 'maar'?

Slide 10 - Open vraag

Welk signaalwoord hoort bij het tekstverband tegenstelling?
A
daarentegen
B
wanneer
C
bovendien
D
met andere woorden

Slide 11 - Quizvraag

Wat voor soort tekstverband zijn de signaalwoorden 'ook' & 'en'?

Slide 12 - Open vraag

Wat voor soort tekstverband is het woord 'daarna'?

Slide 13 - Open vraag

Weet je nu:
- wat je bij lezen § 1, 2 en 3 hebt gedaan?
- wat een tegenstellend, chronologisch, opsommend en toelichtend tekstverband is? 
- wat signaalwoorden zijn en wat deze te maken hebben met de tekstverbanden?


hf
Huiswerk

Slide 14 - Tekstslide