Maak de volgende opdrachten.
Je gaat zelfstandig aan de slag met opdrachten over signaalwoorden (de volgende link in de LessonUp).
w(at) = Je maakt de opdracht in de link, ex 1 + 2.
H(oe) = Je gaat in de zin kiezen tussen het correcte signaalwoord.
H(ulp) = Steek je hand op als je hulp nodig hebt.
T(ijd) = Jullie hebben 15 - 20 min.
U(itkomst) = Uiteindelijk de context van signaalwoorden herkennen.