Paragraaf 8: persoonsvorm tegenwoordige tijd

PV TT
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

PV TT
Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Je kunt de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd  goed spellen.
Lesdoel
Je kunt de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd correct spellen. 

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
Je kunt de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd  goed spellen.
Welke woordsoort is de persoonsvorm ALTIJD?

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel
Je kunt de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd  goed spellen.
Hoe vind je de persoonsvorm in een zin? 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

persoonsvorm tegenwoordige tijd

Slide 6 - Tekstslide

Wat gaat hier mis?

Slide 7 - Tekstslide


(onthouden) ... jij dat tot morgen?
A
Onthoud
B
Onthoudt
C
Onthield
D
Onthouden

Slide 8 - Quizvraag

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
A
Hij onthoud
B
Hij onthoudt

Slide 9 - Quizvraag


De overvaller (beroven) het gezin.
A
berooft
B
beroofd

Slide 10 - Quizvraag


Dat (gebeuren) beslist niet!
A
gebeurt
B
gebeurd

Slide 11 - Quizvraag


Ik (worden) morgen 13 jaar.
A
wort
B
word
C
wordt

Slide 12 - Quizvraag

Wat klopt hier niet?

Slide 13 - Tekstslide


(draaien) Hij ... er altijd omheen.

Slide 14 - Open vraag

Achmed ........... (vertellen) dat hij nooit meer vuurwerk zal afsteken.

Slide 15 - Open vraag


De ballon (belanden) in de boom.

Slide 16 - Open vraag


Ik (vinden) er niets aan.

Slide 17 - Open vraag


De kip (broeden) al 2 weken.

Slide 18 - Open vraag


(Houden) jij ook van nasi?

Slide 19 - Open vraag


Hij (schelden) iemand uit.

Slide 20 - Open vraag


(bedoelen) Wat ... u daarmee?

Slide 21 - Open vraag

Huiswerk
Werkboek:
Persoonsvorm tegenwoordige tijd = opdracht 1 t/m 6 (blz. 238)

Online:
Persoonsvorm tegenwoordige tijd = 1 en 2 
Aan het werk
Werkboek blz 238 

Opdracht 1
Noteer alleen de werkwoorden in je schrift. 
timer
5:00

Slide 22 - Tekstslide

Huiswerk
Werkboek:
Persoonsvorm tegenwoordige tijd = opdracht 1 t/m 6 (blz. 238)

Online:
Persoonsvorm tegenwoordige tijd = 1 en 2 
Nakijken
1. koop                  koopt
2. accepteer       accepteert
3. bestel              bestelt 
4. Verhuis           Verhuist 
5. wandel            wandelt 
6. bied                  biedt 
7. bid                     bidt 
8. Beantwoord   Beantwoordt

Slide 23 - Tekstslide

Evaluatie
Kun jij de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd goed spellen?


Slide 24 - Tekstslide

Kun jij de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd goed spellen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll