herhaling journaalposten

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BAMMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Journaalposten
- Inkoop
- Verkoop
- Bank
- Kas

Slide 2 - Tekstslide

TIPS & TRUCS
- let op de woorden: 
van, uit, af
naar, in, bij


Slide 3 - Tekstslide

INKOOP
stap 1)
- HOE wordt betaald
* Bank / * Kas
* Op rekening  (crediteuren)
- Betaling komt CREDIT

stap 2)
- WAT wordt gekocht?
* Voorraad dranken/keuken
* Kosten (schoonmaak/telefoon/onderhoud)
- WAT komt DEBET

Slide 4 - Tekstslide

De eigenaar heeft inkopen gedaan.
Hij heeft de rekening voor € 300,- aan dranken en € 500,- aan keukengrondstoffen meegekregen.

Slide 5 - Open vraag

Voor de aankleding van het horecabedrijf worden wekelijks nieuwe bloemen geleverd.
De eigenaar ontvangt de rekening voor deze maand.

Slide 6 - Open vraag

VERKOOP
stap 1)
- HOE wordt betaald
* Bank (pin) /* Kas
* Op rekening (debiteuren)
- Betaling komt DEBET

stap 2)
- WAT wordt verkocht?
* Omzet dranken/keuken/rookwaren/logies
- Wat komt CREDIT

Slide 7 - Tekstslide

Na een drukke avond in het restaurant is er een omzet geboekt van € 1.350,- op dranken en hebben de gasten gegeten voor € 2.100,-.
Deze bedragen zijn allemaal per pin betaald.

Slide 8 - Open vraag

De verkoop van sigaretten in de automaat in de rookruimte heeft € 800,- opgeleverd.
De eigenaar stort dit bedrag in de bedrijfskas.

Slide 9 - Open vraag

BANK
stap 1)
- HOE verandert de bank (ontvangst / uitgave)?
- Noteer de BANK
* debet bij ontvangst
* credit bij uitgave

stap 2)
- WAT wordt ontvangen/uitgegeven?
* Ontvangst debiteur
* Betaling aan (uitgave) crediteur
* Aflossing (uitgave)
* Kosten (rente/ benzine/ pinbetalingen)
- Kijk: aan welke kant staat bank (debet/credit)? 
WAT komt aan de andere kant....

Slide 10 - Tekstslide

De eigenaar ontvangt per bank € 4.000,- van een debiteur.

Slide 11 - Open vraag

De eigenaar stort € 15.000,- privéspaargeld op de bankrekening de zaak.

Slide 12 - Open vraag

De eigenaar betaalt de rekening van een crediteur € 150,- .

Slide 13 - Open vraag

KAS
stap 1)
- HOE verandert de kas (ontvangst / uitgave)?
- Noteer de KAS
* debet bij ontvangst
* credit bij uitgave

stap 2)
- WAT wordt ontvangen/uitgegeven?
* Ontvangst debiteur
* Betaling aan (uitgave) crediteur
* Kosten (boodschappen)
- Kijk: aan welke kant staat kas (debet/credit)?
WAT komt aan de andere kant....

Slide 14 - Tekstslide

De verkoop van sigaretten in de automaat in de rookruimte heeft € 800,- opgeleverd.
De eigenaar stort dit bedrag in de bedrijfskas.

Slide 15 - Open vraag

De glazenwasser is geweest.
De eigenaar heeft contant 50 Euro afgerekend.

Slide 16 - Open vraag

De eigenaar haalt 100 euro uit kas om boeken te kopen voor de school van zijn zoon.

Slide 17 - Open vraag