stap 1)- HOE verandert de bank (ontvangst / uitgave)?
- Noteer de BANK
* debet bij ontvangst
* credit bij uitgave
stap 2)
- WAT wordt ontvangen/uitgegeven?
* Ontvangst debiteur
* Betaling aan (uitgave) crediteur
* Aflossing (uitgave)
* Kosten (rente/ benzine/ pinbetalingen)
- Kijk: aan welke kant staat bank (debet/credit)?
WAT komt aan de andere kant....