4.6 Leefbaarheid in de stad?

4.6 Leefbaarheid in de stad?
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4.6 Leefbaarheid in de stad?

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

timer
6:00
Je weet van welke factoren de leefbaarheid in stadswijken afhankelijk is.
Je kent de opbouw van de stad
Lezen paragraaf 4.6

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Wordt Nederland veiliger?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Herhaling urbanisatie en suburbanisatie
Voor 1960: vooral urbanisatie

Na 1960: suburbanisatie
(groeikernenbeleid)

Na 1980/90: re-urbanisatie
(VINEX wijken)

Herhaling

Slide 7 - Tekstslide

Herhaling

Slide 8 - Tekstslide

Tot 1960
1960-1980
Vanaf 1980
Re-urbanisatie
Urbanisatie
Suburbanisatie

Slide 9 - Sleepvraag

Stad
Agglomeratie
Stedelijk gebied 
Stadsgewest
Suburbanisatie 
Urbanisatie 

Slide 10 - Sleepvraag

 opbouw van de stad
- Stad heeft meerdere wijken & buurten
- Met allemaal hun eigen kenmerken:
 
bouwjaar
Grootte van het huis
Prijs van het huis
Koop- of huurwoning


Slide 11 - Tekstslide

Sleep de afbeeldingen naar de juiste plek op de kaart

Slide 12 - Sleepvraag

Historische binnenstad
Oudste stuk van de stad 
Binnen stadsmuren / gracht (als een plaats dat heeft)
Veel monumenten en restauratie


Vragen: Hoe herken je een monument?
Wat is restauratie?

Slide 13 - Tekstslide

Arbeiderswoning (19e eeuw)
Dicht bij het centrum (daar stond ook de fabriek!)
Kleine huizen (moest goedkoop zijn!) 
Vaak wel klein tuintje/binnenplaatsje 
Gebouwd ten tijde van industriële revolutie
Renovatie en sanering van wijken

Vragen: Welke migratiefase hoort hierbij?
Wat is het verschil tussen renovatie en sanering?

Slide 14 - Tekstslide

Welke migratiefase hoort hierbij?
Wat is het verschil tussen renovatie en sanering?

Slide 15 - Open vraag

Vooroorlogse woonwijk (1901-1930)
Kenmerken:

- Statige huizen
- Grote tuinen
- Huizen zelf soms vrij klein




Slide 16 - Tekstslide

Hoogbouw 
Jaren '60: lage hoogbouw (3 hoog)
Jaren '70: hoge hoogbouw (10 hoog)

Idee: Hoog bouwen --> Veel ruimte over 
voor groene voorzieningen (speeltuin, voetbalveld)

Voorbeeld:
- Bijlmermeer, Amsterdam
- Veldhuizen / Ede-Zuid

Vraag: In de jaren'70 steeg de woningnood.
Waarom?

Slide 17 - Tekstslide

Eengezinswijk (vanaf 1970)
In het begin: vrij eentonig
Tegenwoordig: meer variatie

Opdracht. Geef van beide een voorbeeld uit je eigen woonplaats.

Slide 18 - Tekstslide

VINEX wijken. Vragen: 
Atlas: Gebruyik het trefwoordenregister. Geef een voorbeeld van een VINEX wijk 
Waarom  investeert de overheid in VINEX wijken?

Slide 19 - Tekstslide

opbouw van de stad
Geen elke stad ziet er zo perfect uit
:
Waarom niet?
- Misschien geen industrie
- Andere groeifase
- Natuurlijke belemmeringen (heuvel, rivier)
- Groei richting andere stad (of juist niet)
- Groei langs infrastructuur


Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag:
4.6 L/M

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide