19.1 Bouw van pezen en spieren 6V 2122

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 19.1 Bouw van pezen en spieren
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 19.1 Bouw van pezen en spieren

Slide 1 - Tekstslide

Op welke sportieve prestatie ben jij trots? Je mag een foto uploaden of jouw prestatie beschrijven.

Slide 2 - Open vraag

Wat wil jij leren over spieren en sport?

Slide 3 - Woordweb

Doel 19.1 (Alleen SE stof)
19.1 Bouw van pezen en spierenopdracht 4 t/m 9
- Je kent de bouw van pezen en spieren
- Je kunt uitleggen op welke manier spieren worden aangestuurd
- Je kent de verschillen in bouw en functie van de drie soorten spieren





Slide 4 - Tekstslide

Bouw van 
gewrichten

Botten/ Spieren
Pezen (spier aan bot)
Banden (bot aan bot)

Slide 5 - Tekstslide

Bouw van pezen
Pezen bestaan voornamelijk uit bindweefselcellen (fibroblasten) omgeven door veel tussencelstof: collageen (gemaakt door die bindweefselcellen).

Slide 6 - Tekstslide

Fibroblasten - gap junctions
Om toch ‘informatie’ te kunnen uitwisselen (in de vorm van ionen/ secundaire boodschappers) staan deze cellen met eiwitkanalen – gap junctions – met elkaar in contact.

Slide 7 - Tekstslide

Fibroblasten - gap junctions

Slide 8 - Tekstslide

Bouw van pezen

Slide 9 - Tekstslide

Bouw van pezen

Slide 10 - Tekstslide

Bindweefsel/ tussencelstof
collageen, elastine, reticuline, hyaluronzuur
collageen, lijmstof
collageen, kalk
nauwelijks
tussencelstof

Slide 11 - Tekstslide

Achillespees
  • De achillespees is de grootste pees in ons lichaam.
  • Tijdens het (hard)lopen spannen spieren zich samen en ontspannen daarna weer. Bijvoorbeeld de kuitspier.
  • De achillespees wordt tijdens het lopen opgerekt en weer verkort.

Slide 12 - Tekstslide

Achillespees
1                                      2                                   3




1. De voet komt op de grond, de achillespees wordt een beetje in elkaar gedrukt (lichaamsgewicht)

Slide 13 - Tekstslide

Achillespees
1                                      2                                   3




2. De kuitspier trekt samen, de achillespees wordt opgerekt

Slide 14 - Tekstslide

Achillespees
1                                      2                                   3




3. Bij de afzet verkort de achillespees en komt energie vrij (veerenergie)

Slide 15 - Tekstslide

Een pees bestaat uit:
A
Botweefsel
B
Spierweefsel
C
Bindweefsel
D
Kraakbeenweefsel

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de functie van een pees?
A
Beschermt de spier tegen beschadiging
B
Zorgt dat de spier niet uit elkaar valt
C
Aanspannen en ontspannen van de spier
D
Houd de spier aan het bot vast

Slide 17 - Quizvraag

Een pees is
A
Zacht en elastisch
B
Hard en stug

Slide 18 - Quizvraag

Verklaar dat collageenvezels in pezen naast elkaar gerangschikt zijn

Slide 19 - Open vraag

Soorten spieren
Skeletspieren

Gladde spieren

Hartspieren

Slide 20 - Tekstslide

Bouw skeletspieren
Spiervezel is opgebouwd uit samengesmolten spiercellen. Deze cellen hebben meerdere kernen.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Sarcomeer
Door de rangschikking
van myosine en actine 
(eiwitten) ontstaan de
dwarse strepen.

Slide 23 - Tekstslide

Sarcomeer
Door het in elkaar 
schuiven van de 
actine en myosine
filamenten kan de 
spier samentrekken.

Slide 24 - Tekstslide

Motorische eenheid

Alle spiervezels die door één neuron worden aangestuurd
motorsch
eindplaatje

Slide 25 - Tekstslide

Skeletspieren (dwarsgespreept)

Slide 26 - Tekstslide

Gladde spieren
Enkelvoudige, niet vergroeide cellen. Zit rond inwendige organen zoals darmen, blaas, bloedvaten, baarmoeder. Combinatie van kringspieren en lengtespieren (antagonisten).
Kunnen niet bewust worden aangestuurd.
 

Slide 27 - Tekstslide

Gladde spieren

Slide 28 - Tekstslide

Hartspieren
Dwarsgestreept spierweefsel met vertakkingen. Via Gap-junctions verbonden waardoor gecoördineerde samentrekking kan plaatsvinden.
Kunnen niet bewust worden aangestuurd.

Slide 29 - Tekstslide

hartspieren

Slide 30 - Tekstslide

Welke skeletspieren hebben de minste spiervezels per motorische neuron?

A
Armspier
B
Beenspier
C
Tussenribspier
D
Vingerspier

Slide 31 - Quizvraag

Tot welk soort spiervezel hoort de skeletspier
A
gladde spiervezel
B
dwarsgestreepte spiervezel
C
hartspiervezel

Slide 32 - Quizvraag

Wat geven de
cijfers aan?
A
1-Dwarsgestreept 2-Hartspier 3-Gladde spieren
B
1-Hartspier 2-Gladde spieren 3-Dwarsgestreept
C
1-Gladde spieren 2-Dwarsgestreept 3-Hartspier
D
1-Hartspier 2-Dwarsgestreept 3-Gladde spieren

Slide 33 - Quizvraag

Tijdens samentrekking van een spiervezel bewegen actine- en myosinefilamenten langs elkaar. Daardoor verandert de positie van de H-band, A-band en I-band (zie onderstaande afbeelding) in een sarcomeer. Welke veranderingen treden tijdens samentrekking van de spiervezel op in de lengte van deze drie banden?
A
H, A en I worden alle drie smaller
B
H en A worden smaller, I blijft gelijk
C
H wordt smaller, A blijft gelijk en I wordt smaller
D
H blijft gelijk, A en I worden smaller

Slide 34 - Quizvraag

De spieren in je dunne darm bestaan uit
A
Glad spierweefsel
B
Dwarsgestreept spierweefsel
C
Hartspierweefsel

Slide 35 - Quizvraag

Zet de volgende woorden in de juiste volgorde van klein naar groot:
filament - spier - spierbundel - spierfibril - spiervezel

Slide 36 - Open vraag

Binastabellen


BINAS 80C - bouw bind- en steunweefsel
BINAS 88A - motorisch eindplaatje
BINAS 90C - bouw dwarsgestreepte spier
BINAS 90D - skelet en gewrichten


Slide 37 - Tekstslide

Extra uitleg?
Bekijk het filmpje over spieropbouw op de volgende dia (11 min)

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video