In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 20 min
Onderdelen in deze les
Herhaling thema 3
Slide 1 - Tekstslide
A
Nieren
B
Alvleesklieren
C
Evenwichtsorgaan
D
Longen
Slide 2 - Quizvraag
De juiste volgorde van het uitscheidingsstelsel is...
A
Nieren - Blaas - Urineleider
B
Nieren - Urineleider - Blaas
C
Urineleider - Nieren - Blaas
D
Urineleider - Blaas - Nieren
Slide 3 - Quizvraag
Het lichaam scheidt stoffen uit via:
A
De lever
B
De nieren
C
De lever en nieren
D
De lever, nieren en longen
Slide 4 - Quizvraag
Je nieren maken urine.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quizvraag
Waar bestaat het bloedvatenstelsel uit?
A
hart
B
bloedvaten
C
hart en slagaders
D
hart en bloedvaten
Slide 6 - Quizvraag
Bij één omloop, stroomt het bloed.....
A
1 x door het hart
B
2 x door het hart
C
3 x door het hart
D
niet door het hart
Slide 7 - Quizvraag
Wat is de weg die het bloed aflegt in de kleine bloedsomloop?
A
hart - alle organen
(beh. longen) - hart
B
hart - hersenen - hart
C
hart - longen - hart
D
hart - alle organen (beh. hersenen) - hart
Slide 8 - Quizvraag
De meeste slagaders zijn
A
Zuurstofrijk
B
Zuurstofarm
Slide 9 - Quizvraag
Slagaders hebben aderkleppen.
A
Waar
B
Nietwaar
Slide 10 - Quizvraag
welke drie soorten bloedvaten zijn er?
A
Aorta, slagaders en aders
B
Slagaders, aders en haarvaten
Slide 11 - Quizvraag
De longslagader bevat
A
zuurstofrijk bloed
B
zuurstofarm bloed
Slide 12 - Quizvraag
Welke onderdelen van het bloed zijn nodig om bloed te laten stollen?
A
rode bloedcellen
B
witte bloedcellen
C
bloedplaatjes
D
bloedplasma
Slide 13 - Quizvraag
Welke onderdelen filteren het bloed niet?
A
Nierschors
B
Niermerg
C
Nierbekken en urineleider
D
Nieren filteren geen bloed
Slide 14 - Quizvraag
Welke onderdelen van het bloed bestrijden ziekteverwekkers?
A
bloedplasma
B
rode bloedcellen
C
bloedplaatjes
D
witte bloedcellen
Slide 15 - Quizvraag
Welke onderdelen van het bloed vervoeren zuurstof?
A
rode bloedcellen
B
witte bloedcellen
C
bloedplaatjes
D
bloedplasma
Slide 16 - Quizvraag
Welk van de volgende onderdelen van het bloed heeft geen vaste vorm?
A
bloedplaatjes
B
rode bloedcellen
C
witte bloedcellen
D
bloedplasma
Slide 17 - Quizvraag
Welke onderdelen bevinden zich aan de bovenkant van het hart?
A
De boezems
B
De kamers
Slide 18 - Quizvraag
Lucas drinkt de hele week geen alcohol, maar drinkt op zaterdagavond vaak acht tot tien glazen bier. Suus drinkt ongeveer vijf dagen in de week één of twee glazen wijn per avond. Bij wie zal de alcohol de meest nadelige effecten hebben: bij Lucas of bij Suus?