2GR week 36

Vrijdag 
  • 1 Jaarplan/PTO bekijken 
  • 2 Materiaal en boekje bekijken 
  • 3 Even herhalen: woordjes oplezen 
  • 4 Even herhalen: hoe zit het ook alweer met de grammatica? 
  • 5 Oefeningen maken p.15 
  • 6 Tekst 4 vertalen 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Vrijdag 
  • 1 Jaarplan/PTO bekijken 
  • 2 Materiaal en boekje bekijken 
  • 3 Even herhalen: woordjes oplezen 
  • 4 Even herhalen: hoe zit het ook alweer met de grammatica? 
  • 5 Oefeningen maken p.15 
  • 6 Tekst 4 vertalen 

Slide 1 - Tekstslide

1. PTO 
wat gaan we allemaal doen?

Slide 2 - Tekstslide

2. Materiaal 
wat heb je nodig? 
hoe zit het boekje ook alweer in elkaar?

Slide 3 - Tekstslide

3. hoe werkt het alfabet ook alweer? 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

even oefenen met woordjes: 
oplezen p.22

Slide 6 - Tekstslide

4. De grammatica 
  • Hoe zie je of een woord nom of acc is? 
  • Hoe zie je of een woord m, v of onz is?
  • Hoe zie je of een woord enk of meervoud is?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

even overhoren: naamval, getal en geslacht 

neem 2 minuten de tijd om de rijtjes goed te bekijken! 
timer
2:00

Slide 11 - Tekstslide

ἡ χωρα
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig

Slide 12 - Quizvraag

τον δουλον
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig

Slide 13 - Quizvraag

τα θηρια
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig

Slide 14 - Quizvraag

την βιαν
A
vrl nom ev
B
vrl acc ev
C
vrl acc mv
D
onz acc ev

Slide 15 - Quizvraag

τους καμηλους
A
mnl acc ev
B
mnl acc mv
C
onz acc ev
D
vrl acc ev

Slide 16 - Quizvraag

accusativus enkelvoud
accusativus meervoud
nominativus meervoud
nominativus enkelvoud
ὁ θεός 
αἱ μάχαι 
τὰ τέκνα
τὴν μάχην 

Slide 17 - Sleepvraag

5. Congrueer-oefening 
  • wat is congruentie ook alweer? 
  • congrueren= het bijvoeglijk naamwoord past zich aan het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort aan in:
  • getal
  • geslacht 
  • en naamval 

Slide 18 - Tekstslide

Een voorbeeld  (p. 15, oef e, nr. 1)
  • ἡ (καλός) μάχη
  • stel eerst vast met welke naamval, getal en geslacht je te maken hebt:
  •  ἡ μάχη =vrl, nom, ev
  • splits het adjectief in stam en uitgang: καλ-ός
  • zoek in de rijtjes van het adjectief dezelfde uitgang: η
  • zet achter de stam van het adjectief de juiste uitgang: καλ-η
  • vertaal de woordgroep: de mooie strijd 

Slide 19 - Tekstslide

Voorbeeld bij oefening f 
  • οἱ (καλός) δοῦλοι
  • 1. bn omzetten: οἱ καλόι δοῦλοι 
  • 2. omzetten naar enkelvoud:ὁ καλος δουλος 
  • 3. vertaal: de mooie slaaf 
  • tip: houd de rijtjes erbij! 

Slide 20 - Tekstslide

aan het werk: opgave e en f 
Klaar? Ga verder op de volgende pagina 

Slide 21 - Tekstslide

6. Tekst 4 

Slide 22 - Tekstslide