Effectief verkopen met het VOITAR model

Effectief verkopen met het VOITAR model

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je een verkoopgesprek voorbereiden op basis van het VOITAR model.

Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen kunnen doen.

Wat weet je al over het voorbereiden van een verkoopgesprek?

Wat is het VOITAR model?

Het VOITAR model is een acroniem dat staat voor Verkennen, Overtuigen, Informeren, Tegenwerpingen, Afsluiten en Relatie.

Geef een korte definitie van het VOITAR model en leg uit waar de afkorting voor staat.

Stap 1: Verkennen

In de verkenning fase stel je vragen aan de klant om meer te weten te komen over hun behoeften en wensen.

Beschrijf de eerste stap van het VOITAR model en leg uit wat er tijdens deze fase gebeurt.

Stap 2: Overtuigen

Bij het overtuigen laat je de klant zien hoe jouw product of dienst voldoet aan hun behoeften en waarom het de beste keuze is.

Beschrijf de tweede stap van het VOITAR model en leg uit wat er tijdens deze fase gebeurt.

Stap 3: Informeren

In de informatiefase geef je de klant alle relevante informatie over jouw product of dienst, zoals prijs, functionaliteiten, en voordelen.

Beschrijf de derde stap van het VOITAR model en leg uit wat er tijdens deze fase gebeurt.

Stap 4: Tegenwerpingen

Bij tegenwerpingen ga je in op eventuele bezwaren of twijfels van de klant en overtuig je hen van de waarde van jouw product of dienst.

Beschrijf de vierde stap van het VOITAR model en leg uit wat er tijdens deze fase gebeurt.

Stap 5: Afsluiten

Het afsluiten is het moment waarop je de klant vraagt om tot aankoop over te gaan of een andere gewenste actie te ondernemen.

Beschrijf de vijfde stap van het VOITAR model en leg uit wat er tijdens deze fase gebeurt.

Stap 6: Relatie

Na het afsluiten is het belangrijk om de relatie met de klant te behouden en te versterken, zodat ze tevreden blijven en mogelijk terugkomen voor herhaalaankopen.

Beschrijf de zesde en laatste stap van het VOITAR model en leg uit wat er tijdens deze fase gebeurt.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.