In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Spelregels
Spelregels
Slide 2 - Tekstslide
Hoe ga je deze periode aan de slag met rekenen?
Slide 3 - Woordweb
Een lekkere taart met chocolade. Klaar om op te eten, maar eerst moet jij de taart nog in 8 delen verdelen. Misschien kan je enkele seconden besparen door maar 3 keer in de taart te snijden! Let wel op! Elke snede moet recht zijn, dus zonder hoeken of bochten! Hoe kan je de taart in 8 verdelen met 3 keer snijden?
Slide 4 - Open vraag
Je hebt zesmaal het cijfer zeven. Je mag deze zevens in een bewerking stoppen waarin je mag delen, vermenigvuldigen, optellen enz, maar je mag alleen zevens gebruiken! Vorm met deze zevens een bewerking zodat het resultaat gelijk is aan 100
(777-77)/7= 100
Slide 5 - Open vraag
Aan het einde van deze les:
-kun je rekenen met eenheden van gewicht
-kun je rekenen met tijd
-kun je voorvoegsels bij maten uitleggen
Slide 6 - Tekstslide
Kan het dametje met een centimeter meten
Nu de overstap naar gewicht
Schrijf het trappetje van de gewichtsmaten op een blaadje
Slide 7 - Tekstslide
https:
Slide 8 - Link
Max is 4 jaar en heeft de griep. Zijn vader heeft ook de griep. Max krijgt op een dag drie keer een dosis paracetamol. Zijn vader neemt de maximale dosis op deze dag. Hoeveel gram meer paracetamol neemt vader meer dan Max?
A
225 gram
B
2,25 gram
C
5250 gram
D
52,50 gram
Slide 9 - Quizvraag
Check in duo's (waarom dan...)
Eén persoon maakt de even opdrachten
De ander de oneven opdrachten
Beide klaar check elkaar werk
Of...... ieder een vraag en meteen checken
timer
5:00
Slide 10 - Tekstslide
Check the check(er)
1 opgaven checken
Slide 11 - Tekstslide
9.2 uitleg Tijd
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Waar sta je nu met het rekenen met tijd?
A
B
C
Slide 14 - Quizvraag
Maak 9.2
Alleen of in duo
timer
15:00
Slide 15 - Tekstslide
Check the check(er)
2 opgaven checken
Slide 16 - Tekstslide
9.3 andere maten en voorvoegsels
Slide 17 - Tekstslide
Kilo = 1000 mega= 1000 000 giga = 1 miljard
Bytes - KiloBytes- MegaBytes - GigaBytes - Terra Bytes
Volt
Hertz
Slide 18 - Tekstslide
Een foto is gemiddeld 4,35 MB groot.
Rond je antwoord af op een geheel getal. Anna heeft een fototoestel met deze geheugenkaart.
Hoeveel foto's kan ze maken
A
3678,16
B
3679
C
3678
D
3,6
Slide 19 - Quizvraag
Start maken met 9.3
timer
5:00
Slide 20 - Tekstslide
Hebben we huiswerk voor volgende week?
Samenvatting van de les
Slide 21 - Tekstslide
Volgende week:
Jullie maken 9.1 + 9.2 + 9.3 (kies max 5 opdrachten per paragraaf en daag jezelf uit!)
In de thuiswerk week staat 9,4 + 9.5 en 9.6 op het weekschema.
9.6: stuur een foto van de antwoorden.
Slide 22 - Tekstslide
Evaluatievraag: Op deze manier les krijgen vind ik