BVJ Microscopie






Microscopie
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les






Microscopie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt werken met een loep en een microscoop
Leerdoel

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

K/T Leren onderzoeken 1 blz 44
B 1.3 werken met een loep en een microscoop

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Loep
Gebruik een loep die ongeveer 10 x vergroot
Breng de loep dicht bij je oog
breng het voorwerp naar de loep toe tot je scherp ziet

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De microscoop
Om dingen te zien die we met het blote oog niet kunnen zien, cellen!

Bedacht door de Nederlander Antoni van Leeuwenhoek

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De Microscoop


Op school wordt er gewerkt met een lichtmicroscoop.








Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Microscopie

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De microscoop

Leer de afbeelding van de microscoop in 3 minuten

oculair = een ooglens, vergroot 10x
tubus = houder van het oculair
revolver = draaibaar magazijn voor de objectieven
objectief = lens in de revolver. Vergroot 4x, 10x en 40x
tafel = hierop ligt het preparaat
statief = hieraan houd je de microscoop vast bij vervoeren
stelschroef = hiermee stel je het beeld scherp. Er is een grote stelschroef en een fijne stelschroef.
lamp = lichtbron
diafragma = hiermee regel je de hoeveelheid licht
voet = hierop staat de microscoop
timer
3:00

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet het onderste objectief
A
Oculair
B
Objectief
C
Tubus
D
Statief

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je kijkt door het
A
Objectief
B
Oculair
C
Statief
D
Lens

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet de buis waar je doorheen kijkt?
A
Oculair
B
Objectief
C
Tubus
D
Preparaat

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we de ronde schijf waaraan de objectieven zitten?
A
Tubus
B
Objectieven
C
Revolver
D
Diafragma

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waaraan pakken we de microscoop vast?
A
Voet
B
Statief
C
Preparaatklemmen
D
Objectieven

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet het schuifje onder de tafel?
A
Tubus
B
Diafragma
C
Tafel
D
Preparaatklemmen

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van het 'diafragma' van de microscoop?
A
het preparaat vergroten
B
hoeveelheid licht regelen
C
microscoop aan vastpakken
D
microscoop aan/uit zetten

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

voet
stelschroef
diafragma
tafel
objectief
tubus

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

we gaan het proberen!

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Haal een microscoop
pak de microscoop vast bij het statief en houd je hand onder de voet

Zet hem op je tafel met het statief van je af

Doe de stekker in het stopcontact, gaat het lampje aan?

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

check
1. tafel helemaal naar beneden?
2. kleinste oculair voor?
3. Draai het diafragma helemaal open en kijk door de oculair:
is het beeld helder verlicht?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg het preparaat tussen de preparaatklemmen op de tafel van de microscoop. 
Schuif het naar achter.
 leg het preparaat onder de klemmen!
Je maakt eerst je preparaat. Als het klaar is, leg je het op de tafel van de microscoop.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waterpest
Waterpest komt veel in sloten voor.

De blaadjes van waterpest bestaan uit slechts twee cellagen.

In de cellen bevinden zich veel bladgroenkorrels, hierdoor zie je de celkern meestal niet.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Microscopie

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Materiaal en het preparaat


Materiaal:
  • voorwerpglas/ objectglas
  • dekglaasje
  • object (het voorwerp dat je gaat bekijken)
  •  water in een druppelpipet
  • prepareernaald
Het preparaat bestaat uit:

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Het dekglaasje

- Pas op: Het dekglaasje is heel dun, breekt snel en is dan  scherp
   
- Let goed op dat je maar 1 dekglaasje op je object legt!

- Het dekglaasje gooi je na afloop weg (afval)

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een preparaat maken 
Je maakt het preparaat op je eigen tafel / je bureau. 
  • druppel water met een druppelpipet op het voorwerpglas

  • het object komt in de druppel, NIET dubbel geslagen
  • schuif een dekglaasje van opzij tegen de druppel water aan
  • Laat met een prepareernaaldhet dekglas langzaam op de druppel zakken
  • zuig overtollig water weg met filtreerpapier, zuig geen water onder het dekglas weg
  •  het object moet dun zijn, het licht van de microscoop moet er doorheen    kunnen schijnen.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Preparaat Ui
Een ui bestaat uit rokken. Dit zijn sterk verkorte en verdikte 
witte bladeren. Er zitten geen bladgroenkorrels in. 
Wel bevatten de rokken veel reservevoedsel. Dit reservevoedsel is zetmeel. 

Aan de buitenkant van een rok zit aan beide kanten een dun velletje. Dat velletje wordt de opperhuid genoemd. De opperhuid bestaat uit cellen die er ongeveer hetzelfde uitzien en ook dezelfde taak hebben. Men noemt zo'n groep cellen een weefsel.
De cellen van de opperhuid hebben tot taak de bescherming van de andere cellen van de rok. Zo'n weefsel noemt men dekweefsel. Het dekweefsel van planten wordt dus opperhuid genoemd. De opperhuid bestaat meestal uit één cellaag.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees dit door, bekijk de filmpjes. 
Maak daarna het preparaat van de uienrok
Je maakt het preparaat op je eigen tafel / je bureau. 
  • 1 druppel jodium op het objectglas
       
  • dun vliesje van de ui losmaken

  • het object (het vliesje) in de druppel leggen (niet dubbel!)
  • dekglaasje er op (zorg dat er geen luchtbellen ontstaan)
  • evt. teveel aan vocht weg halen (deppen met een doekje




    Let op: dit doen ze in het filmpje niet, wij doen dat wel! Door de kleuring zijn de onderdelen beter zichtbaar. Doe een witte jas aan!

    Slide 33 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Zorg dat je preparaat recht boven 
    de opening in de tafel komt te liggen
    Het licht schijnt door je preparaat.

    Slide 34 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Scherpstellen bij 40 x 

    1. Het preparaat ligt op de juiste plaats
    2. KIJK VAN OPZIJ , draai met de grote stelschroef de tafel weer omhoog,      LET OP dat het preparaat niet tegen het objectief komt
       4. Breng het deel van het preparaat dat jij wilt zien dichtbij de punt van 
            de aanwijs-naald. 
       5. Stel VOORZICHTIG scherp met de grote stelschroef 
       6. Stel PRECIES scherp met de kleine stelschroef

    Slide 35 - Tekstslide

    ..
    de microscoop heel precies op een laag  (niveau/hoogte) kan scherpstellen.
    Daardoor kun je de bovenste scherpstellen (dan zie je de onderste wazig) of andersom.
    grotere vergroting gebruiken
    Je hebt een scherp beeld bij een kleine vergroting
    Wat je wilt vergroten schuif je naar de punt van de aanwijs-naald
    KIJK VAN OPZIJ, draai het objectief voor dat 1 maat groter is


    Kijk weer door het oculair 
    Draai aan de kleine stelschroef.  Stel scherp.


    Slide 36 - Tekstslide

    ..
    de microscoop heel precies op een laag  (niveau/hoogte) kan scherpstellen.
    Daardoor kun je de bovenste scherpstellen (dan zie je de onderste wazig) of andersom.
    K/T: Maken opdrachten bij leren onderzoeken 1 blz 48
    B: Maken 1.3 

    Slide 37 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Tekenregels:
    - Natuurgetrouw? Kleur! Schematisch? Geen kleur!
    - Alleen potlood
    - Teken groot 
    - Eerst dunne lijnen 
    - Alleen wat je ziet 
    - Alleen lijnen 
     - Niet te ingewikkeld
     - Netjes, niet te veel gummen

    Rechts boven:
    -niet in je werkboek? Naam en klas
    -schematisch? Erbij zetten

    Links boven:
    - Welk organisme/ deel van een organisme is het?
    - Schematisch? Zet het erbij
    - Doorsnede? Zet er bij wat voor doorsnede
    - Loep/ microscoop gebruikt? de vergroting erbij zetten

    CHECK: HEB IK ALLE REGELS TOEGEPAST?

    Namen van de delen die je kent netjes onderelkaar aan de rechterkant met horizontale lijntjes ertussen!

    Slide 38 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Microscopie

    Slide 39 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies