1 havo 09122024

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Qu'est-ce qu'on va faire?
  • Bron E: Regarder en Bron F getallen
  • Herhaling ww op -er
  • Interroger met Kahoot
  • Au travail

Doel: voorbereiding op SO

Slide 2 - Tekstslide

Regarder
Pak je boek pg 78

Slide 3 - Tekstslide

Regarder
Ex. 20, 21 et 22

Slide 4 - Tekstslide

Les nombres
pg 172

Slide 5 - Tekstslide

Les nombres
  1. un
  2. deux
  3. trois
  4. quatre
  5. cinq
  6. six
  7. sept
  8. huit
  9. neuf 
  10. dix 

Slide 6 - Tekstslide

Les nombres
11. onze
12. douze
13. treize
14. quatorze
15. quinze
16. seize
17 dix-sept
18. dix-huit
19. dix-neuf
20. vingt

Slide 7 - Tekstslide

Les nombres
21   vingt-et-un
22   vingt-deux
23    vingt-trois
24    vingt-quatre
25    vingt-cinq
26    vingt-six
27    vingt-sept
28    vingt-huit
29    vingt-neuf

Slide 8 - Tekstslide

Les nombres
30   trente
40   quarante
50    cinquante
60    soixante 
70    soixante-dix
71    soixante-et-onze
72    soixante-douze
80    quatre-vingts


Slide 9 - Tekstslide

Les nombres
80    quatre-vingts
81    quatre-vingt-un
82    quatre-vingt-deux
90    quatre-vingt-dix
91    quatre-vingt-onze
99    quatre-vingt-dix-neuf


Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

Voorbereiding SO
Pak je laptop

Slide 14 - Tekstslide

chapitre 2 deel 1 (vocabulaire A - B - E + grammaire

Slide 15 - Tekstslide

Regelmatig werkwoord op -er

Slide 16 - Tekstslide

Hoe vervoeg je deze werkwoorden?
Maak eerst de stam
De stam maak je door -ER van het hele werkwoord  af te halen. Later plak je hier de uitgangen achter...

Bijvoorbeeld:
parler --> parl-
danser --> dans-

Slide 17 - Tekstslide

Als je deze regel weet, kun je alle regelmatig werkwoorden op -er vervoegen
Hele werkwoord  en daar haal je -er vanaf, daarna plak je de uitgang erbij!!
je + stam + e                          
tu + stam + es                                                  il / elle / on + stam + e         
nous + stam + ons
vous + stam + ez
ils / elles + stam + ent

Slide 18 - Tekstslide

Tu te souviens? 

Slide 19 - Tekstslide

Kies de juiste vorm van het werkwoord
ww = PARLER
nous.....
A
parles français.
B
parlons français.
C
parlent français
D
parlez français.

Slide 20 - Quizvraag

Kies de juiste vorm van het werkwoord
ww = TÉLÉPHONER
tu....
A
téléphone a ta mère.
B
téléphones à ta mère.
C
téléphonez à ta mère.
D
téléphonent à ta mère.

Slide 21 - Quizvraag

Kies de juiste vorm van het werkwoord
ww = AIMER
je / j'
A
J'aime la musique.
B
Je aime la musique.
C
J'aimes la musique.
D
J'aiment la musique.

Slide 22 - Quizvraag

Kies de juiste vorm van het werkwoord
ww = REGARDER
ils....
A
regardes le football.
B
regardons le football.
C
regardez le football.
D
regardent le football.

Slide 23 - Quizvraag

Kies de juiste vorm van het werkwoord
ww = PARLER
vous.....
A
parle japonais.
B
parles japonais.
C
parlez japonais.
D
parlent japonais.

Slide 24 - Quizvraag

Hoe vervoeg je het werkwoord 'oublier': nous .....?
(je hoeft alleen de werkwoordsvorm op te schrijven!)

Slide 25 - Open vraag

Hoe vervoeg je het werkwoord 'adorer': Roos et Floor (elles) ...... ?

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Tekstslide