4 Chapitre 1B Parler-Imparfait

Chapitre 1
Grandes Lignes 
4 vwo
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransEnseignement Secondaire

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Chapitre 1
Grandes Lignes 
4 vwo

Slide 1 - Tekstslide

Devoirs
1. Faire KLT vmbo 2016 Woots 
2. Apprendre 1A Grammaire A et les phrases-clés 4


Slide 2 - Tekstslide

Chapitre 1B Parler
Ik kan getallen (zoals telefoonnummers en bedragen) verstaan en geven.
Ik kan vertellen over mijn huis en mijn kamer.

Faire l'exercicce 25


Slide 3 - Tekstslide

Les chiffres 0 à 1000
0 = zéro                     70 = soixante-dix            400 = quatre-cents
10 = dix                      80 = quatre-vingts          500 = cinq-cents
20 = vingt                 90 = quatre-vingt-dix     510 = cinq-cent-dix
30 = trente               100 = cent                         660 = six-cent-soixante
40 = quarante         101 = cent-et-un            1000 = mille   
50 = cinquante       200 = deux-cents            
60 = soixante          300 = trois-cents            

Slide 4 - Tekstslide

Les chiffres
70 = 60+10 soixante-dix
80 = 4 x 20 quatre-vingt
90 = 4 x 20 + 10 quatre-vingt-dix
96 = 4 x 20 + 16
100 = cent
1000 = mille
Quarante-et-un

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Link

Chanson sur l'imparfait
Remplis le texte à trous.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Prononciation de l'imparfait 
Objectif: Ik kan de uitspraak van de présent et de imparfait goed herkennen.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Imparfait

Objectif: Ik kan (on)regelmatige werkwoorden vervoegen in de imparfait en weet wanneer de imparfait

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Uitgangen imparfait
De stam van de imparfait = 
nous-vorm présent        - ons + uitgangen
Uitgangen imparfait = ais-ais-ait-ions-iez-aient

*met alle werkwoorden, behalve met être

Slide 14 - Tekstslide

Regelmatige ww -ER/ -IR/ -RE in imparfait
Je neemt de nous-vorm van het werkwoord in de présent. Hier haal je -ons vanaf. Vervolgens vul je de uitgang in ->
je
ais
tu
ais
il/elle/on
ait
nous
ions
vous
iez
ils/elles
aient

Slide 15 - Tekstslide

Imparfait 
Gebruik : Imparfait kan in twee gevallen gebruikt worden. 



Toestand / Beschrijving
Il y avait beaucoup de monde
Er waren veel mensen
Herhaling / gewoonte 
Il écoutait souvent de la musique
Hij luisterde vaak naar muziek 

Slide 16 - Tekstslide

Verschil passé composé en imparfait:

Slide 17 - Tekstslide

Imparfait regelmatig ww op -er
Onderwerp 
Uitgang 
Voorbeeld 
Je
- ais
Je parlais 
Tu 
- ais
Tu parlais
Il / Elle / On 
- ait
Elle parlait
Nous
- ions
Nous parlions  
Vous 
- iez
Vous parliez 
Ils / Elles
- aient
Ils parlaient 

Slide 18 - Tekstslide

Imparfait regelm. ww op -ir : finir
nous-vorm = nous finissons
Je finissais 
Tu finissais 
Il finissait Elle finissait On finissait
Nous finissions 
Vous finissiez 
Ils finissaient Elles finissaient  


Slide 19 - Tekstslide

Imparfait reg. ww op -re : vendre
nous-vorm = nous vendons
Je vendais 
Tu vendais 
Il vendait Elle vendait On vendait
Nous vendions 
Vous vendiez 
Ils vendaient Elles vendaient  

Slide 20 - Tekstslide

Uitzondering Imparfait : être 
Être
NL
Je
J'étais 
Ik was
Tu 
T'étais 
Jij was
Il / Elle / On
Il était
Hij was
Nous 
Nous étions
Wij waren
Vous
Vous étiez 
Jullie waren
Ils / Elles
Elles étaient
Zij waren 

Slide 21 - Tekstslide

nous (trouver, imparfait)
A
trouvait
B
trouvé
C
trouvions
D
trouvons

Slide 22 - Quizvraag

je (donner, imparfait)
A
donnaient
B
donniez
C
donnions
D
donnais

Slide 23 - Quizvraag

Wat is de juiste vorm van het werkwoord "rigoler" in de imparfait?
A
Ils ont rigolé
B
Ils sont rigolé
C
Ils rigolait
D
Ils rigolaient

Slide 24 - Quizvraag

Devoirs
1. Faire l'exercice sur LessonUp sur l'imparfait
2. Faire Boîte à Grammaire: Imparfait (1-5)
3. Apprendre l'imparfait, l'heure et le vocabulaire 1B


Slide 25 - Tekstslide