blok 6 week 2 les 2

Spelling: blok 6 week 2 les 2
Doel: leren schrijven van het routewoord
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Spelling: blok 6 week 2 les 2
Doel: leren schrijven van het routewoord

Slide 1 - Tekstslide

Noem 5 tropische woorden

Slide 2 - Woordweb

We oefenen met het klankgroepenwoord
1. de douane

2. de coupletten


Slide 3 - Tekstslide

Welke tijd?
de jury heeft gedacht
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd

Slide 4 - Quizvraag

Welke tijd?
de jury denkt
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd

Slide 5 - Quizvraag

Welke tijd?
de jury dacht
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd

Slide 6 - Quizvraag

Vul het werkwoord in: bieden
Tegenwoordige tijd: de jongen........................
Verleden tijd: de jongen.........................
Voltooide tijd: de jongen..........................

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Video

routewoord

Slide 9 - Woordweb

Schrijf op:

Slide 10 - Open vraag

Schrijf op:

Slide 11 - Open vraag

Schrijf op:

Slide 12 - Open vraag

Schrijf op:

Slide 13 - Open vraag

Schrijf op:

Slide 14 - Open vraag

Schrijf op:

Slide 15 - Open vraag

provinciaal, retourtje, machinist, overzicht, reizen, fantastisch

Slide 16 - Open vraag

Schrijf op:

Slide 17 - Open vraag

Welk woordsoort is het?

wordt
A
hulpwerkwoord
B
voltooid deelwoord

Slide 18 - Quizvraag

Welk woordsoort is het?

bedekt
A
hulpwerkwoord
B
voltooid deelwoord

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm?
A
De statige Zeeuwse boerderij
B
wordt
C
met een rieten dak
D
bedekt.

Slide 20 - Quizvraag

Welk woordsoort is: Zeeuwse
A
bijvoeglijk naamwoord
B
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
C
voegwoord
D
zelfstandig naamwoord

Slide 21 - Quizvraag

Goed gewerkt!
Bladzijde 25
Plusboek bladzijde 54

Slide 22 - Tekstslide