21-22 / Goederen par. 4.4 en 4.5

Goederenstroom
Klas 1hodb
Schooljaar 2021-2022
Opleiding Ondernemer Retail
Docent: mevrouw Jansen
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
RetailMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Goederenstroom
Klas 1hodb
Schooljaar 2021-2022
Opleiding Ondernemer Retail
Docent: mevrouw Jansen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Inhoud les
  • Uitleg par. 4.4 Bestellen
  • Uitleg par. 4.5 Optimale bestelgrootte
  • Aan de slag

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen par. 4.4 bestellen:
  • Je leert wat bestelfrequentie is.
  • Je leert hoe je de bestelfrequentie moet
      berekenen.
  • Je leert wat de invloedsfactoren op de
      bestelfrequentie zijn.
  • Je leert wat bestelgrootte is.
  • Je leert hoe je de bestelgrootte moet
       berekenen.
  • Je leert wat de invloedsfactoren op de
      bestelgrootte zijn.
  • Je leert welke bestelkosten er zijn.

Slide 5 - Tekstslide

Lesdoelen par. 4.5 optimale bestelgrootte:
  • Je leert wat optimale bestelgrootte is.
  • Je leert hoe je de optimale bestelgrootte
      kunt berekenen (let op: formule van Camp
      op pag. 186 en 187  in het boek is géén
      examenstof).
  • Je leert wat totale kosten zijn.
  • Je leert hoe je de totale kosten moet
      berekenen.

Slide 6 - Tekstslide

Korte terugblik vorige les
  • Noem twee kengetallen van voorraad.
  • Wat betekent het?
  • Hoe bereken je het?
  • Wat is de relatie tussen deze twee kengetallen?

Slide 7 - Tekstslide

Een winkelier heeft een omzetsnelheid van 13. Wat betekent dit?
A
Het duurt 13 dagen voordat hij zijn gemiddelde voorraad verkoopt.
B
Hij heeft een winstmarge op zijn voorraad van 13.
C
Hij verkoopt 13 keer per jaar zijn gemiddelde voorraad.

Slide 8 - Quizvraag

Bij een gelijke omzet steeg afgelopen jaar de omzetsnelheid. Welk gevolg heeft dit voor de omzetduur?

Slide 9 - Open vraag

Waarom zou je een maximale voorraad instellen bij komkommers?

Slide 10 - Open vraag

Uitwerking vraag
Komkommers kunnen bederven. Als je teveel op voorraad hebt dan heb je te maken dat de komkommers zullen bederven en je de komkommers dus niet meer kunt verkopen.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Besteleenheid
De hoeveelheid artikelen die in één verpakkingseenheid wordt geleverd.

Slide 16 - Tekstslide

Jaralt bestelt 8 dozen alcoholvrij bier, met een inhoud van 24 flessen bier per doos. Wat is de besteleenheid van dit product?
A
1
B
8
C
24

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Noem twee factoren die van invloed zijn op de bestelfrequentie

Slide 23 - Open vraag

Antwoord 
Bijvoorbeeld:
1. De grootte van de voorraad.
2. De snelheid waarmee de leverancier kan leveren als het product op is.
3. De leverbetrouwbaarheid van de leverancier.
4. De bestelkosten per bestelling.
5. De houdbaarheid van het product.
6. De snelheid waarmee het product wordt verkocht.
7. De liquiditeit van het bedrijf.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Optimale bestelgrootte (par. 4.5)
  • De optimale bestelgrootte is de hoeveelheid artikelen die je per keer
      bestelt waarbij de optelsom van de totale voorraadkosten en
      bestelkosten zo laag mogelijk is.
  • De optelsom van de voorraadkosten en de bestelkosten noem je de totale
      kosten.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Formule van Camp niet!!!!
  • Let op: op pag. 186 (formule) en 187 (rekenvoorbeeld) in je boek staat een
     formule om de optimale bestelgrootte uit te rekenen (= de formule van
     Camp).
  • Deze formule hoef je niet te kennen voor je examen!

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Samenvattend
Jullie hebben vandaag geleerd:
  • Bestelfrequentie: begrip, berekeningswijze, invloedfactoren
  • Bestelgrootte: begrip, berekeningswijze, invloedfactoren
  • Bestelkosten
  • Wat optimale bestelgrootte is en hoe je deze kunt berekenen.
  • Wat totale kosten zijn (voorraadkosten + bestelkosten) en hoe je deze moet berekenen.

Slide 34 - Tekstslide

Aan de slag
  • Maken par. 4.4 opdracht 23 t/m 30 op pag. 180 t/m 184
  • Maken par. 4.5 opdracht 31 t/m 39
  • Let op: opdrachten met berekeningen Formule van Camp
      hoef je niet te maken!

Slide 35 - Tekstslide