Introductie FE workshop BO3

• Taal
• HBO
• Studiejaar 4

Welkom!

Online introductieworkshop Formatieve Evaluatie/Handelen

Sølvi van den Ende 

 

Het doel (aim) van vandaag:

Aim: Aan het einde van deze workshop kan jij 3 elementen van formatieve evaluatie toepassen in jouw (BO4) lessen.

Success Criteria (SC): Aan het einde van deze workshop kan jij:

• de 5 fasen van de FE cyclus van Gulikers en Baartman opnoemen.
• het verschil uitleggen tussen informele en formele Checks for Understanding (C4U)
• effectieve zelf-evaluatie en peer feedback formulieren inzetten in jouw (BO4) lessen

Hoe veel kennis van en ervaring met formatieve evaluatie heb jij al?

(Bijna) geen

Een beetje

Best veel

Misvattingen van FE

• FE kost de docent gigantisch veel tijd.
• FE is weggegooide tijd, want leerlingen doen alleen iets voor een cijfer.
• FE is een toets(moment) zonder cijfer.
• Leerlingen kunnen zichzelf en elkaar niet betrouwbaar beoordelen en feedback geven

Wat is formatieve evaluatie dan wel?

• FE geeft de docent EN de leerling inzicht in het leerproces.
• FE verlegt de verantwoordelijkheid voor het leren van docent naar leerling door het werken met doelen in plaats van toetsen.
• FE is een doorlopend proces van zelf-evaluatie, peer-evaluatie en evaluatie door de docent om verder te komen in het leerproces.
• FE biedt talloze mogelijkheden om feedback te geven en te ontvangen.
• SLO video: https://www.slo.nl/thema/meer/formatief-evalueren/

Hoe heb jij FE ingezet in jouw lessen tot nu toe?

Wiliam, Hattie en Gulikers & Baartman

FE cyclus van 5 fasen/stappen 

Per les

Per lessenserie

Per hoofdstuk

Per periode

Collect evidence of learning

Verzamel bewijs van hoe je leerlingen werken aan de SC op weg naar het doel.

C4Us = Checks for Understanding (informele en formele)

Zelf-evaluatie op basis van SC

Peer feedback op basis van SC

Analyse evidence of learning

Analyseer het bewijs van leren dat je hebt verzameld op basis van de SC.

Wat beheersen je leerlingen wel? (WWW=What Went Well). Wat moet beter (EBI=Even Better If)

Discuss findings/analysis with students

Leerlingen krijgen de WWW en EBI te horen. Hoe doe je dat? Class feedback? Groep feedback? Individuele feedback? Hoe zorg je ervoor dat je leerlingen jouw feedback begrijpen en er iets mee doen? Hoe zorg je ervoor dat de feedback de leerlingen helpen om verder te komen in hun leerproces?

Improve your teaching and the students' learning

Wat hebben je leerlingen nodig om alsnog het doel van fase 1 te halen? Welk(e) SC beheersen ze nog niet? Hebben ze meer uitleg nodig? Hebben ze meer oefening nodig? Hebben ze andere opdrachten nodig? Hoe kan je jouw onderwijs aanpassen zodat zij het doel halen?

Aims and success criteria (SC)

AIM(S) = Waar werken je leerlingen naar toe? Wat moeten je leerlingen kunnen aan het einde van de les/lessenserie/hoofdstuk/periode?

SC = Welke aspecten van leren moeten je leerlingen beheersen om het doel te halen? Wat imoeten je leerlingen kunnen (laten zien) zodat jij weet dat zij op weg zijn om het doel te halen? SC laten ALTIJD bewijs van leren zien en moeten niet verward worden met instructies voor opdrachten.

Is dit een voorbeeld van een SMART AIM:
Students can write a funny story in English.

Ja

Nee

Ik weet het niet

Voorbeeld aim Teaching Methodology (Vakdidactiek jaar 4 Engels)

At the end of this course, students can design, carry out and reflect on a lesson series based on the 5 cycle loop of FE in a 3000-word paper or a 15-minute vlog.

Wat was het doel van dit uur ook alweer?
Aim van vandaag: Aan het einde van deze ............ kan jij ...... elementen van .......... toepassen in jouw (BO4) lessen.

1. slide - de beste - LessonUp
2. workshop - 3 - formatieve evaluatie
3. dag - alle - formatieve evaluatie

Ik weet waar alle letters in SMART voor staan.

Ja

Nog niet

Which aim for a single lesson is SMART?

1. Students can write 5 sentences in English.
2. Students know how to tell a funny joke.
3. Students can use the past simple correctly when talking about their latest holiday for 2 minutes.
4. Students at A1 level can discuss their political preference for 8 minutes.

Success Criteria (SC)

• Success criteria zijn de mini-aims die studenten moeten beheersen om het doel van een les/lessenserie/hoofdstuk/ periode te halen. 
• Success criteria laten  ALTIJD bewijs van leren zien dat leidt tot het halen van het doel.

Let op! Instructies zoals 'De brief moet 200 woorden bevatten', 'werk in groepjes van 3', 'je mag het internet raadplegen voor informatie', 'je moet 3 verschillende naamvallen gebruiken', enz. geen SC zijn omdat ze geen bewijs van leren laten zien.

Example of aim+SC:

Aim: At the end of the lesson, (A1) students can use the present simple correctly in 10 sentences about themselves and their family members.

SC: Students can explain when the present simple is used.

SC: Students can recognise the subject of a sentence as he/she/it.

SC: Students can identify the ending of the stem of the verb as ss/ch/sh/x/o 

        and add -es after the stem.

SC: Students can identify the ending of the stem of the verb as consonant+y

        and change the y to i and add -es after the i.

Onthoud: SC laten bewijs van leren zien!

Gebruik actie werkwoorden om SC te formuleren zodat de voortgang in het leerproces van leerlingen geobserveerd kan worden. Use Bloom's taxonomy. 

Remember:         define. identify. describe. label. list. ...

Understand:       explain. describe. interpret. paraphrase. summarize. ...

Apply:                    solve. apply. illustrate. modify. use. ...

Analyse:               analyze. compare. classify. contrast. distinguish. ...

Evaluate:              reframe. criticize. evaluate. order. appraise. ...

Create:                 design. compose. create. plan. ....

https://michener.ca/wp-content/uploads/2017/09/Blooms-Taxonomy-Verb-List.pdf

Welk SC is passend en juist geformuleerd voor het doel:

'Before the end of the lesson, (A2) students can talk about 3 different activities they did during their latest holiday for 2 minutes.'

1. Students can make correct sentences.
2. Students can use 5 regular and 3 irregular verbs in the past simple to describe holiday activities
3. Students understand how to use the past simple in sentences.
4. Students know time phrases in the past.

Checks for understanding (C4U)

Informeel: 

Korte checks die met ja/nog niet beantwoord kunnen worden.

Formeel: Leerlingen moeten iets produceren om te laten zien dat ze iets beheersen.

Formele C4Us volgen informele C4Us op.

Checks for understanding (C4U)

8 informele C4Us (quick checks): https://www.edutopia.org/article/8-quick-checks-understanding

62 verschillende C4Us: https://www.classcraft.com/blog/ways-to-check-for-understanding/

Digitale C4Us: https://www.nwea.org/blog/2021/75-digital-tools-apps-teachers-use-to-support-classroom-formative-assessment/

Zelf-evaluatie en peer-feedback

• Gelinkt aan de SC en niets anders!
• Op niveau van de leerling!
• SMART

Checklists moeten beschrijvend zijn.

WEL: De leerling heeft bij he/she/it het werkwoord + S gebruikt

NIET: De leerling heeft de correcte vorm van het  werkwoord gebruikt. 

WEL: De leerling heeft in de introductie zichzelf voorgesteld en de reden gegeven voor het  

           schrijven van de mail.

NIET: De leerling heeft een goede introductie geschreven.

WEL: Onderstreep de 10 woorden van hoofdstuk 1 die de leerling in het verhaal heeft gebruikt.

NIET: De leerling heeft 10 woorden van hoofdstuk 1 gebruikt.

1. Welke 3 (of meer) elementen van FE zou je morgen kunnen inzetten in jouw lessen?
2. Welke vragen heb je en/of waar zou je meer over willen weten?

Images references

Slide 1: Formative assessment. Wisconsin Department of Public Instruction. (2022, October 3). Retrieved March 8, 2023, from https://dpi.wi.gov/strategic-assessment/cycles-assessment/formative 

Slide