Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Taal Blok 2 Toets herhaling
Waar gaan we het over hebben?
persoonlijk voornaamwoord
zelfstandig naamwoord
telwoorden
bijvoeglijk naamwoord
1 / 13
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Taal
Basisschool
Groep 5
In deze les zitten
13 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Waar gaan we het over hebben?
persoonlijk voornaamwoord
zelfstandig naamwoord
telwoorden
bijvoeglijk naamwoord
Slide 1 - Tekstslide
persoonlijk voornaamwoord
Woorden zoals
ik, jij, hij, wij, zij (ev), zij (mv), ze, we
.
Ze komen in plaats van woorden en namen voor
mensen, dieren en dingen.
Moeder en ik gaan koekjes bakken.
Wij
gaan koekjes bakken.
Een groot wiel gaat draaien door de stoom.
Het
gaat draaien door de stoom.
Slide 2 - Tekstslide
Vervang de woorden tussen haakjes door een persoonlijk voornaamwoord:
(De burgemeester) schraapt zijn keel.
A
hij
B
het
C
wij
D
zij
Slide 3 - Quizvraag
Vervang de woorden tussen haakjes door een persoonlijk voornaamwoord:
(De mensen) zitten op de tribune.
A
wij
B
zij (mv)
C
we
D
het
Slide 4 - Quizvraag
zelfstandig naamwoord
Een zelfstandig naamwoord is een woord voor
een mens, dier of ding.
Je kunt er een
lidwoord
voor zetten:
de, het, een
.
De kinderen spelen buiten met elkaar.
De
kinderen
spelen buiten met elkaar.
Slide 5 - Tekstslide
Welk woord in deze zin is een zelfstandig naamwoord?
Het jongetje loopt tegen mij aan.
A
loopt
B
mij
C
jongetje
D
tegen
Slide 6 - Quizvraag
Welke woorden in deze zin zijn een zelfstandig naamwoord?
De ridder aait de paarden in de stal.
A
ridder en aait
B
paarden, aait en stal
C
ridder, paarden en stal
D
ridder en in
Slide 7 - Quizvraag
telwoorden
Een telwoord laat zien hoeveel er van iets is. Of wat de volgorde is.
Dat kan
heel precies
of
minder precies.
Mijn oma is
zeventig
jaar oud.
Voor het huis staan
enkele
fietsen.
Slide 8 - Tekstslide
Is het woord tussen haakjes een precies telwoord?
De kinderen hadden (weinig) cadeautjes gekregen.
A
ja
B
nee
Slide 9 - Quizvraag
Welk woord is een minder precies telwoord?
A
dertig
B
negende
C
sommige
D
achtentwintig
Slide 10 - Quizvraag
bijvoeglijk naamwoord
Woorden die meer vertellen over een
zelfstandig naamwoord.
Staat een bijvoeglijk naamwoord
voor
een zelfstandig naamwoord? Dan komt er vaak een
-e
achter!
Haar jurk is mooi.
Haar jurk is
mooi.
Slide 11 - Tekstslide
Welk woord in deze zin is een bijvoeglijk naamwoord?
De groene kikker had last van spierpijn.
A
spierpijn
B
last
C
groene
D
kikker
Slide 12 - Quizvraag
Welk woord is een bijvoeglijk naamwoord?
A
brood
B
liefde
C
prachtige
D
kikker
Slide 13 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Taal: woordsoorten groep 6/7/8
Oktober 2024
- Les met
28 slides
Spelling
Basisschool
Groep 7,8
TOETS Grammatica: taalkundig ontleden periode 3 M2
April 2023
- Les met
35 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Herhaling woordsoorten
November 2022
- Les met
41 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
2tha1, cursus 5 grammatica, WS aanwijzend en vragend vnw., telwoord
November 2023
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Les 1 Woordsoorten / Woordbenoeming
Augustus 2022
- Les met
34 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
3M H3 Grammatica: woordsoorten
December 2022
- Les met
47 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 3
Les 01 - Grammatica woordsoorten: de basis
Januari 2021
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Woordsoorten - herhaling
Oktober 2022
- Les met
27 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1