3v-Kap1-Grammatik-Genitiv

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Hausaufgabe war:
Beginnen mit lernen: Wörterliste D, F  (D-NL, NL-D)


https://quizlet.com/611482736/trabi-tour-3-vwo-kap1-worterliste-d-f-flash-cards/

Slide 2 - Tekstslide

Lernziel heute:
=> ich wiederhole die Fälle 1, 3, 4 = Nominativ, Dativ und Akkusativ

=> Ich kenne den 2. Fall = Genitiv  
- ich weiß, wann er benutzt wird  
- ich kann die Formen benutzen


Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Genitiv (tweede naamval)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

De tweede naamval drukt uit dat twee personen of zaken bij elkaar horen. In het Nederlands gebruiken we dan meestal van. Bijvoorbeeld:

de auto van mijn zus  -  das Auto meiner Schwester

Slide 7 - Tekstslide

In het Nederlands?
Het Koninkrijk der Nederlanden
Het Leger des Heils
's avonds (=des avonds)
Anna's fiets
's Gravenhage
plek des onheils
de heer des huizes
de tand des tijds


Slide 8 - Tekstslide

Der-groep:
mannelijk      vrouwelijk     onzijdig            meervoud
des + (e)s        der                  des + (e)s         der
   

Ein-groep:
mannelijk      vrouwelijk     onzijdig            meervoud
eines+(e)s      einer               eines                  keiner


Slide 9 - Tekstslide

2e naamval of von?
In spreektaal komt von wel regelmatig voor 
en
-bij namen van personen: die Eltern von Tim
-bij geografische namen: der Hafen von Hamburg

Slide 10 - Tekstslide

-s of -es?
Mannelijke en onzijdige woorden krijgen in de 2e naamval de uitgang -s, maar soms wordt in plaats daarvan de uitgang -es gebruikt:

-achter woorden die eindigen op een s-klank : die Quelle des Flusses (der Fluss)
-soms moet je de -s aan het einde verdubbelen: die Tore des Gefängnisses (das Gefängnis)
-achter woorden met 1 lettergreep: der Keller meines Hauses, die Mähnen des Pferdes

Slide 11 - Tekstslide

1. De mening van mijn zus =
Die Meinung _________ Schwester__
A
meiner Schwester
B
meines Schwesters

Slide 12 - Quizvraag

2. Der Turm dies___ Kirche____ (die)
A
jenes Kirches
B
jener Kirche
C
jener Kirches
D
jenes Kirche

Slide 13 - Quizvraag

3. Die Mutter dies____ Kind____
A
dieser Kindes
B
dieser Kind
C
dieses Kindes
D
dieses Kind

Slide 14 - Quizvraag

Haben wir die Lernziele errreicht?
=> Ich kenne den 2. Fall = Genitiv
- ich weiß, wann er benutzt wird
- ich kann die Formen benutzen
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

An die Arbeit!
--> Bearbeite das Arbeitsblatt
-> benutze das Handout

Slide 16 - Tekstslide

Hausaufgabe 
E: Aufgabe 16+17 machen, Seite 25
Lernen: Wörterliste D/F
Grammatik: Formen Genitiv lernen (naamvalschema oder  Seite 46/47)

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide