Short answers/prepositions of time

Grammar 2
(prepositions of time)
(p.11 TB)
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Grammar 2
(prepositions of time)
(p.11 TB)

Slide 1 - Tekstslide

Voorzetsels van tijd
We're flying to Brazil on 1 March.

ON      dagen & data
IN        maanden, jaartallen, seizoenen en dagdelen
AT        hoe laat het is + vaste uitdrukkingen.

Slide 2 - Tekstslide

Voorzetsels van tijd
Vaste uitdrukkingen:
- at Christmas
- on Christmas day
- at Easter
- at the weekend
- on weekends
- in a minute

Slide 3 - Tekstslide

The shop closed ...... June last year.
A
in
B
on
C
at

Slide 4 - Quizvraag

Is it dark ...... night?
A
in
B
on
C
at

Slide 5 - Quizvraag

The moon was full ...... September 26.
A
in
B
on
C
at

Slide 6 - Quizvraag

The pizza is ready ...... five minutes.
A
in
B
on
C
at

Slide 7 - Quizvraag

Snap je dit?
😒🙁😐🙂😃

Slide 8 - Poll

Grammar 1 
Korte ja/nee-antwoorden
(p.11 TB)

Slide 9 - Tekstslide

Short answers
Have they left?
Yes, they have.
No, they have not. (haven't)

Herhaal het eerste werkwoord uit de vraag.
Als er 'you' staat, wordt de vraag aan jou gesteld. 
Gebruik dan 'I' in je antwoord.

Slide 10 - Tekstslide

Examples
 Is Anne coming to the concert?
 Yes, she is. / No, she is not (isn't)

Can they buy the tickets this afternoon?
Yes, they can. / No, they can’t. (can not)

Slide 11 - Tekstslide

Will you go to they party?
No, ...

Slide 12 - Open vraag

Did your teacher give instructions?
Yes, ...

Slide 13 - Open vraag

Is this club open?
Yes, ...

Slide 14 - Open vraag

Are you going out tonight?
No, ...

Slide 15 - Open vraag

En snap je dit onderdeel ook?
0100

Slide 16 - Poll

Let's do the work
Put your phones back in the sockets

Slide 17 - Tekstslide