Bespreken tentamen

Tekst 1: Moulin Rouge
Altijd:
  • Titel
  • Plaatje 
  • Inleiding
  • Eerste zin, laatste zin
Laatste zin: C'est ce que j'adore vraiment...

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Tekst 1: Moulin Rouge
Altijd:
  • Titel
  • Plaatje 
  • Inleiding
  • Eerste zin, laatste zin
Laatste zin: C'est ce que j'adore vraiment...

Slide 1 - Tekstslide

Tekst 2: Montmartre
  1.  Eerste zin, laatste zin. Zoek "dommage" en kijk wat er voor staat.
  2. 1  = voorkennis
    2 = connu = beroemd, moins connu = minder beroemd
    3 = laatste zin, élèves étrangers (jonge Parijzenaren wordt überhaupt niet genoemd)

Slide 2 - Tekstslide

Tekst 3: Cirque du soleil
  1. Logisch beredeneren, waar zou een eerste alinea over kunnen gaan? Antwoord A en B zijn dan mogelijk.  
    Créé = né =  het antwoord
    Laatste zin: C'est le début de cette entreprise
  2. Voorkennis: mensencircus zonder dieren. Ce qui fait une grande différence avec le cirque traditionnel, c’est l’absence d’animaux dans lesreprésentations.

Slide 3 - Tekstslide

Tekst 3: Cirque du soleil
3.   Eerste en laatste zin: uit beide zinnen kun je het antwoord             afleiden.
4.   Staat letterlijk in de tekst:
L’un des fondateurs de Cirque du Soleil, Guy Laliberté, crée en 2007 une fondation qui aide les pays pauvres à accéder à l’eau potable (qu’on peut boire sans danger pour la santé).

Slide 4 - Tekstslide

Tekst 4: Idéfix 
  1. Begin van de alinea. Lastig, goed lezen.
  2. Alinea 2: verschillende namen + s'appeler in eerste zin
  3. Alinea 3: eerste en laatste zin: fysieke kenmerken
  4. Alinea 4: succès
  5. Alinea 5: eerste en laatste zin: environnement (=milieu) en forêt (=bos)

Slide 5 - Tekstslide

Tekst 5: maison
  1. Lastig, hier moet je heel de tekst voor lezen.  Wie dit fout heeft: laat me je antwoord weten, dan bespreken we samen het stukje tekst.
  2. Laatste zin: L’identité du propriétaire reste toujours un mystère.

Slide 6 - Tekstslide

Tekst 6: Tour de France
  1. Lastig. Lees heel de alinea. De voorbeelden geven aan dat het om een omschrijving gaat.
  2.  Lees de regel voor en na de open plek. Duur, veel geld nodig oplossing = donaties
  3. Laatste zin.

Slide 7 - Tekstslide

Tekst 6: Tour de France
4.   Eerste en laatste zin maken het al duidelijk en in het midden van de alinea staat het letterlijk genoemd: Et quand un cadeau tombe sur le sol, tout le monde court et on fait de son mieux
pour le prendre.
5.   Laatste regel: C'était le meilleur moment.

Slide 8 - Tekstslide

Tekst 8: Comment tu t'appelles?
  1. Zowel de laatste zin van de eerste alinea als de laatste zin van de tweede alinea geven het antwoord.
  2.  Heel de alinea geeft het goede antwoord, je kunt het ook uit alleen de laatste zin afleiden.
  3. Lees de zin voor en de zin na de open plaats. Daar past alleen het woord "bijvoorbeeld" in.

Slide 9 - Tekstslide

Tekst 10: le zoo d'Amnéville
  1. Je kunt er voor kiezen een vraag die over de hele tekst gaat in eerste instantie open te laten/over te slaan. Bij het beantwoorden van de overige vragen lees je de tekst in delen door en kom je tot de juiste antwoorden. Je kunt ook gericht op zoek gaan naar de namen en daar de juiste antwoorden uit afleiden.

Slide 10 - Tekstslide

Tekst 10: le zoo d'Amnéville
2.   Zoek het woord "exceptionnel op in de tekst, vlak daarvoor             staat het antwoord.  
3.   Wanneer je de zin vertaalt past er maar één woord op de                 open plek. Zou alles wel goed gaan? > bezorgd
4.   Eerste zin en vooral ook laatste zin van de alinea bevat het             antwoord.
5.   Tegenwoordig = aujourd'hui > het antwoord volgt.

Slide 11 - Tekstslide

Tekst 10: le zoo d'Amnéville
6.   Lees de zin voor en na de open plek. Invulwoorden zijn vaak           (bijna altijd) structuurwoorden! Leer deze dus goed!

Slide 12 - Tekstslide

Tekst 11: Sculptures de sable
  1. In alinea 1 staan de woorden "rond" en "carré" tussen aanhalingstekens. Dit zijn vormen.
  2.  Hier heb ik helaas echt geen uitleg bij.
  3. Zowel de vraag (titel alinea) als de laatste zin geven het antwoord.
  4.  Le plus gros risque, ce sont les visiteurs. Vraag in het Nederlands dus wel vertalen!

Slide 13 - Tekstslide

Tekst 11: Sculptures de sable
"un grand nombre de célébrités" en "on découvre aussi
beaucoup d’arbres".

Korte tekst, hele tekst lezen.

Slide 14 - Tekstslide