les 2 8.2 bloedstolling

Welkom
Zitten volgens groeps indeling op het bord
Tas van tafel
Laptop + Binas pakken
Ga in deze Lesson-Up
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Zitten volgens groeps indeling op het bord
Tas van tafel
Laptop + Binas pakken
Ga in deze Lesson-Up

Slide 1 - Tekstslide

Startopdracht
  1. Quinten besteld bij domino's en eet een pizza zonder ananas. Dat hoort immers niet op een pizza. Wat zal er met de osmotische waarde van bloedplasma gebeuren?
  2. Bij bloedonderzoek van een zwangere vrouw wordt het hemoglobinegehalte bepaald. Naar welke bloeddeeltjes wordt hier onderzoek gedaan?
  3. Bij leukemie (bloedkanker) werkt een deel van de witte bloedcellen van je eigen lichaam niet meer goed. Het zijn kankercellen geworden die hun taak niet meer kunnen uitvoeren. Wat voor soort transplantatie heeft een leukemiepatiënt vaak nodig om te genezen?
  4. Wat voor verschillende type bloedcellen zijn er, en wat is hun functie? (R)
  5. Wat is homeostase?

timer
4:00

Slide 2 - Tekstslide

opdracht
  1. Leg je samenvatting op tafel/scherm
  2. geef iedere buur 1 tip en 1 top (inhoud, structuur, afwerking)
  3. vul je eigen samenvatting aan / verbeter naar aanleiding van wat je ziet bij je buren.

Ik loop rond om te kijken of ze allemaal goed genoeg zijn.

Alle kneuzen zonder samenvatting stuur je weg uit je groepje (behalve als ze ziek waren)

timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide

Je kunt nu
Uitleggen hoe verschillende orgaanstelsels samenwerken om te zorgen voor homeostase in het lichaam.

Uitleggen hoe ieder (in het boek genoemd) bestanddeel van het bloed bijdraagt aan de functies van het bloedvatstelsel 


Slide 4 - Tekstslide

Doel
Je kunt uitleggen waar in het lichaam verschillende bloedcellen gemaakt worden


Slide 5 - Tekstslide

Rood beenmerg
BINAS 84 I en 80A
Stamcellen kunnen delen én differentiëren.

cel differentiatie: specialiseren tot een bepaald type cel

in platte botten en uiteinden van pijpbeenderen


Slide 6 - Tekstslide

Welk type bloedcellen differentiëren in de lymfeknopen en milt (lymfatisch weefsel)? (binas 84I)

Slide 7 - Open vraag

Leg aan de hand van tabel 84I (eventueel 89A) uit dat het gebruik van EPO prestatie bevorderend is voor topsporters (T2)

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

DOEL
Je kunt in verschillende contexten uitleggen hoe bloedstelling werkt, hoe het beinvloed kan worden en welke effecten (verkeerde) bloedstolling kan hebben.

Slide 10 - Tekstslide

Uitwendige bloeding
Inwendige bloeding

Slide 11 - Tekstslide

Stap 1: bloedplaatjes blijven plakken bij het beschadigd weefsel, daardoor ook aan elkaar.

Slide 12 - Tekstslide

Stap 2: signaalstoffen uit bloedplaatjes
zorgen dat bloedvaten vernauwen (vasoconstrictie)

Slide 13 - Tekstslide

Stap 3: stollingsfactoren in het bloed (20 verschillende) reageren met elkaar tot fibronogeen (oplosbaar) wordt omgevormd tot een net van fibrinedraden. Rode bloedcellen geven kleur aan de korst. 

Slide 14 - Tekstslide

Stollingsfactoren
  • eiwitten
  • gemaakt door de lever
  • Voor een aantal is vitamine K essentieel

opdracht:
zet op volgorde groot-klein:
eiwit, witte bloedcel, glucose

Slide 15 - Tekstslide

Welk vast bestanddeel in het bloed zorgt voor de bloedstolling
A
Rode bloedcellen
B
Witte bloedcellen
C
Bloedplaatjes
D
Bloedplasma

Slide 16 - Quizvraag

Fibrine is oplosbaar, fibrinogeen niet
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Video

Bloedpropjes / trombose
Mogelijke oorzaken:
1. De wand van een bloedvat is aangetast, bijvoorbeeld door een operatie of bij aderverkalking, dan kan makkelijk een stolsel ontstaan aan de vaatwand.

2. Het bloed langzamer stroomt door lang stilzitten of liggen bijvoorbeeld na een operatie of bij ziekte, is de kans groter dat er een stolsel ontstaat.

3. De samenstelling van bloed verandert, door bijvoorbeeld zwangerschap of ziekte, dan kan eerder een stolsel ontstaan.

Slide 19 - Tekstslide

Bloedpropjes / trombose
Kunnen vast lopen in bv:
  • Longen (Longembolie)
  • Hart (Hartinfarct)
  • Hersenen (Beroerte/Herseninfarct)

Wat is de reden dat het vastlopen van een bloedpropje zorgt voor problemen?

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Leg uit waarom mensen, die in een vliegtuig vlucht van langer dan 6 uur zitten, aangeraden worden om strek- en buig oefeningen te doen. (T1)

Slide 22 - Open vraag

Het gif van adders stimuleert de omzetting van protrombine tot trombine (beide stollingsfactoren). Dit zorgt er voor dat meer fibrinogeen wordt omgezet tot fibrine. Anton wordt gebeten in zijn been. Leg uit waaraan hij kan overlijden als hij geen antigif krijgt toegediend.

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Video

HUISWERK

Maak een samenvatting van 8.3
Maak opgaven bij 8.3

Slide 25 - Tekstslide

0

Slide 26 - Video