H1c & A1b - woe 6 januari

1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

LES JOURS DE LA SEMAINE

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Les jours de la semaine

Slide 18 - Open vraag

dimanche
A
donderdag
B
vrijdag
C
zaterdag
D
zondag

Slide 19 - Quizvraag

vendredi
A
woensdag
B
donderdagwit
C
vrijdag
D
zaterdag

Slide 20 - Quizvraag

jeudi
A
dinsdag
B
woensdag
C
donderdag
D
vrijdag

Slide 21 - Quizvraag

janvier
mars
mai
février
avril
juin
maart
februari

april

mei
januari

juni

Slide 22 - Sleepvraag

septembre
juillet
août
novembre
décembre
octobre
juli
november

december

augustus
september
oktober

Slide 23 - Sleepvraag

Hoe zeg je augustus in het Frans
A
auot
B
ouat
C
aout
D
oaut

Slide 24 - Quizvraag

Wat is juli in het Frans ?
A
juliette
B
juillet
C
juin
D
jullet

Slide 25 - Quizvraag

Wat is maart in het Frans?
A
mars
B
juin
C
novembre
D
août

Slide 26 - Quizvraag

Vertaal: januari
A
janvier
B
januar
C
janvière
D
january

Slide 27 - Quizvraag

Wat is août in het Nederlands?
A
juni
B
september
C
augustus
D
mei

Slide 28 - Quizvraag

Mois dix de l'année (geef de tiende maand van het jaar)
A
novembre
B
juillet
C
mai
D
octobre

Slide 29 - Quizvraag

Le mois après mai
A
mars
B
juin
C
aout
D
juillet

Slide 30 - Quizvraag

les mois de l'année

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

les mois de l'année
août
septembre
octobre
novembre
decembre
janvier 
février 
mars 
avril 
mai 
juin
juillet

Slide 33 - Tekstslide

samedi
A
vrijdag
B
zaterdag
C
zondag
D
maandag

Slide 34 - Quizvraag

Lundi
A
maandag
B
dinsdag
C
woensdag
D
zondag

Slide 35 - Quizvraag

Wat is het Franse woord voor dinsdag
A
Lundi
B
Mercredi
C
Mardi
D
Dimanche

Slide 36 - Quizvraag

Maandag
Dinsdag

Woensdag
Donderdag
Vrijdag

Zaterdag

Zondag
Jeudi
Vendredi
Mardi
Dimanche
Mercredi
Samedi
Lundi

Slide 37 - Sleepvraag

C'est quel jour aujourd'hui?

Slide 38 - Open vraag

La fin du cours

Slide 39 - Tekstslide