In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.
Lesduur is: 70 min
Onderdelen in deze les
8.3 trilling in beeld
Slide 1 - Tekstslide
planning van de les
-Herhaling §8.1-§8.2
-Uitleg §8.3
-Zelfstandig werken
Slide 2 - Tekstslide
herhaling 8.1 geluid als trilling
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Een geluidsbron:
A
is een stof waardoor trillingen zich verplaatsen.
B
vangt trillingen van de lucht op.
C
veroorzaakt trillingen in de lucht.
D
zet trillende lucht om in geluid.
Slide 5 - Quizvraag
Wat is hier geen geluidsbron?
A
Radio
B
Iemand die praat
C
Echo in een tunneltje
D
De bel
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Video
Sleep de geluidsbron naar het vakje "geluidsbron"
Geluidsbron
Viool
Microfoon
Gehoorapparaatje
Vleugels van een mug
Fietsbel
Kaars
Slide 8 - Sleepvraag
Als je geluid hoort, wordt dat geluid ergens door geproduceerd. Hieronder staat een aantal ‘geluidsproducenten’. Welke geluidsbron hoort bij welke ‘geluidsproducent’? Zet de geluidsproducent achter de geluidsbron.
viool
je stem
drumstel
luidspreker
stembanden
vel
snaren
conus
Slide 9 - Sleepvraag
leg in je eigen woorden uit hoe je door een trilling aan te passen geluid harder, zachter, hoger en lager kan laten klinken.
Slide 10 - Open vraag
8.2 tonen horen
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Slide 13 - Video
Dit deel maakt geluid
Dit deel vangt geluid op
Dit deel versterkt geluid
Dit deel speelt het geluid af
Slide 14 - Sleepvraag
Geluid heeft ......................... nodig om te worden doorgegeven. Hoe .......................... deze is des te sneller het geluid wordt doorgegeven. In een ........................... kan geluid zich niet verspreiden omdat er geen deeltjes zijn om het door te geven. Muziek kan je zonder lucht ......................... horen.
Niet
Materie
Harder
Vacuüm
Slide 15 - Sleepvraag
Het geluid dat wordt gebruikt voor deze metingen heeft een zeer hoge frequentie, ongveer 50.000 Hz.
In het diagram zie je het gehoorbereik van de mens en verschillende dieren.
Sleep de zinnen naar het goede vak!
Juist
Onjuist
Een bruinvis hoort dit geluid
Een dolfijn hoort dit geluid
Een mens hoort dit geluid
Een kikker hoort dit geluid
Slide 16 - Sleepvraag
Kies onder ieder woord de omschrijving die er het beste bij past.
Gitaar
Lucht
Oor
Geluidsbron
Tussenstof
Ontvanger
Slide 17 - Sleepvraag
Je kunt een geluid alleen horen als er een tussenstof is: een stof waardoor de trillingen zich kunnen verplaatsen van de geluidsbron naar een ontvanger.
Sleep het juiste woord naar de juiste afbeelding.
geluidsbron
ontvanger
medium
Slide 18 - Sleepvraag
Slide 19 - Video
Geluidspatroon
Er zijn apps waarmee je de trillingen van een geluid zichtbaar kunt maken
Geluidspatroon is het u,t diagram
Toongenerator + geluidspatroon
Slide 20 - Tekstslide
Geluidspatroon
Hoe lang duurt 1 trilling? (uitwijking =hoe ver trilling op en neer gaat
1 trilling is 3.3 ms (miliseconde)
Slide 21 - Tekstslide
Harmonische trilling
dit is een gelijkmatige trilling
Frequentie = aantal trillingen per seconde
Hoe hoger de uitwijking, hoe harder het geluid
Slide 22 - Tekstslide
De oscilloscoop en toongenerator
De scoop is een apparaat dat trillingen zichtbaar kan maken.
De toongenerator kan tonen van verschillende frequenties maken.
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Video
Trilling bij klankkleur
Slide 25 - Tekstslide
Frequentie en trillingstijd
De trillingstijd is 2 s.
De frequentie is ½ hertz (Hz)
In de wiskunde heten ½ en 2 elkaars omgekeerde.
Trillingstijd en frequentie zijn elkaars omgekeerde.
Slide 26 - Tekstslide
Hard hoog geluid
Hard laag geluid
Zacht laag geluid
Zacht hoog geluid
Slide 27 - Sleepvraag
Laat met een berekening zien wat de trillingstijd is van een toon met Frequentie van 45.000 Hz.
Slide 28 - Open vraag
Trillingstijd = 20 ms Bereken de frequentie en type je berekening uit.