BS 1 genotype en fenotype mavo 3 2024-2025

leerdoelen
  • Je kunt omschrijven wat een genotype , fenotype en gen is

  • Je kan beschrijven hoe organismen informatie over erfelijke eigenschappen overdragen op hun nakomelingen via chromosomen.


1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

leerdoelen
  • Je kunt omschrijven wat een genotype , fenotype en gen is

  • Je kan beschrijven hoe organismen informatie over erfelijke eigenschappen overdragen op hun nakomelingen via chromosomen.


Slide 1 - Tekstslide

Van chromosomen naar genen
Elk lichaamscel bevat 46 chromosomen. 

Alle chromosomen bestaan uit DNA. 

Het DNA bevat genen. 
Gen = een stukje DNA met code voor 1 erfelijke eigenschap

Slide 2 - Tekstslide

Chromosomen, DNA 
en genen

Zo'n 'code' noemen we een gen.

Een gen codeert voor een specifieke erfelijke eigenschap.




Slide 3 - Tekstslide

Gen en allel
Voorbeeld: 
Gen codeert voor haarkleur

Allel zijn de verschillende vormen van een gen. Haarkleur variatie (vormen) vb. zijn blond, zwart, bruin

Slide 4 - Tekstslide

FENOTYPE EN GENOTYPE
GENOTYPE
De informatie voor de erfelijke eigenschappen van een organisme. 

FENOTYPE
Wat je ziet van een eigenschap

Slide 5 - Tekstslide

Genotype en fenotype
Genotype
Is altijd hetzelfde

Fenotype

Kan worden veranderd


Slide 6 - Tekstslide

Bij de vorming van geslachtscellen (reductiedeling) ontstaan veel verschillende genotypen.
Bij moeder gebeurt hetzelfde.

Slide 7 - Tekstslide

Hoe ontstaat het genotype?
  • Vorming van geslachtscellen door reductiedeling (meiose)
  • Genen komen enkelvoudig voor, dus niet in paren.
  • Bevruchting: unieke combinatie van genen.
  • Genen komen in paren voor.
  • Mitose vanaf bevruchting voor groei vanembryo.

Slide 8 - Tekstslide

Fenotype
Fenotype=het uiterlijk van een orgamisme

Slide 9 - Tekstslide

Genotype: alle erfelijke informatie die vaststaat in het DNA/chromosomen.

Fenotype: het uiterlijk van een organisme.

Slide 10 - Tekstslide

Fenotype & Genotype
Genen bepalen het fenotype, maar ook milieufactoren.

Voorbeeld (zie foto): 
Genotype = blanke huidskleur
Fenotype = blanke huidskleur
Milieufactor = zon  
Gevolg fenotype = bruine huidskleur

Slide 11 - Tekstslide

Relatie tussen genotype & fenotype

Slide 12 - Tekstslide

Genotype + Milieu --> Fenotype

Slide 13 - Tekstslide

Filmpje over fenotype

Slide 14 - Tekstslide

0

Slide 15 - Video

check leerdoelen...

Slide 16 - Tekstslide

Welke uitspraak over genotype en fenotype klopt het best?
A
Het fenotype komt voort uit het genotype.
B
Het genotype komt voort uit het fenotype.
C
Het fenotype komt voort uit het genotype en milieuinvloeden.

Slide 17 - Quizvraag

Heeft een vlo hetzelfde fenotype als de pop waaruit hij is ontstaan? En hetzelfde genotype?
A
alleen hetzelfde fenotype
B
alleen hetzelfde genotype
C
hetzelfde fenotype en genotype
D
verschillende genotype en fenotype

Slide 18 - Quizvraag

Genotype
Fenotype
Haarkleur
Karakter
Bloeddruk
DNA
Vorm van je mond

Slide 19 - Sleepvraag

Niet iedereen wordt even lang.
Hoe lang je wordt, hangt ook af van je erfelijke aanleg.

Waardoor wordt lengte bepaald?
A
Alleen door het genotype
B
Alleen door invloeden uit de omgeving
C
Door het genotype en invloeden uit de omgeving

Slide 20 - Quizvraag

Is het genotype van de larve hetzelfde als het genotype van het volwassen dier?
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quizvraag

Niet iedereen is even gespierd. Sommige mensen hebben aanleg om snel gespierd te worden. Training helpt om je spieren te ontwikkelen.
Waardoor wordt de spierontwikkeling bepaald?

A
Alleen door het genotype.
B
Alleen door invloeden uit de omgeving
C
Door het genotype en invloeden uit de omgeving

Slide 22 - Quizvraag