In deze les zitten 54 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Tijd van ontdekkers en hervormers
Tijd van wereldoorlogen
tijd van burgers en stoommachines
tijd van regenten en vorsten
Tijd van pruiken en revoluties
verzet tegen imperialisme
De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie.
Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme
begin van overzeese Europese expansie
wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie
Slide 2 - Sleepvraag
Welke twee Europese landen waren als eerste actief in de overzeese expansie?
A
Nederland en Engeland
B
Spanje en Nederland
C
Frankrijk en Portugal
D
Portugal en Spanje
Slide 3 - Quizvraag
Wat is GEEN motief voor de Europese expansie?
A
Winst maken door te handelen
B
Volkeren bekeren tot het christendom
C
Vorsten wilden macht uitbreiden
D
Verspreiden wetenschap en techniek
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Met welk doel werd de VOC opgericht?
Slide 7 - Open vraag
Wat was het doel van de WIC?
Slide 8 - Open vraag
zet in juiste tijdsvolgorde: 1. VOC werd opgericht, 2.Piet Hein verovert de zilvervloot 3. Brugge werd belangrijkste handelsstad van de Nederlanden 4. Cornelis de Houtman bereikt als eerste Nederlander Indië 5. de WIC werd opgericht
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
De handel in slaven, die vanuit Afrika naar Amerika werden vervoerd, houdt verband met het gebrek aan immuniteit van de ‘Indianen’ voor ziektes als de griep en de pokken.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 11 - Quizvraag
Kolonialisme is hetzelfde als imperialisme
A
juist
B
onjuist
Slide 12 - Quizvraag
Wat is modern imperialisme?
A
Veel grond in Europa veroveren
B
Veel kolonies stichten in Zuid Amerika
C
Veel grond veroveren en besturen in Afrika en Azië
D
Veel handelen met kolonies
Slide 13 - Quizvraag
Hoort dit product bij
A
Kolonialisme
want verbouwd door slaven
B
Modern Imperialisme want een grondstof voor de industrie
C
Nationalisme want komt uit Amerika
D
Liberalisme want het zorgde voor vrije handel
Slide 14 - Quizvraag
1: Het modern imperialisme kwam door de industrialisatie in Europa 2: Modern imperialisme en westerse beschaving opleggen gingen samen
A
alleen uitspraak 1 klopt
B
alleen uitspraak 2 klopt
C
geen van de uitspraken kloppen
D
beide uitspraken kloppen
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Wat bepleitte Mahatma Gandhi als verzet tegen het imperialisme?
A
democratische verkiezingen
B
zelfbeschikkingsrecht
C
vreedzame burgerlijke ongehoorzaamheid
D
een gewelddadige opstand
Slide 19 - Quizvraag
is de volgende zin juist of onjuist? SU en VS waren tegenstander van het imperialisme van de Europeanen
A
juist
B
onjuist
Slide 20 - Quizvraag
is de onderstaande zin juist of onjuist? Indonesië hoefde niet lang en hard te vechten voor onafhankelijkheid
A
juist
B
onjuist
Slide 21 - Quizvraag
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Video
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Welke verandering moet er volgens de tekenaar komen in de houding van Nederland t.o.v. Nederlands-Indië?
Slide 26 - Open vraag
Slide 27 - Tekstslide
wat is de visie van de tekenaar over de Japanse bezetting? en de rol van Nederland?
Slide 28 - Open vraag
Slide 29 - Tekstslide
wie zijn de drie personen? en waarom is deze prent vlak na 15 augustus 1945 gemaakt?
Slide 30 - Open vraag
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Tekstslide
aan de slag:
maak de vragen 3, 6, 8 en 9 van 13.3
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Tekstslide
Slide 37 - Tekstslide
Slide 38 - Tekstslide
Slide 39 - Tekstslide
Slide 40 - Tekstslide
Slide 41 - Tekstslide
Glasnost
Glasnost
Perestrojka
Inspraak in bestuur
Stijgende prijzen
Politiek
Economie
Slide 42 - Sleepvraag
Slide 43 - Tekstslide
Slide 44 - Tekstslide
Slide 45 - Tekstslide
Slide 46 - Tekstslide
Slide 47 - Tekstslide
Berlijnse Blokkade
Cuba-crisis
Slide 48 - Sleepvraag
Marshallplan
Warschaupact
Slide 49 - Sleepvraag
Val van de Berlijnse Muur
Uiteenvallen van de Sovjet-Unie
Slide 50 - Sleepvraag
Wat betekent glasnost
A
Hervorming = verandering economie
B
openheid, vrijheid van meningsuiting
Slide 51 - Quizvraag
Wie was de leider van de SU in 1991
timer
0:30
A
Stalin
B
Chroetsjov
C
Brezjnev
D
Gorbatsjov
Slide 52 - Quizvraag
Welke gebeurtenis wordt meestal gezien als het einde van de Koude Oorlog?