2MH Spelling H5 verkleinwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, g, t, mavo
• Leerjaar 2

Verkleinwoorden

Nieuw Nederlands 6e editie

2  vmbo/havo

H5. Taalverzorging - Formuleren

Leerdoelen

• Je leert de verkleinwoorden goed te spellen.

Wat weet je er al van?
Noteer drie verkleinwoorden.

nieuwnederlands.digitaal.noordhoff.nl

Je hebt net een uitlegvideo gezien. Heel snel: hoe schrijf je de verkleinwoorden van taxi en café?

1. taxi'tje, cafeetje
2. taxietje, cafeetje
3. taxietje, cafétje
4. taxi'tje, cafétje

En dan nu een sleepvraag

'pje

'tje

'etje

'kje

'je

lolly

boom

cake

moskee

koning

wc

bloem

weg

dans

ketting

Wat is het goede verkleinwoord van
bikini?

1. bikinietje
2. bikinitje

Wat is het goede verkleinwoord van
accu?

1. accu'tje
2. accuutje
3. accutje
4. accu-tje

Wat is het goede verkleinwoord van
ski?

1. skitje
2. skietje
3. ski'tje
4. ski-tje

Wat is het goede verkleinwoord van
opa?

1. opatje
2. opa'tje
3. opaatje

Wat is het goede verkleinwoord van
raam?

1. raampje
2. raamje
3. raamtje

Verkleinwoorden: goed of fout?
A4'tje

1. goed
2. fout

Verkleinwoorden van oma, ski en café zijn goed geschreven bij:

1. oma'tje, skietje en cafeetje
2. omaatje, ski'tje en cafe'tje
3. omaatje, skietje en cafeetje
4. oma'tje, ski'tje en cafeetje

Wat is het verkleinwoord van
koning?

Wat is het verkleinwoord van
bij?

Wat is het verkleinwoord van
jongen?

Wat is het verkleinwoord van
radio?

Aan de slag!    

A) Maak in je schrift opdracht 1 t/m 4 van blz 144/145.

B) Ben je klaar, ga dan lezen in je leesboek.

Tijd: 15 minuten

Je mag oortjes in met muziek, maar je legt je mobiel op kop op tafel. Je mag één keer muziek aanzetten. Zie ik je tussendoor op je mobiel, dan neem ik hem in tot 16.30 uur.

Afsluiting

Vervolgens sluit je deze les in LessonUp af door de slides (29, 30 en 31) te bekijken en te beantwoorden.

Maak de quiz en stuur door hoeveel vragen van de 20 je er goed had.   Quizizz verkleinwoorden

Heb je minder dan 65% goed in de quiz en dan zul je nog meer moeten oefenen. Ga dan naar slide 33.

Je hebt nu alles af van dit onderdeel. Schrijf twee dingen op die je van deze uitleg en oefeningen hebt geleerd.

Stel één vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Eindopdracht verkleinwoorden

Voor de eindopdracht ga je naar Magister Opdrachten. Je kan deze opdracht alleen maar goed maken als je het theorieschema hebt aangevuld. 

Dat is dus het schema waarvan je bij slide 13 een foto hebt moeten uploaden. 

Extra oefenen: verkleinwoorden

Door op de linkjes (onderstreepte tekst) te klikken, kom je bij de opdracht.

Maak:   verkleinwoorden 1

Maak:   verkleinwoorden 2

Maak:   verkleinwoorden 3

Maak:   verkleinwoorden 4

Maak:   verkleinwoorden 5