Funus

lezen: uitleg bijwoord blz. 111 hulpboek
Zodadelijk vragen!
1 / 55
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 55 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

lezen: uitleg bijwoord blz. 111 hulpboek
Zodadelijk vragen!

Slide 1 - Tekstslide

Salvete omnes!!

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het leukst dat je in het weekend hebt gedaan / meegemaakt?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

Hoe herken je een bijvoeglijk naamwoord in het Latijn?

Slide 5 - Woordweb

Pikachu gooit met veel oliebollen op Ash.

De vraag gaat over veel:
Bijwoord of bijvoeglijk naamwoord?
A
Bijwoord
B
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 6 - Quizvraag

Pikachu gooit vaak met oliebollen op Ash.

De vraag gaat over vaak:
Bijwoord of bijvoeglijk naamwoord?
A
Bijwoord
B
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 7 - Quizvraag

Heeft een bijwoord in het Latijn naamvallen?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quizvraag

Bijwoord
Bijv. nw.
groep 1/2:
us, a, um 
groep 3:
is, is, e 
groep 1/2: e
Groep 3: (i)ter
congrueert met een znw
gaat/verbuigt volgens servus, femina, etc. 

Slide 9 - Sleepvraag

Congrueren de volgende woorden?

servus longus
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

Congrueren de volgende woorden?

rex longus
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag

Congrueren de volgende woorden?

rex longe
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Of een bijvoeglijk naamwoord bij een zelfstandig naamwoord hoort (congrueert), heeft dus niet per se met 'dezelfde uitgang' te maken. Hoe kun je het dan wel weten?

Slide 13 - Open vraag

Nu: vert. les 17 
t/m r. 11 

Slide 14 - Tekstslide

PW +0,3?
Schrijf 7 fouten op
Zoek uit wat de goede vertaling zou moeten zijn (pak je boek, je buur erbij)
Schrijf de juiste vertaling ook op

Slide 15 - Tekstslide

Salvete omnes!

Slide 16 - Tekstslide

Wat is het leukst dat je in het weekend hebt meegemaakt?

Slide 17 - Woordweb

Bespr. aan de hand van vragen!
Nuper Marcus Aurelius Lentulus uxorem morte
amiserat. Maritus tristis funus sollemne suae
Fabiae fecit. Sollemniter in agmine processerunt
homines multi, omnes vestibus tristibus induti.
Misere lacrimabant et ululabant. Agmen triste
per vias iit. Mox exiit ex urbe.

Slide 18 - Tekstslide

Nuper Marcus Aurelius Lentulus uxorem morte amiserat.
NOM/OW = ?
A
Nuper
B
Marcus Aurelius Lentulus
C
uxorem
D
morte

Slide 19 - Quizvraag

Nuper Marcus Aurelius Lentulus uxorem morte amiserat.
ACC/LV = ?
A
Nuper
B
Marcus Aurelius Lentulus
C
uxorem
D
morte

Slide 20 - Quizvraag

Nuper Marcus Aurelius Lentulus uxorem morte amiserat.
amiserat = ?
A
pr
B
impf
C
pf
D
plqpf

Slide 21 - Quizvraag

Nuper Marcus Aurelius Lentulus uxorem morte amiserat.
morte = ?
A
nom
B
gen
C
dat
D
abl

Slide 22 - Quizvraag

Nuper Marcus Aurelius Lentulus uxorem morte amiserat.
Marcus Aurelius Lentulus...
A
had zijn vrouw verloren door de dood
B
had door zijn vrouw van de dood verloren

Slide 23 - Quizvraag

Maritus tristis funus sollemne suae
Fabiae fecit.

Welke woorden congrueren met elkaar?
A
Maritus + tristis; funus + solemne; suae + Fabiae
B
tristis + funus; suae + Fabiae
C
tristis + solemne + funus; suae + Fabiae

Slide 24 - Quizvraag

Sollemniter in agmine processerunt
homines multi, omnes vestibus tristibus induti.

Sollemniter congrueert met agmine
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Sollemniter in agmine processerunt
homines multi, omnes vestibus tristibus induti.

Welke woordencongrueren?

A
agmine + multi; omnes vestibus;
B
homines + multi; omnes + vestibus; tristibus + induti
C
homines + multi; vestibus + tristibus + induti
D
homines + multi; omnes + induti; vestibus + tristibus

Slide 26 - Quizvraag

Misere lacrimabant et ululabant.

Misere = ?
A
Bijv nw
B
Bijw

Slide 27 - Quizvraag

Misere lacrimabant et ululabant.

Welke tijd is lacrimabant?
A
pr
B
impf
C
pf
D
plqpf

Slide 28 - Quizvraag

Misere lacrimabant et ululabant.

Welke tijd is ululabant?
A
pr
B
impf
C
pf
D
plqpf

Slide 29 - Quizvraag

Agmen triste per vias iit.
Mox exiit ex urbe.
triste = ?
A
bijv nv
B
bijw

Slide 30 - Quizvraag

Agmen triste per vias iit.
Mox exiit ex urbe.
Wat is de nom ev van urbe?
A
urbs
B
urb
C
urba
D
urbus

Slide 31 - Quizvraag

Agmen triste per vias iit.
Mox exiit ex urbe.
Welke naamval is urbe?
A
dat vanwege exiit
B
abl vanwege ex
C
dat want je vertaalt het met voor
D
abl want je vertaalt het met door

Slide 32 - Quizvraag

Bespr. t/m r. 11 
6. Haud longe ab
7. urbe fuit rogus. Viri fortes lectum funebrem
8. portaverunt et in rogum posuerunt. Deinde
9. Lentulus vestes uxoris in rogum posuit et dixit:
10. ‘Vale, Fabia, valde te amavi. Me felicem fecisti.’
11. Tunc rogum face accendit.

Slide 33 - Tekstslide

Schrijf uit r. 12-18 5x een congruerend paar op

We controleren ze zo 

Slide 34 - Tekstslide

Welke woorden congrueren met elkaar?
(bijv nw + znw en dan enter ;-))

Slide 35 - Woordweb

Salvete omnes!

Slide 36 - Tekstslide

Vert. r. 12 t/m 18 
Nunc nox est, sed Lentulus dormire non potest.
Cogitat: ‘ Uxor bona fuit Fabia mea. Fuit femina
fortis et acris, ego autem lenis sum et aliquando
paulum neglegens. Verbis acriter me castigare
poterat, si quicquam paulum neglegenter feceram!
Iam nunc magnopere ea careo: careo voce dulci,
careo etiam verbis acribus meae Fabiae  …’

timer
8:00

Slide 37 - Tekstslide

Maak een vertaling in emoji's van r. 19 t/m 28
= huiswerk volgende les voor + 0,2 bonus >:-)
Subito apparet ei uxoris umbra. Irate clamat:
‘ Caudex ! Nebulo! Tu, Lentule, semper quidem
neglegens fuisti, sed nonne potuisti facere
diligenter funus uxoris? Tamen id quoque
tua culpa ad inritum cecidit! Nihil bene facis,
numquam!’ Lentulus timide rogat: ‘Dic mihi,
meum mel: quid male feci?’ Irata voce Fabia
respondet: ‘Unam tantum soleam auratam
habeo. Nunc uno pede nudo inter umbras
ire debeo!’ Deinde evanescit.

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Salvete omnes!

Slide 40 - Tekstslide

Wat is het leukste dat je in de vakantie hebt meegemaakt?

Slide 41 - Woordweb

Slide 42 - Tekstslide

GP: volgende week dinsdag
Vertaling: stof t/m les 17 
woordenlijst erbij (tekstboek meenemen dus ;-))

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Heeft een bijwoord in het Latijn naamvallen?
A
Ja
B
Nee

Slide 45 - Quizvraag

Congrueren de volgende woorden?

servus longus
A
Ja
B
Nee

Slide 46 - Quizvraag

Congrueren de volgende woorden?

regis longi
A
Ja
B
Nee

Slide 47 - Quizvraag

Congrueren de volgende woorden?

feminae longae
A
Ja
B
Nee

Slide 48 - Quizvraag

Congrueren de volgende woorden?

feminae fortis
A
Ja
B
Nee

Slide 49 - Quizvraag

zelfst nw: vr (gaat toevallig
volgens groep 1)

femina
feminae
feminae
feminam
femina
etc
bijv nw: vr (gaat toevallig volgens groep 3)

fortis
fortis
forti
fortem
forte
etc

Slide 50 - Tekstslide

Congrueren de volgende woorden?

feminae forti
A
Ja
B
Nee

Slide 51 - Quizvraag

Congrueren de volgende woorden?

feminae fortiter
A
Ja
B
Nee

Slide 52 - Quizvraag

bijv. nw

longus, longa, longum

fortis, fortis, forte
bijw.

longe

fortiter

Slide 53 - Tekstslide

Ler. woorden les 17
timer
5:00

Slide 54 - Tekstslide

vert. t/m r. 28
Let goed op congruentie! 

Huiswerk voor do 3e uur 
= Vertalen t/m r. 28 + ler. woorden les 17 1e helft 

Slide 55 - Tekstslide