3V Latijn - week 44, les 2

3V Latijn
Week 44, les 2
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

3V Latijn
Week 44, les 2

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Bespreken tekst Funus
  • Bijwoord herhalen
  • Trappen van vergelijking
Doel:
  • Je hebt rg. 1 t/m 10 van Funus goed in je schrift staan
  • Je begrijpt het bijwoord in het Latijn
  • Je kent de trappen van vergelijking in het Nederlands, en een beginnetje in het Latijn

Slide 2 - Tekstslide

Nuper Marcus Aurelius Lentulus uxorem morte amiserat.

Slide 3 - Open vraag

Maritus tristis funus sollemne suae
Fabiae fecit.
De droevige echtgenoot ... een plechtige begrafenis voor zijn Fabia.
A
maakt
B
maakte
C
heeft gemaakt
D
had gemaakt

Slide 4 - Quizvraag

Sollemniter in agmine processerunt
homines multi, omnes vestibus tristibus induti.

Slide 5 - Open vraag

Misere lacrimabant et ululabant.

Welk nummer krijgt 'misere' in de vertaalstrategie?
A
1
B
2
C
geen
D
3

Slide 6 - Quizvraag

Agmen triste per vias iit.

Welk nummer krijgt 'triste' in de vertaalstrategie?
A
1
B
2
C
3
D
geen

Slide 7 - Quizvraag

Mox exiit ex urbe. Haud longe ab
urbe fuit rogus.

Slide 8 - Open vraag

Viri fortes lectum funebrem portaverunt et in 

rogum posuerunt. Deinde Lentulus vestes

uxoris in rogum posuit et dixit:

Slide 9 - Tekstslide

‘Vale, Fabia, valde te amavi.

Me felicem fecisti.’ 

Slide 10 - Tekstslide

Het bijwoord van iratus is ...
A
iratiter
B
irater
C
irato
D
irate

Slide 11 - Quizvraag

Het bijwoord van vehemens is ...
A
vehemente
B
vehementer
C
vehementiter
D
vehemensiter

Slide 12 - Quizvraag

Het bijwoord van bonus is ...
A
bone
B
boniter
C
bene
D
bonter

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het bijwoord van facilis?

Slide 14 - Open vraag

Trappen van vergelijking
In het Nederlands:
       groot, groter, grootst
       lang, langer, langst
       vies, viezer, viest

groot = positivus / stellende trap
groter = comparativus / vergrotende trap
grootst = superlativus / overtreffende trap


Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk morgen
Leren woorden blz. 65.
Maak hb blz. 111 mdt. X zin 1 t/m 3.

Slide 16 - Tekstslide