Zorg en begeleiding van ouderen

zorg en begeleiding van ouderen 
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

zorg en begeleiding van ouderen 

Slide 1 - Tekstslide

Wetenschap die doet onderzoek naar het verouderingsproces van de mens? ?
A
gerontologie
B
psychiatrie
C
psychologie
D
geriatrie

Slide 2 - Quizvraag

De wetenschap die onderzoek doet naar de pathologische veroudering van de mens?
A
gerontologie
B
psychiatrie
C
psychologie
D
geriatrie

Slide 3 - Quizvraag

Exogene factor die invloed heeft op het verouderingsproces?
A
erfelijke eigenschap
B
brozer worden van botten
C
roken
D
afname van gehoor

Slide 4 - Quizvraag

Endogene factor die invloed heeft op het verouderingsproces?
A
eetpatroon
B
stress
C
weinig beweging
D
afname longcapaciteit

Slide 5 - Quizvraag

Cognitie is het beste te omschrijven als het vermogen om te kennen en te leren
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Met het ouder worden neemt de werking van het geheugen af.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Gebeurtenissen in het leven kunnen cognitieve veroudering beïnvloeden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Bij veroudering neemt de hoeveelheid kalk in de botten af.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Bij het verouderingsproces neemt op hogere leeftijd de spiermassa toe. Zodat bewegen makkelijker gaat.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Afasie
A
handelingen niet uitvoeren
B
taalstoornis
C
onvermogen objecten te herkennen
D
stoornis in rekenen

Slide 11 - Quizvraag

Cognitieve stoornissen zijn het eerst merkbaar in?
A
Het onbewuste geheugen
B
Bewuste geheugen

Slide 12 - Quizvraag

Het onbewuste of automatische geheugen blijft lang intact.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Waar let je op om de oudere zo gezond mogelijk oud te laten worden?

Slide 14 - Woordweb

Let op:
  1. Het voorkomen en uitstellen van ziekte en sterfte.
  2. Preventie van beperken van functioneren.
  3. Voorkomen van verlies van zelfredzaamheid.
  4. Terugdringen van afhankelijkheid van de zorg.

Slide 15 - Tekstslide

Geef een voorbeeld bij preventie van beperken van functioneren.

Slide 16 - Open vraag

Geef een voorbeeld bij terugdringen van afhankelijkheid van de zorg.

Slide 17 - Open vraag

Op welke complicaties kan een (kwetsbare) oudere meer kans hebben?

Slide 18 - Woordweb

Opname ziekenhuis
  • Je hoort vaak dat als een (kwetsbare) zelfstandige oudere wordt opgenomen in het ziekenhuis deze daarna wordt opgenomen in een verpleeg/ verzorging huis.
  • Er wordt zoveel mogelijk gescreend (functioneel) om beperkingen te voorkomen.
(bijv: delier, vallen, ondervoeding, fysieke beperkingen)

Slide 19 - Tekstslide

welke functies kunnen uitvallen/ afnemen bij veroudering?

Slide 20 - Woordweb

Wat is de gemiddelde leeftijd waarop je maximaal kan presteren?
A
25
B
30
C
35
D
40

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de gemiddelde leeftijd waarbij je organen het best presteren?
A
20
B
25
C
30
D
35

Slide 22 - Quizvraag

Kenmerken geriatrie
  • Lichamelijke, cognitieve en sociale problemen volgen elkaar op.
  • Ziektebeelden geassocieerd met hoge leeftijd.
  • Kwetsbaarheid vaak hoge leeftijd
  • Multi morbiditeit
  • Interactie van ziekte en ouderdom

Slide 23 - Tekstslide

Noem een aandoening die kenmerkend is bij hoge ouderdom?

Slide 24 - Open vraag

"Kenmerkend"
  • Staar (cataract)

  • Presbyacusis (ouderdom slechthorendheid)

  • Artrose (gewrichtsslijtage)

  • Osteoporose (botontkalking)

Slide 25 - Tekstslide

Klachten
Klachten kunnen zich op hogere leeftijd "Atypisch" presenteren.
enkele oorzaken:
  • Multi morbiditeit: andere ervaring, verdwijnen van de klacht of presentatie van de klacht.
  • Andere presentatie door verlaging of verdwijnen van pijn drempel.
  • Door angst de klacht niet vertellen/ bagatelliseren. 

Slide 26 - Tekstslide

Wat van geleerd?
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

Wat van geleerd?
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll

symptomen
Symptoom verarming:
Symptomen die normaal aanwezig zijn, zijn nu afwezig. (geen pijn bij plassen bij een UWI)

Symptoomverschuiving:
Er doen zich andere symptomen voor dan normaal.(verwardheid bij hartaanval)

Slide 29 - Tekstslide

symptomen
Symptoom omkering:
de symptomen zijn omgekeerd dan normaal (rust bij een te snel werkende schildklier)

Symptoomvermeerdering:
twee dezelfde aandoeningen geven dezelfde klacht (POB bij hartklachten en longontsteking)

Slide 30 - Tekstslide

geriatrische syndromen
  • verminderde mobiliteit
  • vallen 
  • incontinentie
  • depressie
  • verwardheid
  • duizeligheid

Slide 31 - Tekstslide

syndroom <-> symptoom
bij een geriatrisch syndroom is één symptoom (bijvoorbeeld vallen) echter het gevolg van meerdere aandoeningen.

zo kan vallen het gevolg zijn....

Slide 32 - Tekstslide

vallen kan een gevolg zijn van welke aandoeningen?

Slide 33 - Woordweb

CGA bestaat uit
1. algemeen:  
medische voorgeschiedenis, medicatie

2. anamnese:
speciale/ tractus , hetero, functionele, sociale.

Slide 34 - Tekstslide

CGA bestaat uit
3. lichamelijk onderzoek:
algemeen en neurologisch, psychiatrisch, functioneel.

4. aanvullend onderzoek:
klinimetrie, laboratorium, ECG.

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

voorbeelden
er wordt gebruik gemaakt van verschillende instrumenten.
hierbij kan er een goed beeld gevormd worden.

uit deze resultaten kan er een gedegen preventie of behandeling gestart worden

hier volgen wat voorbeelden....

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

welke aanvullende bloedonderzoeken kunnen er plaats vinden?

Slide 39 - Woordweb

bloed onderzoeken
  • leuko's
  • vitamine
  •  trombo's
  • nierfunctie
  • schildklierfunctie
  • glucose
  • etc...

Slide 40 - Tekstslide

na de CGA
er wordt een SAMPC (probleemlijst) opgesteld met de belangrijkste punten.
  • Sociaal
  • ADL/ mobiliteit
  • Maatschappelijk
  • Psychisch
  • Communicatie
 

Slide 41 - Tekstslide