Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Les 1a&b - DGZ
1 / 102
volgende
Slide 1:
Tekstslide
ICT
Hoger onderwijs
In deze les zitten
102 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
120 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Vandaag
Eerste kennismaking met de computer
Aankoop van een computer
Slide 3 - Tekstslide
Surf naar:
https://lessonup.app/code
&
voeg de code in die je links onderaan terugvindt.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
De computer verkennen (p.7)
Soorten computers:
Desktop
Laptop
Tablet
Slide 6 - Tekstslide
Welke soort computer gebruiken jullie op dit ogenblik?
Slide 7 - Open vraag
Hardware & software
Hardware
: alles wat je kan vasthouden
Software
: de programma's die op je computer staan
Slide 8 - Tekstslide
Geef 1 voorbeeld van hardware.
Slide 9 - Open vraag
Geef 1 voorbeeld van software.
Slide 10 - Open vraag
Computeronderdelen (pag. 9)
Maak de oefening op pag. 9.
Slide 11 - Tekstslide
Computeronderdelen (pag. 9)
CD-romstation
scherm/monitor
laptop
scanner
toetsenbord
geheugenstick
digitale camera
Slide 12 - Tekstslide
Computeronderdelen (pag. 9)
printer
hoofdtelefoon
USB-aansluiting
muis
Slide 13 - Tekstslide
Opslagmedia/extern geheugen
in the cloud <=> opslagmedia
Harde schijf (Gigabyte of Terabyte)
SSD/geheugenkaart/USB-stick
CD/DVD/Blu-ray
Slide 14 - Tekstslide
Waar denken jullie aan bij het horen van het woord 'besturingssysteem'?
Slide 15 - Woordweb
Besturingssysteem
= hoofdprogramma op je computer
Slide 16 - Tekstslide
Windows
macOS
Linux
Chrome OS
Android
Slide 17 - Sleepvraag
De computer gebruiken
Opstarten en uitschakelen
Afmelden en vergrendelen
Muis en toetsenbord
Een goede lichaamshouding
Het bureaublad
Programma starten
Taakbalk
Onderdelen van een programma
Slide 18 - Tekstslide
Het eerste scherm bij het opstarten van een PC is het ______
A
aanmeldingsvenster
B
vergrendelscherm
C
spatiebalk
D
bureaublad
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Tekstslide
Druk op de ______ en je moet je _______.
A
spatiebalk - aanmelden
B
bureaublad - registreren
C
spatiebalk - registreren
D
scherm - aanmelden
Slide 21 - Quizvraag
Slide 22 - Tekstslide
Dit doe je door een gebruikersnaam en wachtwoord of een pincode in te geven.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 23 - Quizvraag
Daarna kom je op het ___________.
A
vergrendelscherm
B
aanmeldingsvenster
C
bureaublad
Slide 24 - Quizvraag
Slide 25 - Tekstslide
De computer uitschakelen
Slaapstand
Afsluiten
Opnieuw opstarten
Slide 26 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen
afmelden en vergrendelen?
Slide 27 - Open vraag
De computer afmelden en vergrendelen
Afmelden
= als je de pc niet meer nodig hebt en iemand anders ermee wil werken. Alle openstaande apps worden gesloten maar de pc wordt niet uitgezet.
Vergrendelen
= de apps en programma's waarmee je bezig was blijven actief. Je moet opnieuw je wachtwoord of pincode ingeven.
Slide 28 - Tekstslide
De muis
Onderdelen
Vasthouden van de muis
Muisacties
=> zie oefening pag. 17
Slide 29 - Tekstslide
Het toetsenbord
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Het toetsenbord
Open een Word document en maak oefening A op pag. 19.
Ben je klaar? Maak oefening B.
Slide 32 - Tekstslide
Het toetsenbord
Overzicht sneltoetsen:
CTRL-C:
kopiëren
CTRL-X:
knippen
CTRL-V:
plakken
CTRL-A:
alles selecteren
CTRL-S:
opslaan
CTRL-P:
afdrukken
CTRL-W:
venster sluiten
Slide 33 - Tekstslide
Met de sneltoetsen _________ kan je de taakweergave weergeven.
A
CTRL-V
B
ALT-TAB
C
WINDOWS-TAB
D
CTRL-C
Slide 34 - Quizvraag
Met de sneltoetsen _________ kan je wisselen tussen de verschillende geopende programma's.
A
CTRL-V
B
ALT-TAB
C
WINDOWS-TAB
D
CTRL-C
Slide 35 - Quizvraag
Wat is voor jullie een goede lichaamshouding aan
een computer?
Slide 36 - Open vraag
Slide 37 - Tekstslide
Slide 38 - Tekstslide
Slide 39 - Tekstslide
Hoeveel pictogrammen staan er op jouw bureaublad?
Slide 40 - Open vraag
Hoeveel keer moet je op zo'n pictogram klikken om het programma te openen?
Slide 41 - Open vraag
Welke tekst komt er tevoorschijn als je met je muispijl op de startknop gaat staan (zonder te klikken)?
Slide 42 - Open vraag
Hoe heet de balk onderaan waar de startknop staat?
Slide 43 - Open vraag
Slide 44 - Tekstslide
Toepassingssoftware
Maak de oefening op pag. 23.
Slide 45 - Tekstslide
Welke toepassingssoftware ken je van Microsoft Office?
Slide 46 - Woordweb
Knoppen op de taakbalk
Zoeken
Startknop
Taakweergave
Slide 47 - Tekstslide
Programma vastmaken aan de taakbalk
Maak de oefening op pag. 23.
Voordeel?
=> sneller een programma openen
Slide 48 - Tekstslide
SYSTEEMVAK
Volumeregelaar
Nieuwe meldingen
Batterijniveau
Internettoegang
Hardware veilig verwijderen
Slide 49 - Sleepvraag
Slide 50 - Tekstslide
Slide 51 - Tekstslide
Slide 52 - Tekstslide
Slide 53 - Tekstslide
Slide 54 - Tekstslide
Slide 55 - Tekstslide
Slide 56 - Tekstslide
Slide 57 - Tekstslide
Oefening
Maak de oefening A en B op pag. 26.
Slide 58 - Tekstslide
Slide 59 - Tekstslide
Slide 60 - Tekstslide
Slide 61 - Tekstslide
Slide 62 - Tekstslide
Slide 63 - Tekstslide
Wat zijn de voordelen van een laptop?
Wat zijn de voordelen van een desktop?
Slide 64 - Open vraag
Slide 65 - Tekstslide
Wat zijn de nadelen van een laptop?
Wat zijn de nadelen van een desktop?
Slide 66 - Open vraag
Slide 67 - Tekstslide
Slide 68 - Tekstslide
Wat zijn de voordelen van een tablet?
Wat zijn de voordelen van een hybride tablet?
Slide 69 - Open vraag
Slide 70 - Tekstslide
Wat zijn de nadelen van een tablet?
Wat zijn de nadelen van een hybride tablet?
Slide 71 - Open vraag
Slide 72 - Tekstslide
Desktop is het Engelse woord voor __________.
A
bureaublad + computer vast op bureau
B
een tablet
C
een hybride tablet
Slide 73 - Quizvraag
Een laptop is ______.
A
een computer die vast op een bureau staat
B
een draagbare computer
C
een computer zonder toetsenbord
Slide 74 - Quizvraag
Een desktop heeft een langere levensduur dan een laptop.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 75 - Quizvraag
Waarop moet je letten als je een computer koopt?
Slide 76 - Tekstslide
Onderdelen van een computer
Computerkast
= omhulsel dat de onderdelen van een computer bevat en beschermt.
Moederbord, harde schijf, cd-lezer, netwerkkaart, grafische kaart, geluidskaart, aansluitpoorten.
Slide 77 - Tekstslide
Onderdelen van een computer
Moederbord
= zorgt ervoor dat alle componenten met elkaar verbonden worden.
Slide 78 - Tekstslide
Onderdelen van een computer
Processor
= brein van de computer.
Snelheid wordt in kloksnelheid uitgedrukt (GHz).
Voornaamste producenten zijn Intel en AMD.
Maak de oefening op pag. 31
Slide 79 - Tekstslide
Onderdelen van een computer
Wat is nu de beste processor?
= hangt af van het werk die je zal doen met je computer:
internetten en mailen: instap-processor (I3)
bureauwerk en studies: gemiddelde processor (I4-I5)
videobewerking: bovengemiddeld (I5-I7 of AMD Ryzen 5-7)
professionele fotobewerking en multimedia: krachtige processor (I7 of AMD Ryzen 7)
Slide 80 - Tekstslide
De kloksnelheid van een processor wordt uitgedrukt in _____?
A
Megabytes
B
Gigahertz
C
Terabyte
Slide 81 - Quizvraag
Welke fabrikant is een fabrikant van processors?
A
Intel
B
Microsoft
C
Google
Slide 82 - Quizvraag
Welke processors zijn modellen van Intel? Meerdere antwoorden zijn juist.
A
Core I3
B
Athlon
C
Core I7
D
Celeron
Slide 83 - Quizvraag
Onderdelen van een computer
Geheugen:
ROM geheugen =
opstartgeheugen
RAM geheugen =
werkgeheugen (Gigabyte)
2 GB = minimum normaal computergebruik
4 GB = beter
8 tot 16 GB = games / videobewerking
Slide 84 - Tekstslide
Hoeveel RAM-geheugen heeft jouw computer?
(configuratiescherm => systeem)
Slide 85 - Open vraag
Een andere naam voor RAM geheugen is _______?
A
Harde schijf
B
Werkgeheugen
C
SSD
Slide 86 - Quizvraag
Onderdelen van een computer
Harde schijf:
Alle gegevens blijven hierop bewaard.
Ooit al eens gehoord over het crashen van een harde schijf?
= blokkade in de harde schijf
Slide 87 - Tekstslide
Slide 88 - Tekstslide
Slide 89 - Tekstslide
Slide 90 - Tekstslide
Slide 91 - Tekstslide
Slide 92 - Tekstslide
Slide 93 - Tekstslide
Slide 94 - Tekstslide
Om schoolwerk te doen volstaat 2 tot 4 GB werkgeheugen.
A
Juist
B
Fout
Slide 95 - Quizvraag
De grootte van RAM geheugen wordt uitgedrukt in?
A
Gigabyte
B
Terabyte
C
Gigahertz
Slide 96 - Quizvraag
Onderdelen van een computer
Het scherm:
aantal inches van je scherm
schermresolutie (pixels)
Slide 97 - Tekstslide
De afmetingen van een scherm worden diagonaal gemeten en uitgedrukt in ____?
A
cm
B
mm
C
inch
Slide 98 - Quizvraag
Onderdelen van een computer
Andere aansluitingen op de computer:
kaartlezer
USB
netwerkpoort
Slide 99 - Tekstslide
Onderdelen van een computer
Maak de oefening op pag. 37
Slide 100 - Tekstslide
Slide 101 - Tekstslide
Slide 102 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Les 2 - herhaling
10 dagen geleden
- Les met
35 slides
ICT
Hoger onderwijs
Les 2 - herhaling
November 2022
- Les met
35 slides
ICT
Hoger onderwijs
hardware - origineel
Juni 2024
- Les met
43 slides
ICT
Secundair onderwijs
hardware
September 2024
- Les met
36 slides
ICT
Secundair onderwijs
Onderdelen van de computer
Oktober 2022
- Les met
18 slides
Informatica
Secundair onderwijs
hardware
Oktober 2022
- Les met
34 slides
ICT
Secundair onderwijs
De onderdelen van een computer
April 2023
- Les met
14 slides
Ontdek de wereld van computerhardware
Augustus 2023
- Les met
21 slides