Week 15 - TK.5 - Wielen laten bewegen (havo)
Aandrijfwiel
Volgwiel
Ketting
1 / 10
Onderdelen in deze les
Aandrijfwiel
Volgwiel
Ketting
Slide 1 - Sleepvraag
Hieraan zitten je fietspedalen vast.
A
Aandrijfwiel
B
Volgwiel
Slide 2 - Quizvraag
Hieraan zitten je achterwiel vast.
A
Aandrijfwiel
B
Volgwiel
Slide 3 - Quizvraag
Hieromheen draait de ketting.
A
Aandrijfwiel
B
Volgwiel
Slide 4 - Quizvraag
Wat voor overbrenging zie je hier?
A
Directe overbrenging
B
Indirecte overbrenging
Slide 5 - Quizvraag
Wat voor overbrenging zie je hier?
A
Directe overbrenging
B
Indirecte overbrenging
Slide 6 - Quizvraag
Wat betekend het begrip: "Toerental" ?
Slide 7 - Open vraag
Je fietst tegen de wind in op een fiets met versnellingen. Het aandrijfwiel heeft 54 tanden. De volgwielen hebben 12, 20, 28 en 32 tanden. Welk volgwiel kies je dan? Leg je antwoord uit.
Slide 8 - Open vraag
De blikjes frisdrank vallen van de lopende band. De lopende band gaat te snel. Aandrijfwiel 2 zit op de motor.
Wat moet je doen om de band zo langzaam mogelijk te laten lopen?
Wat moet je doen om de band zo langzaam mogelijk te laten lopen?
A
wiel 1 vervangen door wiel 3
B
wiel 1 vervangen door wiel 4
C
wiel 2 vervangen door wiel 4
Slide 9 - Quizvraag
Je wilt een boot uit het water trekken. Het touw aan de boot draait om een as aan het bovenste tandwiel. Je draait met een hendel aan het onderste tandwiel. Vul de juiste overbrengingsverhouding in op de juiste plek.
2 : 1
1 : 2
1 : 1
1 : 1
