Periode 9, week 1

Het merendeel van de klachten van pijn op de borst is niet spoedeisend
A
Waar
B
Niet waar
1 / 15
volgende
Slide 1: Quizvraag
TriageMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Het merendeel van de klachten van pijn op de borst is niet spoedeisend
A
Waar
B
Niet waar

Slide 1 - Quizvraag

Hoe laat je een patiënt aan de telefoon zijn hartslag meten?

Slide 2 - Open vraag

Drukkend gevoel midden op de borst dat vooral optreedt bij inspanning. Kan uitstralen en verdwijnt na rust.
A
Acuut Coronair Syndroom
B
Angina Pectoris
C
Instabiele Angina Pectoris
D
Aneurysma dissecans

Slide 3 - Quizvraag

Stolsels in longvaten, vaak vanuit stolsels in het been. Patiënt is kortademig en pijn vastzittend aan de ademhaling
A
Hyperventilatie
B
Refluxoesofagitis
C
Longembolie
D
Trombolyse

Slide 4 - Quizvraag

Verwijding van de aorta, kans op barsten: zeer hevige (buik/rug)pijn, patiënt is vegetatief
A
Refluxoesofagitis
B
Aneurysma dissecans
C
Acuut coronair syndroom

Slide 5 - Quizvraag

Acuut ontstaan van hevige pijn, retrosternaal, verdwijnt niet in rust/toediening nitroglycerine. Vaak vegetatieve verschijnselen en uitstraling.
A
Acuut Coronair Syndroom
B
Agina Pectoris
C
Pneumothorax

Slide 6 - Quizvraag

Bij hyperventilatie is de ademhaling snel of te oppervlakkig
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Scherpe en branderige pijn midden op de borst, wat verergert tijden vooroverbuigen of liggen
A
Angina Pectoris
B
Pneumothorax
C
Refluxoesofagitis

Slide 8 - Quizvraag

Wat zijn vegetatieve verschijnselen?

Slide 9 - Open vraag

Wat is een HET?

Slide 10 - Woordweb

Hoe wordt een pneumothorax in
de volksmond genoemd?

Slide 11 - Woordweb

De patiënt belt dat haar hart zo te keer gaat. Ze is al rustig gaan zitten maar het helpt niet. Het maakt haar toch wat angstig. Welke urgentie?
A
U1
B
U2
C
U3

Slide 12 - Quizvraag

De patiënt belt dat ze over haar hele lichaam zweet, ze is misselijk en haar hart is helemaal op hol. Welke urgentie?
A
U1
B
U2
C
U3

Slide 13 - Quizvraag

Meneer belt dat zijn hart zo snel klopt en dat hij er ook kortademig bij is. Welke urgentie?
A
U1
B
U2
C
U3

Slide 14 - Quizvraag

Afsluiting
- Lesdoelen behaald?  Wat ging goed? Hoe kwam het?
- Zorg dat je E-learnings gemaakt hebt vóór de toets!!
Toets: maandag 13 juni tijdens de les!
Leren:
Hartkloppingen
Hoesten
Kortademig
Pijn thorax
Trauma thorax

Slide 15 - Tekstslide