Les 3 - KT1praktijk- Module 6; trauma thorax en hartkloppingen

Triage DA2 BOL

Module 6
Trauma thorax
Herhaling hartkloppingen



1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
TriageMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Triage DA2 BOL

Module 6
Trauma thorax
Herhaling hartkloppingen



Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen vandaag?

  • Terugblik onderwerp vorige week (pijn thorax en ICD)
  • Trauma thorax
  • Herhaling hartkloppingen 
  • Casus oefenen  voor de klas                    

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Kunnen benoemen:
  • Wat de oorzaken (kunnen) zijn van trauma thorax
  • Welke (tussentijdse) adviezen je geeft bij trauma thorax
  • Welke risico's er zijn bij een trauma thorax
  • Herhaling hartkloppingen met uitingen, adviezen en vangnet
  • Je begrijpt de urgenties en vraagstelling van trauma thorax en hartkloppingen



Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drukkend gevoel midden op de borst dat vooral optreedt bij inspanning. Kan uitstralen en verdwijnt na rust.
A
Acuut Coronair Syndroom
B
Angina Pectoris
C
Instabiele Angina Pectoris
D
Aneurysma dissecans

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stolsels in longvaten, vaak vanuit stolsels in het been. Patiënt is kortademig en pijn vastzittend aan de ademhaling
A
Hyperventilatie
B
Refluxoesofagitis
C
Longembolie
D
Trombolyse

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verwijding van de aorta, kans op barsten: zeer hevige (buik/rug)pijn, patiënt is vegetatief
A
Refluxoesofagitis
B
Aneurysma dissecans
C
Acuut coronair syndroom

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Acuut ontstaan van hevige pijn, retrosternaal, verdwijnt niet in rust/toediening nitroglycerine. Vaak vegetatieve verschijnselen en uitstraling.
A
Acuut Coronair Syndroom
B
Agina Pectoris
C
Pneumothorax

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Scherpe en branderige pijn midden op de borst, wat verergert tijden vooroverbuigen of liggen
A
Angina Pectoris
B
Pneumothorax
C
Refluxoesofagitis

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

 Hartkloppingen 
We nemen samen de kaart hartkloppingen nog een keer door.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De patiënt belt dat haar hart zo te keer gaat. Ze is al rustig gaan zitten maar het helpt niet. Het maakt haar toch wat angstig. Bij navraag niet vegetatief. Welke urgentie?
A
U1
B
U2
C
U3

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De patiënt belt dat ze over haar hele lichaam zweet, ze is misselijk en haar hart is helemaal op hol. Welke urgentie?
A
U1
B
U2
C
U3

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij hyperventilatie is de ademhaling snel of te oppervlakkig
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Hyperventilatie
Bij angst en spanning kan de ademhaling te snel of te diep zijn. De ademhaling is van slag, vaak zonder dat iemand het beseft. De persoon zit in een stoel, maar ademt alsof hij een marathon loopt. Hyperventilatie is meestal ongevaarlijk, maar kan bij een eerste aanval een ernstig symptoom zijn van een andere aandoening zoals hartinfarct, longembolie of een ontregeling van het zuur-base-evenwicht in het bloed.

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

adviezen bij hyperventilatie

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meneer belt dat zijn hart zo snel klopt en dat hij er ook kortademig bij is. Welke urgentie?
A
U1
B
U2
C
U3

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Trauma thorax

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke ziektebeelden zou je kunnen krijgen door een trauma van de thorax?

Slide 17 - Woordweb

  • Ribcontusie
  • Ribfractuur
  • Pneumothorax met als gevolg spanningspneumothorax of subcutaan emfyseem


Hoe wordt een pneumothorax in
de volksmond genoemd?

Slide 18 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Ziektebeelden
de volgende ziektebeelden gaan we behandelen: 
  • Pneumothorax
  • Rib fractuur 
  • Ribcontusie

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Letsel door een voorwerp
Een thoraxtrauma kan veroorzaakt worden door een voorwerp, bijvoorbeeld een mes, een fietsstuur of een honkbalknuppel





Waarom is het belangrijk om te weten of het trauma door een voorwerp is veroorzaakt?

Omdat er een groter risico is op beschadiging van vitale functies.


Dit is zowel het geval bij letsel met bloed, als bij letsel zonder bloed.

 Daarom is het belangrijk goed uit te vragen wat er precies is gebeurd.

Slide 20 - Tekstslide

Omdat er veel vitale functies in de thorax zitten, is het bij een thoraxtrauma extra belangrijk om te vragen naar vegetatieve verschijnselen bij de patiënt.
  • Het gevoel van flauw vallen
  • Zweten
  • Misselijkheid
  • Klam voelen
Patiënten met een thoraxtrauma kunnen ademhalingsklachten hebben.

Klachten die vastzitten aan de ademhaling hebben waarschijnlijk iets te maken met de longen en/of ribben.
Bij een ribcontusie kan ademhalen bijvoorbeeld pijnlijk zijn. Patiënten kunnen dan oppervlakkig gaan ademen.
Bij een pneumothorax kunnen patiënten vaak moeilijk ademen en niet diep zuchten.

Slide 21 - Tekstslide

Hoog-energetisch trauma (HET)
Hiermee wordt bedoeld dat er sprake is van een letsel waarbij groot geweld (veel energie) op het lichaam is ingewerkt. De context bepaalt of een HET acuut is of niet.
Een HET kan voorkomen in verschillende omstandigheden. Voorbeelden zijn:
  • val van grote hoogte (2-3 maal lichaamslengte)
  • ongeval met snelheid > 45 km/u (met autogordel om)
  • auto contra voetganger > 10 km/u
  • ongeval fietser/ motorrijder > 30 km/uur
  • ster in de voorruit (door hoofd), ongeval met beknelling.
Er komt een patiënt aan de balie met een mes tussen zijn ribben, wat doe je als eerste?
A
Je verwijderd het mes.
B
Je laat het mes zitten en verbind het losjes
C
je belt een ambulance
D
je rent weg

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke stelling hoort bij een rib contusie?
A
Klachten kunnen nog ontstaan een paar dagen na het trauma.
B
Ribcontusie is niet erg pijnlijk, af en toe paracetamol is voldoende.
C
Beide antwoorden zijn goed
D
Beide antwoorden zijn fout.

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de urgentie van penetrerend letsel
A
U3
B
U5
C
U1
D
U2

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is juist bij een HET acuut?
A
auto contra voetganger > 10 km/u
B
ster in de voorruit (door hoofd)
C
val van grote hoogte (2-3 maal lichaamslengte)
D
Alle drie de antwoorden zijn juist

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe laat je een patiënt aan de telefoon zijn hartslag meten?

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor advies geef je bij een trauma met kortademig urgent
A
Zit rechtop, met de benen uit bed.
B
Zit rechtop, met de benen in bed.
C
Plat liggen met de benen uit bed
D
Plat liggen met de benen in bed

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een risicofactor bij een ribfractuur?
A
acute longontsteking
B
hoestklachten
C
pneumothorax
D
geen van de antwoorden is juist

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe wordt lucht onder de huid genoemd?
A
Subcutaan emfyseem
B
Intracutaan emfyseem
C
Subcutaan oedeem
D
Intracutaan oedeem

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Casus voor de klas

Dit kan zijn hartkloppingen, pijn thorax of trauma thorax



Volgende les: herhaling wormen, teken en luizen
Zie hieronder het overzicht wat ook in Cum Laude staat!

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies